Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit


FTA-MTA-3b - planning en vragen aan marktpartijen


1

Geachte heer, mevrouw, Het CBb heeft op 31 augustus 2011 uitspraak gedaan inzake het marktanalysebesluit vaste en mobiele gespreksafgifte (hierna: primaire besluit). Het CBb heeft het besluit deels vernietigd en geeft het college van OPTA opdracht een nieuw besluit te nemen (hierna: het nieuwe besluit). Via deze brief informeert het college marktpartijen over de planning van het nieuwe besluit en stelt marktpartijen aan de hand van een aantal vragen in de gelegenheid hun visie te geven en informatie te verstrekken die noodzakelijk is voor het nemen van een nieuw besluit. Planning Nadat het college de antwoorden op deze brief en de eerder verzonden brief over de VoIPlicentiekosten heeft ontvangen, zal het college naar verwachting begin november 2011 een ontwerpbesluit consulteren. Na de consultatieperiode van 6 weken zal het college met inachtneming van de door partijen ingebrachte zienswijzen naar verwachting in januari 2012 een definitief besluit nemen. Het CBb heeft in haar uitspraak bepaald dat OPTA vóór 1 januari 2012 een nieuw besluit dient te nemen. Gelet op nog bij marktpartijen in te winnen informatie en de vereiste consultatietermijn kan het college aan die opdracht niet voldoen. Strekking van het nieuwe besluit Gelet op de uitspraak van het CBb zal het college in het nieuwe besluit het volgende vaststellen: a. de plus BULRIC kostprijs van vaste gespreksafgifte; b. het op die plus BULRIC kostprijs gebaseerde glijpad voor vaste gespreksafgifte in de periode na het nieuwe besluit; 1 2 3


1


2


3

LJN: BR6195. OPTA /AM/2010/201951, 7 juli 2010. OPTA/AM/2011/202125, FTA-MTA-3-besluit - informatievordering VoIP-licentiekosten, 13 september 2011.



Openbaar

c.

de plus BULRIC kostprijs voor de in annex A tabel 17 van het primaire besluit genoemde directe-interconnectiediensten (zoals poorten en co-locatie);

d. het op die plus BULRIC kostprijs gebaseerde eventuele glijpad voor directeinterconnectiediensten; e. de marktafbakening en dominantieanalyse van 085-nummers en de wijze waarop deze nummers eventueel gereguleerd dienen te worden. In het vervolg van deze brief stelt het college marktpartijen aan de hand van een aantal vragen in de gelegenheid op deze punten te reageren tot uiterlijk woensdag 5 oktober 2011. Het staat marktpartijen vrij om ook buiten deze vragen hun visie te geven of informatie te verstrekken die relevant is voor het nemen van het nieuwe besluit. Plus BULRIC kostprijs van vaste gespreksafgifte De hoogte van de plus BULRIC kostprijs voor vaste afgifte is al in het huidige kostenmodel berekend (0,57 cent per minuut ). Het CBb heeft in dit kader echter gewezen op mogelijke onduidelijkheid over de omvang van de VoIP-licentiekosten. Het college doet hier reeds onderzoek naar. Marktpartijen hebben ten aanzien van de VoIP-licentiekosten een brief met vragen hierover ontvangen die vóór 5 oktober 2011 beantwoord dient te worden. 1. Naast de in de eerdere VoIP-brief gestelde vragen heeft het college thans geen vragen over dit onderwerp. Het college stelt marktpartijen in gelegenheid om zaken die in dit kader nog van belang zouden kunnen zijn, thans in te brengen.
4

Glijpad voor vaste gespreksafgifte in de periode na het nieuwe besluit Het CBb heeft in haar voorziening de in het primaire besluit voor de periode 2011, H2 vastgestelde tariefplafonds doorgetrokken tot aan het tijdstip waarop het college een nieuw besluit neemt. Het gaat daarbij om zowel de tariefplafonds voor regionale en lokale vaste gespreksafgifte waarbij lokale gespreksafgifte alleen relevant is voor het netwerk van KPN. Het college heeft in randnummer 672 van het primaire besluit geconcludeerd dat interconnectie op lokaal niveau in de toekomst met NGNnetwerken niet efficiënt is en niet zal resulteren in een kostprijs die lager is dan op het hogere regionale netwerkniveau. Op grond daarvan is het tariefplafond op lokaal niveau gelijk gesteld aan de in het BULRIC model berekende kostprijs op regionaal niveau. Dat laatste geldt zowel voor het pure als voor plus BULRIC kostenniveau. In het primaire besluit concludeerde het college dat pure BULRIC passend is met een kostprijs van 0,36 cent (op regionaal niveau), terwijl de bestaande tariefplafonds voor lokale afgifte zich op 0,53 cent bevonden (EDC niveau). In die situatie was er dus sprake van een situatie dat het tariefplafond voor lokale afgifte daalde. Het is thans niet duidelijk of dat nog het geval is. Immers, indien de plus BULRIC kostprijs (thans 0,57 cent) niet wordt bijgesteld, is sprake van een verhoging van het tariefplafond voor

4

Spreadsheet "service costing", werkblad "results fixed", cel O-65 ("regional incoming (direct)").



Openbaar

lokale afgifte van 0,53 naar 0,57 cent per minuut. 2. Het college stelt marktpartijen in gelegenheid om te reageren op het onderwerp van het glijpad voor vaste gespreksafgifte.

