Rijksoverheid


Onze Referentie DAM-739/2011 Uw Referentie 2011Z16421

Datum 20 september 2011

Beantwoording vragen van het lid Timmermans over activisten in Bahrein die door een militaire rechtbank zijn veroordeeld.

Geachte Voorzitter, Ik bied u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Timmermans aan de minister van Buitenlandse zaken over activisten in Bahrein die door een militaire rechtbank zijn veroordeeld (ingezonden 25 augustus 2011).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

Pagina 1 van 3



Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Timmermans aan de minister van Buitenlandse zaken over activisten in Bahrein die door een militaire rechtbank zijn veroordeeld (ingezonden 25 augustus 2011)

Vraag 1 Herinnert u zich de uitspraak van de koning van Bahrein die in juni jl. heeft aangekondigd dat alle rechtszaken van activisten die betrokken zijn geweest bij de protestacties van februari en maart voor een civiele rechtbank gevoerd moeten worden? 1) Antwoord Ja. Dit besluit van de Koning werd onder meer bevestigd in een gesprek van de Nederlandse ambassadeur in Koeweit met de vice-minister van het Bahreinse ministerie van Buitenlandse Zaken op 13 juli jl. Vraag 2 Zo ja, wat is uw opvatting over het feit dat de Bahreinse autoriteiten op 18 augustus jl. hebben aangekondigd dat rechtszaken in sommige gevallen wel voor een militaire rechtbank mogen plaatsvinden? Vraag 3 Bent u bereid om de Bahreinse autoriteiten rechtstreeks en in EU-verband aan te spreken op het feit dat deze gang van zaken in strijd is met het internationaal recht, waarin o.a. wordt aangegeven dat burgers een eerlijk proces voor een civiele rechtbank verdienen? Zo ja, op welke wijze gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet? Antwoord op vraag 2 en 3 Op 18 augustus jl. is door de Bahreinse autoriteiten bekend gemaakt dat activisten berecht kunnen worden door een militaire rechtbank als hun zaak daar al in eerdere instantie naar was verwezen op basis van de bepalingen van de noodtoestand. Zowel de aanklagers als de beklaagden kunnen bij een civiele rechtbank in hoger beroep tegen de uitspraak van de militaire rechtbank. In EU verband is het besluit van 18 augustus veroordeeld. Namens de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Catherine Ashton, werd op 31 augustus jl. een verklaring afgegeven over de rechtszaken in Bahrein. Daarin staat onder andere dat burgers berecht dienen te worden door civiele rechtbanken en dat het recht op een eerlijk proces moet worden gerespecteerd. De Hoge Vertegenwoordiger riep de autoriteiten in Bahrein op om hun eerdere verklaringen na te leven en het gebruik van de militaire tribunalen, evenals de harde straffen die door deze rechtbanken zijn uitgesproken, onmiddellijk te beëindigen. De regering bepleit dat de EU de situatie in Bahrein aan de orde stelt in de 18e Mensenrechtenraad, die deze maand in Genève bijeenkomt. De regering onderstreept het belang van een bezoek van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten aan Bahrein, en zet zich in voor een terugkoppeling van dit bezoek tijdens een Interactieve Dialoog met autoriteiten tijdens de 19e zitting van de Mensenrechtenraad. 1) Amnesty International- 22 augustus- Bahrain must not try activists in military court

Directie Noord Afrika en Midden-Oosten Onze Referentie DAM-365/2011

Pagina 2 van 3



Directie Noord Afrika en Midden-Oosten Onze Referentie DAM-365/2011

Pagina 3 van 3






---- --