Rijksoverheid

Start van de grootschalige verbetering van het spoorvervoer tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad

Toespraak | 19-09-2011

Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (dat gaat leiden tot twaalf treinen per uur op de drukste lijnen in de Randstad, Brabant en Gelderland) is van start gegaan. Minister Schultz van Haegen gaf op 19 september in Duivendrecht het startschot voor de uitbreiding van het spoor tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad. Daardoor kunnen er in 2020 twee keer zoveel reizigers tussen Flevoland en Noord-Holland reizen als nu (dagelijks 80.000 in plaats van 40.000). `We gaan de reiziger beter bedienen. Treinreizen krijgt een nieuwe dimensie', aldus de minister. Met het totale programma is 4,4 miljard euro gemoeid.

Dames en heren,

Ik heb een bericht aan de reizigers.
Aan de forensen die in de regio Amsterdam werken. Aan de vakantiegangers die naar Schiphol willen. Aan de mensen die regelmatig een dagje naar de stad gaan. En al die anderen.

Voor u allemaal gaan wij het spoorvervoer tussen Schiphol en Flevoland flink opwaarderen en uitbreiden.
Extra treinen. Minder wacht- en reistijd.

Het is dringend nodig dat we hier aan de slag gaan. In het belang van de vele tienduizenden mensen die nu al elke dag van deze corridor gebruik maken.
Op de allerdrukste dagen zit de trein stampvol. En dan heb ik nog niet over de tienduizenden reizigers die er in de toekomst nog bij komen. Het aantal reizigers zal de komende tien jaar verdubbelen.

We weten dat het OV voor de bereikbaarheid van onze grote steden en economische centra essentieel is.

Bijna de helft van de mensen die 's ochtends in de grote stad moeten zijn, pakt het OV.
Dan moet je er voor zorgen dat de spoorverbindingen stevig en frequent zijn.

Dat geldt in het bijzonder hier, gezien alle ontwikkelingen die in deze regio op stapel staan.

In Almere komen er tienduizenden woningen bij.
De Zuidas ontwikkelt zich tot een van de meest geavanceerde werklocaties van Europa.
En ook op Schiphol zitten ze niet stil.

Ruimtelijke projecten en mobiliteit moet je in samenhang met elkaar bekijken.
Met de aanpak van deze spoorcorridor, maken we de hele regio sterker en aantrekkelijker voor bewoners en ondernemers.

Extra treinen vragen extra spoorcapaciteit.
Treinen mogen elkaar niet in de weg zitten.
De dienstregeling moet zo betrouwbaar mogelijk zijn. Daarom gaan we naar vier sporen tussen Schiphol en Duivendrecht. En we zorgen voor fly-overs en nieuwe aansluitingen op de plekken waar dat nodig is.

Het is een tour de force om de infrastructuur op orde te krijgen in dit gebied met zijn vele wegen, wateren en woonwijken.

Zo zijn nieuwe bruggen en viaducten nodig over de Schinkel, de Amstel, de A2, de A4 en de A10.
De inpassing krijgt de nodige aandacht. En we houden de geluidsoverlast binnen de perken. Ook voor de bewoners van de woonboten langs de Schinkel.

We staan vandaag aan het begin van een reis naar de toekomst. Een reis in drie etappes.

Onze eerste tussenstop is 2016.
Dan moet de Zuidtak klaar zijn en hebben we ook de Flevolijn onder handen genomen. Kosten: zo'n 900 miljoen euro.
Reizigers kunnen dan zowel met de Intercity als de Sprinter om het kwartier reizen tussen Amsterdam en Almere.
Reizigers van en naar het Noorden gaan overigens vanaf eind volgend jaar al tijdwinst boeken via de Hanzelijn.

Na 2016 gaat de reis door.
De tweede etappe loopt tot 2020.
Dan gaan we toe naar hoogfrequent spoor op de hele corridor. Om de tien minuten Intercity's èn Sprinters tussen Flevoland en Amsterdam/Schiphol, in beide richtingen.
Treinen rijden af en aan. Het pure metrogevoel.

Er kunnen dan twee keer zoveel treinreizigers tussen Flevoland en Noord-Holland reizen als nu: ruim 80.000 in plaats van 40.000.

Hoe we dat precies gaan invullen, bekijken we nu samen met de regio en de spoorsector.
De beslissing hangt nauw samen met de ontwikkelingen op langere termijn.

Want ook na 2020 gaat de reis door.
We studeren op alternatieven voor een IJmeerverbinding per metro en een uitbreiding van de spoorverbinding over de Hollandse Brug. Dat doen we in het kader van het omvangrijke Rijks-Regioprogramma Amsterdam, Almere, Markermeer.

Alle schakels moeten in elkaar grijpen. Daarom kies ik voor samenhang in de besluitvorming. Eind volgend jaar hak ik een knoop door over de invulling van het hoogfrequente spoorvervoer Schiphol - Lelystad tot 2020 en over het spoor dat we daarna gaan volgen.

Deze corridor staat natuurlijk niet op zichzelf. Hij is een onderdeel van een van de intensiefst gebruikte spoornetten van Europa.
Er is op dat net nog veel méér werk aan de winkel om de groei van personen- en goederenvervoer goed te verwerken.

U weet dat we de reiziger beter gaan bedienen met het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

* Twaalf treinen per uur op werkdagen op de drukste lijnen in de Randstad, Brabant en Gelderland.

* Een betere benutting van de Betuweroute voor het goederenvervoer, zodat er ruimte is het aantal reizigerstreinen uit te breiden.
* Meer fietsenstallingen.

* Geluidsmaatregelen.

Het maakt allemaal deel uit van PHS. Een programma van 4,4 miljard euro, waarvan deze corridor deel uitmaakt.

Ook daarom is het vandaag een bijzondere dag.
Want de start van het werk hier bij Duivendrecht is óók de zichtbare start van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, dat het treinreizen een nieuwe dimensie gaat geven.

Tegelijkertijd werken we aan de weg. Ik noem bijvoorbeeld de uitbreiding van de A1/A6/A9.
En we halen alles uit de kast om onze infrastructuur (ook onze vaarwegen!) beter te gaan benutten.
Zo geven we een krachtig antwoord op de groeiende vervoersvraag in de komende tien jaar, met meer capaciteit, meer betrouwbaarheid en meer efficiency.

Tot zover het bredere plaatje.
Terug naar het spoor.
In 2006 zijn we met de studie naar deze corridor gestart. In 2010 is het tracébesluit genomen.
En nu in 2011 gaat de schop de grond in.
Vijf jaar. Dat is niet zo gek voor een groot project als dit.

De juridische procedures zijn binnen anderhalf jaar doorlopen. De vergunningverlening loopt goed.
Die voortvarendheid is voor een belangrijk deel te danken aan de daadkrachtige steun van de regionale bestuurders en in het bijzonder de regionale duobestuurder Eric Wiebes van dit project.

We zetten er samen de schouders onder. Gemeenten, provincies Stadsregio, ministerie, ProRail, NS en aannemers. Het begin is er! Maar we hebben nog een heel traject voor de boeg om al onze ambities te realiseren. Ik heb u nodig om dit programma concreet verder vorm te geven. Dus we zullen elkaar nog vaak zien en spreken!