Vrije Universiteit Amsterdam

Navigatiefunctie hersenen ontleed


* Startdatum: 16-09-2011


* Tijd: 11.45


* Locatie: Aula


* Titel: Layer Specific Integrative Properties of Entorhinal Principal Neurons


* Spreker: C.B. Canto


* Promotor: prof.dr. M.P. Witter


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

De entorhinale cortex (EC, een hersengebied in de temporale kwab) staat algemeen bekend als een belangrijke schakel in de aan- en afvoerende verbindingen van de hippocampus en is, net zoals de hippocampus, betrokken bij geheugenprocessen. Verwerkte informatie vanuit de hippocampus wordt via de EC doorgestuurd naar verschillende andere hersenregio's. Neurowetenschapper Cathrin Canto deed onderzoek naar de anatomische en fysiologische eigenschappen van hersencellen in de EC. Het onderzoek van Canto naar de entorhinale cortex (EC) is van maatschappelijk belang omdat op langere termijn dit onderzoek patiënten met geheugenproblemen kan helpen.

De EC kan verdeeld worden in een lateraal en mediaal gedeelte, de LEC en MEC. De functie van de LEC en de MEC is verschillend. De MEC is belangrijk voor het ruimtelijk geheugen, en met name belangrijk voor het beantwoorden van de `waar'-vraag, het navigeren. Dankzij de MEC kunnen we bijvoorbeeld de weg onthouden, of weten we welke weg we moeten lopen. Neuronen van de MEC coderen voor bepaalde plekken in een omgeving, snelheid, grenzen en combinaties daarvan. De LEC daarentegen is niet betrokken bij het ruimtelijk geheugen, maar probeert te beantwoorden `wat' er gebeurt.

Uit het onderzoek van Canto blijkt dat functionele verschillen tussen de LEC en de MEC deels het gevolg kunnen zijn van verschillen in de anatomie en fysiologie van de hersencellen. De MEC en LEC zijn opgebouwd uit verschillende lagen. Terwijl cellen in één bepaalde cellaag van de LEC en MEC verschillen, zijn de cellen in de andere cellagen bijna niet verschillend van elkaar. Daarnaast verschillen de anatomische en fysiologische eigenschappen van cellen in de afzonderlijke lagen van MEC en LEC. Daarom hebben Canto en collega's tevens onderzocht of de informatieverwerking in de MEC van twee belangrijke hersenregio's, die informatie over richting naar de MEC sturen, ook laagspecifiek is. Haar tweede bevinding is dat bij prikkeling/stimulering van deze twee hersenregio's, elke laag van de MEC op een andere manier reageert en er dus laagspecifieke informatieverwerking plaatsvindt. Deze bevindingen ondersteunen de hypothese dat functionele verschillen deels het gevolg zijn van de laag- en gebiedspecifieke eigenschappen van hersencellen en daarnaast verband houden met verschillen tussen hoe neuronen op input integreren.

Meer informatie over de promotie op de website van VUmc
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam