Wageningen Universiteit en Researchcentrum
14 sep 2011
Nummer: N
Dr.ir. Maarten Batterink heeft de landelijke prijs voor het beste
proefschrift in de bedrijfskunde en bedrijfseconomie ontvangen. Zijn
proefschrift, âProfiting from external knowledge: How companies use
different knowledge acquisition strategies to improve their innovation
performanceâ, dat hij in 2009 verdedigde aan Wageningen University,
onderdeel van Wageningen UR, werd als beste uitgekozen uit zeven
genomineerde proefschriften. Maarten Batterink is werkzaam bij het
advies- en onderzoeksbureau Significant in Barneveld.
De uitreiking van de jaarprijs vond op 8 september in Rotterdam plaats
tijdens het congres van NOBEM (Netherlands Organisation for research in
Business Economics and Management), de stichting van elf samenwerkende
universiteiten op het gebied van bedrijfskunde en bedrijfseconomie.
Maarten Batterink is in 2009 gepromoveerd bij de leerstoelgroep
Bedrijfskunde van Wageningen University. Promotor was prof.dr. Onno
Omta, en co-promotor dr. Emiel Wubben.
Stichting NOBEM en heeft als doel het bevorderen van onderzoek in de
bedrijfskunde en de bedrijfseconomie. Elke universiteit mag één
proefschrift nomineren. De proefschriften worden beoordeeld op de
wetenschappelijke toegevoegde waarde; de toegevoegde waarde voor de
managementpraktijk en de kwaliteit en originaliteit van de
methodologie. Ook de samenhang en overall beoordeling van het
proefschrift tellen mee. De jury bestaat uit drie emeritus hoogleraren
in de bedrijfskunde of bedrijfseconomie.
De jury scoort de vier bovengenoemde punten voor elk proefschrift met
een cijfer van 1 tot 10 in twee ronden. Niet eerder scoorde een
proefschrift van ieder jurylid afzonderlijk in de eerste ronde voor elk
van de beoordelingspunten een 8 of hoger. Na de eerste ronde werden de
beste twee proefschriften herlezen en voorgelegd aan diverse
deskundigen, waarna opnieuw een score werd ingeleverd. In het verleden
kon dat leiden tot stevige herzieningen. In dit geval bleef het
originele oordeel met betrekking tot de excellentie van jhet
proefschrift van Maarten Batterink gehandhaafd.