Albertinus van der Heide (1872-1953). Rode dominee tussen pastoraat en
parlement
Datum: 22 september 2011
Promotie: mw. M.A.G. de Harder, 14.45 uur, Aula Academiegebouw,
Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Albertinus van der Heide (1872-1953). Rode dominee tussen
pastoraat en parlement
Promotor(s): prof.dr. M.G.J. Duijvendak en prof.dr. H. Noordegraaf
Faculteit: Letteren
Biografie van `rode dominee' Van der Heide
Uit het proefschrift van Marie-Anne de Harder blijkt dat Albertinus van
der Heide, predikant in Friesland van 1895 tot 1925, als bruggenbouwer
en baanbreker er mede voor gezorgd heeft dat de kloof tussen
christendom en socialisme verkleind werd. Daarmee was hij op termijn
een mede-wegbereider van de Doorbraak in de Nederlandse politiek - het
idee dat geloof niet leidend hoefde te zijn bij politieke keuzes en dat
progressieve christenen en sociaal-democraten elkaar zouden kunnen
vinden in één progressieve partij.
Albertinus van der Heide (1872 - 1953) was predikant in Friesland van
1895 tot 1925. Wat hem bijzonder maakte is dat hij al in 1896 lid werd
van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP). In een tijd
waarin er een onpeilbaar diepe kloof bestond tussen christendom en
socialisme was dat een opmerkelijke keuze. Maar juist vanuit zijn
christelijk geloof koos hij voor het socialisme. Hij werd propagandist
voor de SDAP en redacteur van het Friesch Volksblad. Daarnaast was hij
een actief drankbestrijder. In 1925 verruilde hij de preekstoel voor
het spreekgestoelte in de Tweede Kamer en werd hij lid van de
SDAP-fractie, tot aan zijn pensioen in 1937.
Naast zijn werk als politicus had Van der Heide nog een aantal
nevenfuncties die in het kader stonden van de volksopvoeding en de
emancipatie van de arbeidersklasse. Hij werd bestuurslid van de
Centrale Vereniging van de Bibliotheek en lid van de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring. Maar belangrijker was zijn werk in de gevangenis
van Scheveningen, waar hij onder andere als celbezoeker en regent de
Nieuwe Richting propageerde en in praktijk bracht. Van der Heide vond
dat gevangenen op een menswaardige manier behandeld moesten worden en
vooral dat er veel aandacht besteed moest worden aan de
terugbegeleiding in de maatschappij.
Na zijn pensioen in 1937 was hij nog actief in de beweging Eenheid door
Democratie, een antifascistische groepering die zich verzette tegen
iedere ondermijning van de democratie, zowel van links als van rechts.
Tevens was hij inmiddels voorzitter van het Comité Hulp aan Spanje. In
1944 kwam zijn jongste dochter om bij een tragisch ongeluk. Het leek
wel of de altijd actieve Van der Heide was uitgeblust. Hij werd begin
jaren vijftig opgenomen in een tehuis voor dementerenden waar hij op 29
juli 1953 overleed.
Marie-Anne de Harder (Den Haag, 1950) studeerde geschiedenis aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek bij de
Faculteit der Letteren. Het proefschrift verschijnt in een
handelsuitgave bij Uitgeverij Kok.
Laatst gewijzigd: 13 september 2011 10:53
Rijksuniversiteit Groningen