Doorpakken in waterveiligheid, risico's nemen toe!

Persbericht van Raden voor de leefomgeving

Embargo tot 15 september 2011, 15.30 uur

15-9-2011 Overstromingen hebben grote gevolgen. Die gevolgen zijn omvangrijker dan vroeger:
meer slachtoffers en grotere economische schade. Schade aan eigendommen, maar ook
maatschappelijke ontwrichting en schade aan economische sectoren, omdat handel en
productie stil komen te liggen. Hoge en sterke dijken blijven belangrijk om ook in de
toekomst veilig te zijn, maar dat is niet meer voldoende. Ook andere maatregelen zijn
nodig. De Raden voor de leefomgeving en infrastructuur pleiten in hun gezamenlijke
advies 'Tijd voor waterveiligheid' voor het verleggen van de focus van boogwaterbescherming naar een risicobenadering: voorkomen van overstromingen,
beheersen van de gevolgen en voorbereid zijn op noodhulp en herstel. Het advies is
vandaag aangeboden aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de heer J.J.
Atsma.

De raden pleiten voor een strategie waarin het beperken van overstromingsrisico's centraal staat en waarin de verantwoordelijke overheden - Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en veiligheidsregio's - zich permanent inspannen om de waterveiligheid te verbeteren. De staatssecretaris geeft met de aanpak van meerlaagsveiligheid in het Nationaal Waterplan al een goede aanzet voor een risicobenadering. Maar de raden constateren dat in de praktijk het accent met name ligt op hoogwaterbescherming en het voldoen aan de normen voor dijken, en te weinig op de gevolgen voor de veiligheid van het gebied achter die dijken. Ook is er weinig oog voor een snel herstel na een overstromingsramp. Dat vraagt om een perspectiefwisseling in het beleid. Dat vraagt ook om meer duidelijkheid in de verantwoordelijkheden van deze overheden en om een goed samenspel.

Het Rijk is er in de visie van de raden voor verantwoordelijk dat maatschappelijke ontwrichting wordt voorkomen en bepaalt waar de risico's het grootst zijn en welke het eerst moeten worden aangepakt. De regionale overheden bepalen hoe en met welke maatregelen de risico's in hun dijkring verminderd kunnen worden. In die afweging kunnen alle maatregelen worden betrokken die worden genoemd in de Europese richtlijn overstromingsrisico's : schadepreventie, hoogwaterbescherming, paraatheid, noodmaatregelen enherstel. Gedacht kan worden aan bepaalde laaggelegen plekken niet bebouwen, vitale functies zoals energiecentrales en ziekenhuizen alleen bouwen op de veiligste plekken,de burger goed voorbereiden en informeren over vluchtplaatsen of evacuatieroutes, zorgen dat ICT-voorzieningen blijven functioneren, of het treffen van voorbereidingen voor een snel herstel na een ramp. Alleen dan blijven maatschappelijke gevolgen zo beperkt mogelijk.

De raden verwachten dat deze manier van werken leidt tot een effectievere en efficiëntere
besteding van de beschikbare middelen. Dit sluit ook aan bij de afspraken die zijn gemaakt in het Bestuursakkoord Water.

Een belangrijke voorwaarde voor beter waterveiligheidsbeleid is wel dat een nieuwe norm voor primaire waterkeringen wordt gesteld. Nu zijn die normen gebaseerd op de kans dat het water boven de dijk uitstijgt (overschrijdingskans). De raden pleiten voor een norm op basis van de kans dat door het bezwijken van de dijk door welke oorzaak dan ook, het gebied achter de dijk onder water komt te staan (overstromingskans). De raden adviseren de staatssecretaris die overstap op korte termijn te maken. De komende twee jaar moeten worden benut om een geïntegreerde aanpak op basis van een risicobenadering verder uit te werken en een implementatietraject met de betrokken partijen af te spreken.

*

Links:
http://www.rli.nl



Razende Robot Reporter