Plus BULRIC kostprijs voor de in annex A tabel 17 van het primaire besluit genoemde directeinterconnectiediensten (zoals poorten en co-locatie) Het college heeft Analysys Mason gevraagd de plus BULRIC kostprijs van deze diensten vast te stellen. Het antwoord van Analysys Mason is gegeven in het als bijlage gevoegde document. De plus BULRIC kostprijzen zijn voor enkele dienstelementen 5 procent hoger dan de pure BULRIC kostprijzen. Er is sprake van slechts een beperkte verhoging omdat de vaste netwerkkosten al geheel aan de plus BULRIC kostprijs van gespreksafgifteverkeer zijn toegerekend. Alleen de business overhead kosten (een opslag van 5 procent) dienen nog proportioneel te worden toegerekend aan de kostenelementen die bestaan uit apparatuur- en gebouwkosten. 3. Het college stelt marktpartijen in de gelegenheid om te reageren op de plus BULRIC kostprijs van directe interconnectiediensten.
5

Eventuele glijpad voor directe-interconnectiediensten in de periode na het nieuwe besluit In het primaire besluit gingen de tariefplafonds voor directe interconnectiediensten in vanaf 1 september 2010. Dit is ongeveer twee maanden na de inwerkingtreding van het primaire besluit. Ten aanzien van een mogelijk glijpad ontvangt het college graag antwoord op de volgende vragen. 4. Indien uw onderneming directe interconnectie afneemt of levert op een vast of mobiel netwerk, wat zijn dan de tarieven die in die periode hiervoor in rekening zijn gebracht? Indien deze tarieven hoger waren dan de in annex A tabel 17 genoemde tariefplafonds, wat is daarvan de reden? 5. Welke effecten hebben de tariefplafonds van annex A tabel 17 gehad op uw bedrijfsvoering, de mate waarin u directe interconnectiediensten leverde of afnam en de tariefstelling van de door u geleverde diensten? 6. Welke effecten zou het met terugwerkende kracht opleggen van plus BULRIC tariefplafonds naar uw mening hebben? Welke verrekeningen vinden dan plaats en welke invloed zou dit hebben op de tariefstelling van door u geleverde diensten? Geef dit zoveel mogelijk kwantitatief aan.

5

Analysys Mason, 14895-372 Final, Physical interconnection costs ­ note for OPTA, 12 September 2011.



Openbaar

7. Zijn er naar uw mening omstandigheden die rechtvaardigen dat de plus BULRIC tariefplafonds met terugwerkende kracht worden opgelegd in de periode van 1 september 2010 tot en met de datum van het nieuw te nemen besluit? (of andersom: omstandigheden die dit niet passend maken). 8. Indien er geen sprake zou zijn van tariefplafonds voor directe interconnectie met terugwerkende kracht, is een periode van 2 maanden tussen de datum van het nieuwe besluit en de ingang van de plus BULRIC tariefplafonds dan thans naar uw mening passend?


085-nummers Het CBb heeft bepaald dat het college opnieuw dient te beslissen met betrekking tot 085-nummers met in achtneming van het in de uitspraak overwogene. Het college heeft in het primaire besluit al aangegeven dat de concurrentieomstandigheden voor 085-nummers vergelijkbaar zijn met die van geografische nummers. De uitspraak van het CBb zal er naar verwachting in resulteren dat 085nummers tot de markten voor "gespreksafgifte op geografische, 088-, 112-, 14xy- en 116xyz-nummers op een afzonderlijk vast netwerk in geheel Nederland" worden gerekend (hierna: markt voor vaste gespreksafgifte). 9. Onderschrijft u de voorlopige conclusie dat 085-nummers tot de markt voor vaste gespreksafgifte dienen te worden gerekend? Zo nee, welke redenen zijn er om 085-nummers niet tot die markt te rekenen? Indien 085-nummers tot de markt voor vaste gespreksafgifte behoren, dient het college te beoordelen of er een risico is op buitensporig hoge tarieven of enig ander potentieel mededingingsprobleem. Het college dient daarbij te betrekken dat het nummerplan al een tariefplafond stelt. In dat nummerplan is bovendien aangegeven dat het nummerplan de door OPTA vastgestelde tarieven volgt. Het college vraagt u aan te geven welke potentiële mededingingsproblemen zich in deze situatie, naar uw mening kunnen optreden. Het college verwijst u hierbij ook naar zijn reactie op eerdere bedenkingen betreffende 085-nummers. Die reacties blijven ondanks de uitspraak relevant bij het vaststellen of er sprake is van mededingingsproblemen.
6

10. Het college nodigt partijen uit hun visie te geven op de mogelijke aanwezigheid van potentiële mededingingsproblemen en de mogelijk passende verplichtingen voor 085-nummers. Het college verzoekt u daarbij specifiek rekening te houden met de aanwezigheid van een in het nummerplan gesteld tariefplafond.

6

FTA-MTA-3-besluit: onderdeel 5.5.1.3 en Annex I onderdeel I.2.1.2 (http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-

publicaties/publicatie/?id=3224); FTA-MTA-2-besluit, Annex C onderdeel C.2.3 (http://www.opta.nl/nl/actueel/allepublicaties/publicatie/?id=2802).



Openbaar

11. Ziet u thans effecten van het feit dat de afgiftetarieven 085-nummers tot op heden op een andere wijze worden gereguleerd? Zo ja, welke effecten zijn dat? 12. Wat waren voor uw onderneming de volumes voor bellen vanaf 085-nummers? Gaarne aangeven voor de jaren 2007, 2008, 2009, 2010 en het eerste half jaar van 2011. Het betreft hier de retailvolumes die worden gegenereerd door klanten van uw onderneming. Voor eventuele vragen over deze brief kunt u contact opnemen met de heer De Kleijn.

Hoogachtend, HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college, (plv) Afdelingshoofd Markten

mr. K.J. Graver