Ingezonden persbericht


Groningen, 21 september 2011

Ondernemers willen meebetalen aan voorfinanciering N33

VNO-NCW Noord is al jaren voorstander van de opwaardering van de N33 en roept de provincie Groningen op om samen te kijken hoe we een verdubbeling van het noordelijk deel kunnen voorfinancieren vanuit de regio.

Afgelopen vrijdag stelde Melanie Schultz van Haegen (minister van Infrastructuur en Milieu) voorlopig geen geld te hebben voor het verdubbelen van het noordelijk deel van de N33. Gisteren tijdens het Prinsjesdagdiner van VNO-NCW Noord, KPMG en Deutsche Bank bleek een overgrote meerderheid van de aanwezige ondernemers een voorstander van voorfinanciering vanuit de regio.

VNO-NCW Noord is al jaren voorstander van de opwaardering van de N33. Zeker nu het Eemsdeltagebied economisch gezien een positieve toekomst tegemoet gaat, hoort hier een ontsluiting bij die past bij de status van een sterke haven. Een opwaardering van de infrastructuur is een belangrijke randvoorwaarde om tot verder ontwikkeling van het gebied te komen. Aan internationale investeerders is het lastig uit te leggen dat belangrijke havens als Delfzijl en Eemshaven via een tweebaansweg ontsloten zijn.

VNO-NCW Noord roept de provincie Groningen op om samen met het bedrijfsleven een business case te maken van een model met voorfinanciering. Hierdoor kan de verdubbeling vele jaren naar voren worden gehaald. Er kan in deze een voorbeeld worden genomen aan een initiatief in Brabant en Zeeland rondom de A58. Ook andere vormen zijn echter denkbaar.

Het bedrijfsleven in Noord-Nederland heeft goede ervaringen met het proactief inzamelen van geld ten behoeve van nieuwe infrastructuur. Voorbeelden hiervan zijn de A7 richting Duitsland, de A37 van Hoogeveen richting Duitsland en de Duitse A31 (Lückenschluss). Dankzij de inspanningen van het bedrijfsleven zijn deze projecten vele jaren eerder gerealiseerd dan gepland.

De provincie Groningen heeft reeds geld vrijgemaakt ten behoeve van cofinanciering van de noordelijke N33. Dit geld kan ook worden aangewend om de voorfinancieringskosten mede te dekken. Op termijn, als er binnen de Rijksbegroting weer ruimte voor is, kan het Rijk alsnog de aanlegkosten terugbetalen.