Radboud Universiteit Nijmegen


Deel: hyvesfacebook Twitter

Hoe het werkt dat sommigen deze A roodgekleurd zien

Datum bericht: 25 augustus 2011

Bij synestheten die zwartgedrukte letters in kleur zien, daadwerkelijk op het papier, wordt al direct bij de eerste signaalverwerking in de hersenen het kleurgebied actief. Bij anderen, die de kleur wat losser associëren met de letter vindt dit verderop in de verwerking plaats. Dit ontdekte Tessa van Leeuwen, promovenda van het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Synesthesie is het fenomeen dat een zintuiglijke waarneming een andere zintuiglijke ervaring oproept. Er zijn tientallen verschillende vormen van synesthesie: sommigen horen klanken bij kleuren of andersom, proeven smaken bij woorden, of de dagen van de week hebben hun eigen kleur. Kleuren bij letters zien komt het meest voor, bij twee tot vijf procent van de mensen. Meestal is deze synesthesie niet hinderlijk, soms zelfs plezierig. Het kan het wel een leeshindernis opleveren bij mensen die de kleuren over de pagina zien dansen.

Tessa van Leeuwen deed hersenstudies bij mensen met letter-kleursynesthesie en keek naar het patroon van de hersengolven tijdens het ervaren van synesthesie. Ze is zelf zo'n synestheet: ook zij ziet kleuren als ze zwart gedrukte letters leest. Pas bij een college visuele waarneming tijdens haar studie biologie ontdekte ze dat dat iets bijzonders was en dook diep in de literatuur over synesthesie. Het onderwerp liet haar niet los: 14 september promoveert ze op het onderwerp. 'Synesthesie is een interessant fenomeen op zich. Het biedt ons de gelegenheid om bewuste ervaringen te bestuderen die niet direct zijn gekoppeld aan de fysieke input. De studie ervan helpt ook om normale waarneming beter te begrijpen,' zegt de promovenda.

Meer hersengebieden actief
'Het is duidelijk dat in het brein van een synestheet meer hersengebieden actief worden bij het lezen van letters dan bij niet-synestheten. De vraag is in welke volgorde dat gebeurt. Daarover is veel discussie onder synesthesieonderzoekers.' Er zijn in ieder geval drie hersengebieden betrokken bij letter-kleursynesthesie: het kleurengebiedje in de visuele cortex ; de superior pariëtale lobule (SPL) die verschillende soorten informatie samengevoegt tot één kloppend geheel, en daarnaast het visuele gebied waarin de vorm van letters wordt geanalyseerd.

'De ene studie suggereert dat het kleurengebied direct bij het zien van de letters actief wordt, de andere wijst er meer op dat dat later in het verwerkingsproces gebeurt. Ik heb een modelstudie gedaan, gebaseerd op fMRI-data, die hier helderheid in schept. Het is allebei waar, maar voor verschillende vormen van letter-kleursynestheten.'

Twee varianten
'Letter-kleursynesthesie is namelijk niet bij iedereen hetzelfde. Sommige synestheten ziet de kleur echt op de letter of in de buurt ervan- anderen associëren de kleur met de letter. Ze weten dan dat een A rood is zonder het echt te zien. Ik noem de eerste groep de projectors, de tweede de associators. '

'We zagen een duidelijk verschil tussen de hersenprocessen bij de twee varianten. Projectors passen het best bij de theorie die stelt dat er directe hersenverbindingen zijn tussen het letter-vormgebiedje en het kleurengebied. Deze signalen worden dan later gecombineerd door de superior pariëtale lobule . Associators passen beter bij de niet-geremdefeedbacktheorie. Volgens die theorie ontstaat het zo: het lettergebiedje signaleert naar SPL dat er een letter te zien is, maar de terugkoppeling vanuit SPL gaat óók naar kleurengebied. Om deze synesthesie goed te begrijpen moet je dus onderscheid maken tussen de verschillende varianten.'

Een andere ontdekking uit haar promotieonderzoek is dat de kleursensaties toch net iets anders tot stand komen dan het zien van 'echte' kleur.

Inzicht breder toepasbaar
Van Leeuwen werkt inmiddels als post-doc in Frankfurt verder aan het onderwerp en richt zich daarbij ook op schizofrenie. 'Bij aandoeningen zoals schizofrenie en ook autisme is de waarneming van de werkelijkheid ook anders. Bij schizofrenie door minder verbindingen in het brein, bij autisme door te veel connectiviteit in het brein. Net als synesthesie komen deze stoornissen tijdens de ontwikkeling tot stand. Als we begrijpen hoe synesthesie ontstaat bij het leren lezen snappen we misschien ook meer van deze aandoeningen.'

Tessa van Leeuwen (Leiderdorp, 1980) studeerde biologie in Utrecht waar ze zich specialiseerde in de neurobiologie. Na haar studie werkte als onderzoeksaddistent aan het Brain and Attention Research Lab van de universiteit van British Columbia, Vancouver, Canada. Hierna kwam ze naar Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour voor haar promotieonderzoek. Momenteel is ze postdoc bij het Max Planck Institute for Brain Research, in Frankfurt am Main. Hier doet ze MEG-studies om de verwerking van visuele informatie bij synestheten en schizofreniepatiënten te begrijpen.

'How one can see what is not there': Neural mechanisms of graphene-colour synaesthesia; Promotie mevrouw drs. T.M. Leeuwen, 14 september 15:30; promotor: prof. dr. Peter Hagoort (Sociale Wetenschappen)