Rijksoverheid


22 september 2011

Kamervragen betreffende btw-verhoging podiumkunsten en tegenvallende kaartverkoop cultuursector

Bijlagen

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van der Ham en het lid Klijnsma van uw Kamer over de btw-verhoging op podiumkunsten en de tegenvallende kaartverkoop in de cultuursector. De vragen zijn toegezonden onder bovenvermelde nummers. De staatssecretaris van Financiën

mr. drs. F.H.H. Weekers



Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Financiën over het bericht dat de verkoop van kaarten voor het komende theaterseizoen sterk is gedaald (2011Z16433)


1 Kunt u bevestigen dat theaters en schouwburgen voor het komende seizoen in de voorverkoop 18% minder omzet hebben behaald dan in de voorgaande jaren? De enige gegevens die voor theaters en schouwburgen voorhanden zijn, zijn die van de belangenorganisatie voor de podia, de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). 2 Onderschrijft u de mening van theaters en schouwburgen dat deze daling wordt veroorzaakt door de btw-verhoging op podiumkunsten? Zo nee, wat veroorzaakt volgens u deze sterke omzetdaling? Zoals bij de behandeling van het Belastingplan 2011 door mij is onderkend kan een prijsverhoging van toegangskaarten voor podiumkunsten tot een daling van de vraag leiden. Het kabinet heeft zich toen gebaseerd op het evaluatierapport van het verlaagde btw-tarief op cultuur. 1 In dat rapport wordt voor de gehele sector podiumkunsten (gesubsidieerd en ongesubsidieerd) geconcludeerd dat de prijselasticiteit op korte termijn -0,32 en op lange termijn -0,37 bedraagt. Na ast de btw-verhoging zal ook de economische conjunctuur en de ontwikkeling van de koopkracht van invloed zijn op de kaartverkoop. Daarnaast blijkt uit gesprekken met culturele instellingen dat de trend van afnemende voorverkoop, en meer losse verkoop, zich doorzet. Aangezien de btw-verhoging nog maar kort geleden ­ namelijk 1 juli ­ heeft plaatsgevonden, is het te voorbarig om een gefundeerde uitspraak te doen over de effecten van de btw-verhoging op de omzet voor theaters en schouwburgen. 3 Kunt u aangeven wat de daling van de verkoop van kaarten betekent voor het aanbod van podiumkunsten in de Nederlandse theaters en schouwburgen? Als vanuit de consument de vraag afneemt bestaat de mogelijkheid dat de omvang van het aanbod hierop reageert. Deze reactie kan verschillende vormen aannemen, bijvoorbeeld het verdwijnen van bestaand aanbod en het ontstaan van nieuw aanbod. Exacte relaties zijn niet bekend. 4 Is het volgens u mogelijk dat het aantal aangeboden voorstellingen door de bt wverhoging nog verder daalt dan de inkrimping met 9% waar nu al sprake van is? Dat valt niet te voorspellen. Er zijn vele factoren van invloed op het consumentengedrag: crisis, btw, soort aanbod etc. 5 Wat betekent de geconstateerde omzetdaling voor theaters en schouwburgen voor de ingecalculeerde opbrengsten voor de overheid van de btw-verhoging als we ervan uitgaan dat deze voor het hele jaar geldt? De geraamde btw-opbrengst is verwerkt in het budgettair beeld. Bij afwijkende realisaties als gevolg van de omzetontwikkeling bij de podiumkunsten is het voor de belastingopbrengst de vraag waar de lagere uitgaven aan podiumkunsten dan aan worden besteed. 6 Bent u bereid bij een negatief saldo voor de overheid de maatregel te herzien en de btw-verhoging in 2012 terug te draaien? Het kabinet ziet geen aanleiding om de besluitvorming, die met instemming van een meerderheid van uw Kamer tot stand is gekomen, terug te draaien. Zoals toegezegd tijdens de behandeling van het Belastingplan 2011 in de Eerste Kamer, zullen de ontwikkelingen in de podiumkunstensector gemonitord worden. De maatregel is pas kort van kracht zodat thans hierin nog geen afdoende inzicht bestaat.

Vragen van het lid Klijnsma (PvdA) aan de staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Financiën over tegenvallende kaartverkoop door de btwverhoging in de cultuursector (2011Z16434) (Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van der Ham (D66), ingezonden 25 augustus 2011 (vraagnummer 2011Z16433)) 1 Bent u bekend met het bericht `Minder kaartverkoop door btw-verhoging'? 2 Ja. 2 en 4 Wat is uw opvatting over de terugval in kaartverkoop, zoals in dit bericht vermeld? Deelt u de mening dat de tegenvallende verkoopcijfers laten zien dat de btwverhoging, ook voor de staatskas, geen productieve maatregel is? Zo nee, waarom niet? Zoals bij de behandeling van het Belastingplan 2011 door mij is onderkend kan een prijsverhoging van toegangskaarten voor podiumkunsten tot een daling van de vraag leiden. Het kabinet heeft zich toen gebaseerd op het evaluatierapport van het verlaagde btw-tarief op cultuur. 3 In dat rapport wordt voor de gehele se ctor podiumkunsten (gesubsidieerd en ongesubsidieerd) geconcludeerd dat de prijselasticiteit op korte termijn -0,32 en op lange termijn -0,37 bedraagt. De Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) schrijft de terugval in de kaartverkoop in zijn geheel toe aan de btw-verhoging. Naast de btw-verhoging zal echter ook de economische conjunctuur en de ontwikkeling van de koopkracht van invloed zijn op de kaartverkoop. Daarnaast blijkt uit gesprekken met culturele instellingen dat de trend van afnemende voorverkoop, en meer losse verkoop, zich doorzet. Aangezien de btw-verhoging nog maar kort geleden ­ namelijk 1 juli ­ heeft plaatsgevonden, is het te voorbarig om een gefundeerde uitspraak te doen over de effecten van de btw-verhoging op de omzet voor theaters en schouwburgen. 3 Deelt u de mening dat de cultuursector zich coöperatief opstelt door al rekening te houden met de belastingverhoging bij het samenstellen van de programma's? Zo nee, waarom niet? De cultuursect or reageert op het gedrag van de theaterbezoeker. Dat is een hele professionele, verstandige en zakelijke aanpak. 5 Hoeveel kost de btw-verhoging de staat indien de kaartverkoop op dit lage niveau blijft? De geraamde btw-opbrengst is verwerkt in het budgettair beeld. Bij afwijkende realisaties als gevolg van de omzetontwikkeling bij de podiumkunsten is het voor de belastingopbrengst de vraag waar de lagere uitgaven aan podiumkunsten dan aan worden besteed. 6 Bent u bereid om de verhoging van het btw-tarief zo snel mogelijk terug te draaien, gezien de negatieve werking van deze maatregel? Zo nee, waarom niet?

Het kabinet ziet geen aanleiding om de besluitvorming, die met instemming van een meerderheid van uw Kamer tot stand is gekomen, terug te draaien. Zoals toegezegd tijdens de behandeling van het Belastingplan 2011 in de Eerste Kamer, zullen de ontwikkelingen in de podiumkunstensector gemonitord worden. De maatregel is pas kort van kracht zodat thans hierin nog geen afdoende inzicht bestaat.