22-09-2011
Snoeiharde kritiek Onderwijsraad op invoeringsplan passend onderwijs
Het invoeringstempo van passend onderwijs is te hoog en de bijbehorende
bezuinigingsoperatie is ongelukkig. Op essentiële punten heeft de
Onderwijsraad snoeiharde kritiek op de plannen voor passend onderwijs.
De raad pleit voor uitstel, minimaal twee schooljaren na goedkeuring in
de Eerste Kamer, zodat scholen zich goed kunnen voorbereiden.
De stelselwijziging passend onderwijs is nodig maar wordt overhaast
ingevoerd, zo schrijft de Onderwijsraad in het vorige week verschenen
advies Passend onderwijs voor leerlingen met een extra
ondersteuningsbehoefte. Terwijl er nog geen wet ligt, moeten nieuwe
samenwerkingsverbanden worden opgericht en moeten deze ook ingrijpende
beslissingen nemen. Dat is volgens het advies onwenselijk.
`De Onderwijsraad maakt zich grote zorgen over het tijdpad',
constateert het advies. `Er moet een zorgplan komen, grote groepen
leerlingen moeten worden geherindiceerd (...) tegelijkertijd moeten er
ingrijpende financiële beslissingen worden genomen.' Het inpassen van
de (v)so-scholen in de samenwerkingsverbanden is ook nog een hele klus,
met grote personele en financiële gevolgen. Zonder wettelijk kader is
het maken van afspraken daarover volgens de Onderwijsraad `moeilijk
werkbaar'.
Zorgvuldige invoering
De belangrijkste aanbeveling van het advies is om invoering van het
nieuwe stelsel van passend onderwijs niet per 1 augustus 2012 in te
voeren. Een zorgvuldige invoering vraagt om uitstel, de raad denkt
daarbij aan twee volledige schooljaren na aanvaarding in de Eerste
Kamer. Die behandeling wordt verwacht in het vroege voorjaar van 2012,
wat betekent dat passend onderwijs op zijn vroegst in augustus 2014 van
start zou moeten gaan.
De publicatie van de harde kritiek van de Onderwijsraad kwam wat
onverwacht. Meestal verschijnen de adviezen min of meer tegelijk met
het wetsvoorstel zelf, maar omdat er inmiddels drie maanden na de
totstandkoming van het advies waren verstreken, was de Onderwijsraad
verplicht het advies te publiceren. Behalve de zware kritiek op de
beleidshaast van minister Marja van Bijsterveldt, hekelt het advies de
bezuinigen in voor de Onderwijsraad stevige taal en noemt die
`ongelukkig'.
Bovendien komen de effecten van de bezuinigingen op de verkeerde plek
terecht, namelijk op het bordje van de scholen voor speciaal onderwijs,
`terwijl daar de kwaliteit fors omhoog moet'. Dat vindt de raad niet
met elkaar te rijmen. Onduidelijk is daarnaast hoe het geld dat
vrijkomt door het wegvallen van de rec's terecht zal komen bij
onderwijs en zorg, daar is geen enkele garantie voor. Zorgen heeft de
raad over de positie van ambulant begeleiders, waarvan de helft wordt
wegbezuinigd. `Die deskundigheid moet behouden blijven.' Alles bij
elkaar concludeert de raad dat de bezuinigingen `geen recht doet aan
nut en noodzaak van een ander stelsel van speciale onderwijszorg.'
Twijfels
Naast deze organisatorische en financiële kritiek heeft de
Onderwijsraad op heel veel onderdelen twijfels. Wil het wat worden met
passend onderwijs, dan zal er toch vooral gewerkt moeten worden aan de
opvangcapaciteit door leraren en scholen in het gewone onderwijs en
daar ziet de raad te weinig van terug. De maatregelen voor het verder
professionaliseren noemt het advies ronduit onvoldoende en vindt dat
het ministerie daar een verantwoordelijkheid heeft. `Bij een grote
beleidsoperatie als passend onderwijs zou de overheid de toerusting van
leraren en directies niet grotendeels aan het onderwijsveld zelf moeten
overlaten.'
In het wetsvoorstel komt verder in plaats van een handelingsplan een
`ontwikkelperspectief'. Op zich een goed idee om zo'n doel vast te
leggen, vindt de Onderwijsraad, maar zonder afspraken over een `hoe' in
het handelingsplan kan dat niet. De raad betwijfelt verder of de
zorgplicht van een school - die voor een kind dat zorg nodig heeft een
plek moet zoeken - wel kan waarmaken. Het advies vermoedt dat
wachtlijsten en langduig thuiszitten niet verdwijnen, vooral niet bij
de moeizame overstap van basis- naar voortgezet onderwijs. Verder
verwacht de raad een toename van het aantal zorgleerlingen in het mbo,
zonder dat daar voldoende budget voor is.
Ga voor meer info naar de site van de Onderwijsraad.
Of ga naar het hele rapport.
Zie het origineel
Algemene Onderwijsbond