Nederlandse natuur zwaar onder druk


DE BILT, 20110922 -- De natuur in Nederland dreigt het slachtoffer te worden van de bezuinigingen. Het principeakkoord dat rijk en provincies deze week gesloten hebben, zal leiden tot minder natuur dan bedoeld, en tot grote tekorten bij het natuurbeheer. Maar er is ook bescheiden winst.

Directeur Hank Bartelink van De12Landschappen: “Winst is het feit dat de provincies nu volledig zeggenschap krijgen over het natuurbeleid. De natuur is daar in goede handen. We maken ons echter grote zorgen over de vraag of de provincies de door Bleker over de heg gegooide taken zullen kunnen realiseren, gegeven de schamele rijksbijdrage.”

De rijksbezuinigingen snijden diep in de uitgaven voor natuur. Voor de oorspronkelijke ambitie om de natuurgebieden in Nederland als een netwerk op elkaar aan te sluiten, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), was nog 200.000 hectare nieuwe natuur nodig. Uit het akkoord blijkt dat het rijk ruim 100.000 hectare minder natuur wil realiseren dan was afgesproken. Met als resultaat te kleine leefgebieden om Nederlandse planten en dieren te behouden, en minder gebieden om in te recreëren.

Het adagium “grond-voor-grond”, dat centraal staat in het akkoord, is een sigaar uit eigen doos. Het voornemen van de overheid om natuurorganisaties door hen beheerde grond te laten verkopen aan particulieren, is ronduit onzalig. De provinciale Landschappen zijn particuliere instellingen die natuur aankopen en beheren om die veilig te stellen voor de burger van nu en voor komende generaties. Verkoop is daarom niet aan de orde, bovendien gaat de overheid daar niet over. Vanuit hun doelstelling zullen de Landschappen blijven werken aan het uitbreiden van natuur en natuurkwaliteit. De overheid kan daar effectief in helpen onder andere door de voorraad grond in bezit van het rijk hiervoor in te zetten.

Positief is wel de verlenging van het realisatietermijn van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) tot 2021. Bartelink: “Die verlenging biedt zowel natuurbeheerders als provincies perspectief om in gezamenlijkheid het natuurbeleid zo goed mogelijk vorm te geven. Het evaluatiemoment, 2016, zullen we zeker gebruiken om te bezien wat aanvullend nodig is om de gezamenlijke ambities te verwezenlijken.”.

Het grootste knelpunt doemt op bij het beheer. Ondanks dat Kamerbreed herhaaldelijk is uitgesproken dat behoud van de bestaande natuur gewaarborgd moet zijn, bezuinigt staatssecretaris Bleker meer dan 60% op de natuur en doet hij het natuurdossier af met een schamele 100 miljoen per jaar. Dit is financieel volstrekt ontoereikend, het drievoudige is nodig. Provincies moeten straks maar zien waar ze het geld vandaan halen. Het feit dat in Zuid-Holland nu al sprake is van een dreigende teloorgang van een kwart van de natuurgebieden in die provincie, is een eerste onrustbarend signaal.

Bijzonder teleurstellend is de terugtrekkende beweging van de rijksoverheid op een veelheid aan natuur- en landschapsdossiers. Zaken als Nationale parken, Nationale landschappen, toegankelijkheid, en recreatie om de stad, worden afgestoten naar de provincies zonder dat provincies daar de middelen bij krijgen om dat uit te voeren.