Rijksoverheid

Toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van de aanslag op de Twin Towers

Toespraak | 11-09-2011

Kloosterkerk Den Haag, 11 september 2011

Mevrouw de ambassadeur, excellenties, dames en heren,

Op dinsdag 11 september 2001 belde Ingeborg Lariby 's ochtends rond 5 voor 9 vanuit haar kantoor op de 93e verdieping van de Zuidtoren van het World Trade Center met haar ouders. Ze vertelde hun dat er een vliegtuig de Noordtoren was binnengevlogen. Maar `Ik ben okay', zei ze er meteen geruststellend achteraan. Dat telefoontje blijkt achteraf de laatste keer te zijn geweest dat Ingeborg met haar ouders sprak. Een paar minuten later boorde het tweede toestel zich in de Zuidtoren...

Nog steeds herinneren wij ons allemaal waar we waren toen we die afschuwelijke beelden zagen. Eerst was er dat onwerkelijke gevoel, de irrationele hoop bijna, alsof je naar iets zat te kijken dat niet echt gebeurde. Maar meteen daarna was er ook die rauwe werkelijkheid van de rookpluimen boven Manhattan, het geluid van de sirenes, de paniek in de straten van de stad en uiteindelijk de apocalyptische beelden van de Twin Towers die in elkaar stortten. De hele wereld keek mee.

Ingeborg Lariby werd slechts 42 jaar oud. Zij werd geboren in New York uit Nederlandse ouders, maar voelde zich overal ter wereld thuis. `Native of the Netherlands, citizen of everywhere', typeerde de New York Times haar treffend in een herdenkingsartikel. Manhattan was uiteindelijk haar uitvalsbasis geworden. Daar werkte zij met succes aan haar professionele ambities. Van daaruit onderhield zij contacten met vrienden over de hele wereld. Daar genoot zij met volle teugen van alles dat het leven en de stad New York haar te bieden hadden. En dat was veel. Heel veel.

Vandaag, 10 jaar later, herdenken wij Ingeborg Lariby en alle andere slachtoffers van toen.

Vandaag denken we terug aan die zwarte dag, toen het ondenkbare gebeurde en bijna 3000 mensen uit meer dan 90 landen het leven verloren in een serie laffe terroristische aanslagen.

En vandaag staan wij in ons hart en in onze gedachten opnieuw schouder aan schouder met alle nabestaanden. Zoals wij ook tien jaar geleden deelden in het verdriet van iedereen die een geliefde verloor op Ground Zero, in het Pentagon of bij de crash op het platteland van Pennsylvania. Want 9/11 was niet alleen een aanslag op New York of de Verenigde Staten, maar raakte de wereld in het hart.

Voor mij persoonlijk is New York een tweede thuis. Dat is al zo sinds ik de stad in 1989 voor het eerst bezocht. New York is toen meteen onder mijn huid gekropen en komt daar nooit meer onderuit. Waar dat precies in zit? Ik kan daar niet één etiket op plakken. Het is die combinatie van dynamiek en creativiteit, die energie geeft. Het zijn al die nationaliteiten die van New York de hoofdstad van de wereld maken. Maar misschien is vooral die bijna tastbare traditie van openheid en individuele vrijheid die je aanraakt als je New York binnenkomt. Daar ben ik elke keer weer van onder de indruk.

Maar nooit heeft de stad en nooit hebben de New Yorkers méér indruk op mij gemaakt dan in het najaar van 2001, een paar weken na 9/11. Ik was er die keer voor mijn werk en overal in de omgeving van Ground Zero hingen nog de briefjes en foto's met oproepen aan mensen om zich alsjeblieft te melden. Ik herinner me als de dag van gisteren de geweldige saamhorigheid die de stad in die dagen overspoelde. Ik herinner me de onvoorstelbare puinhopen op de plek waar het World Trade Center had gestaan. Ik herinner me de veerkracht van de mensen in de stad, die door de pijn en het verdriet heen alweer de moed hadden om naar de toekomst te kijken. Maar wat ik me vooral herinner is de vaste overtuiging bij iedereen die ik sprak, dat het onbestaanbaar was dat de terroristen zouden winnen.

Die overtuiging heeft Nederland van meet af aan gedeeld. Want de democratische waarden die ons binden, mogen nooit geslachtofferd worden aan blinde haat en fundamentalisme. En zie ik het goed, dan is dat meteen ook de onderliggende reden waarom de Verenigde Staten en Nederland zich samen met andere landen steeds opnieuw inzetten voor vrede en veiligheid. Tegen het terrorisme en vóór de keuzevrijheid en democratische rechten van mensen overal ter wereld. Zoals we dat na 9/11 deden in Irak en Afghanistan en recentelijk in Libië. Dat gebeurt vaak onder de moeilijkste omstandigheden en instant succes is zeldzaam. Dat is waar. En de harde realiteit is ook dat het terrorisme na 9/11 niet direct is overwonnen, zoals de latere aanslagen op Bali, Londen en Madrid hebben laten zien. Maar stap voor stap komen we wel verder, want onvrijheid en fundamentalistisch geweld zijn uiteindelijk nooit bestand tegen mensen die hun lot in eigen hand nemen.

Dames en heren,

Wij zijn allemaal `citizens of everywhere'. Dat heeft 9/11 ons geleerd en dat realiseren wij ons op een dag als vandaag nog eens extra. Het is daarom goed en ook nodig dat wij de slachtoffers van 9/11 blijven herdenken. Zij verdienen het niet vergeten te worden. Om wie zij waren. Maar ook omdat zij er ons aan herinneren dat vrijheid en democratie permanent om waakzaamheid vragen. Het is aan ons hun nagedachtenis op deze manier te eren. De beste manier die er is. Zodat er uit de verschrikkelijke gebeurtenissen van die ene dag iets goeds groeit voor toekomstige generaties, overal ter wereld.

Dank u wel.