VU medisch centrum
Literatuur en geneeskunde: Turks fruit
30 juni 2011
Op 21 september is het jaarlijkse Literatuur en geneeskundesymposium,
dat dit jaar over kanker gaat. Op het symposium zullen onder anderen
Manon Uphoff en Ronald Giphart spreken. In de aanloop naar het
symposium toe bespreekt Arko Oderwald zes boeken waarin kanker de
hoofdrol speelt. Deze keer: Turks Fruit van Jan Wolkers
In 1969 verscheen de roman Turks fruit van Jan Wolkers. Het verhaal
gaat over een kunstenaar die verlaten wordt door Olga, de vrouw op wie
hij grenzeloos verliefd is. Hij probeert dit verdriet te vergeten door
het excessief met vele andere vrouwen aan te leggen. Jaren later komt
hij Olga weer tegen en dan hoort hij hoe het haar vergaan is: tamelijk
ellendig. Niet lang daarna wordt hij gebeld door haar moeder dat Olga
aan een hersentumor is geopereerd. De moeder zegt dat er goede hoop is,
maar van een bevriende internist hoort hij al snel dat Olga een
ongeneeslijke hersentumor heeft. In het ziekenhuis bezoekt hij Olga
regelmatig. Hij neemt een (rode) pruik voor haar mee, waarmee ze heel
gelukkig is, maar die haar niet staat.
Kanker speelt zeker geen hoofdrol in dit boek, de
beschrijving van de ziekte van Olga beslaat slechts enkele pagina's.
Veel meer gaat het in dit boek over het Sneeuwwitje-syndroom van de
hoofdpersoon, die in het boek geen naam heeft, maar in de film Erik
heet. Eerst is er het volledige geluk, dan is er het kwaad dat het
geluk verstoort en het onvermogen van de prins om het geluk te
herstellen. Het kwaad wordt aan de ene kant veroorzaakt door de moeder
van Olga, een serpent, die altijd stookt in hun relatie. Daar speelt
kanker ook een rol, want de moeder mist vanwege borstkanker een borst.
Aan de andere kant is het kwaad ook onderdeel van de natuur. Het wemelt
in deze roman van dieren die op een wrede manier aan hun eind komen,
hoewel er ook een meeuw is die gered wordt. Maar natuur is ook onschuld
en net zo utopisch als de liefdesrelatie tussen Olga en Erik.
Velen kennen het verhaal van de film die er in 1973 door Paul Verhoeven
van is gemaakt. De film, met een klein rolletje van Ivan Wolffers als
dokter, wijkt op een aantal punten sterk af van het boek. Erik is er in
de film zelf bij als Olga in de Bijenkorf flauwt valt en is daardoor
van het begin af aan bij het ziekteproces betrokken. Omdat Olga
voornamelijk wartaal spreekt na haar operatie, is zijn toewijding om
daar vaak te komen groter. Maar het grootste verschil is toch wel wat
er met de pruik gebeurt. In het boek gaat de pruik mee in de kist. In
de film gooit Erik de pruik in de vuilniswagen. Erik is in de film veel
meer een gefrustreerde prins dan in het boek, waarin hij zich
uiteindelijk toch neerlegt bij het onvermijdelijke.
bron: Origineel