Duits-Nederlandse Handelskamer
Duitse minister: vertraging Betuwelijn groot risico
Rotterdam, 21 september 2011
Het goederenvervoer vanuit de Rotterdamse haven richting Duitsland kan
vanaf 2015 serieus in gevaar komen. Dat zegt Harry Voigtsberger,
minister van economische zaken, energie, bouwen, wonen en verkeer van
de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen in een interview met de
Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK). "Wanneer de uitbreiding van de
haven in 2015 klaar is, krijgen we grote moeilijkheden om het gestegen
goederenaanbod via Noordrijn-Westfalen en de haven van Duisburg
richting het Duitse achterland te transporteren", aldus Voigtsberger.
De steeds opnieuw vertraagde aanleg van het derde spoor aan Duitse
zijde zal serieuze logistieke problemen opleveren, benadrukt de
minister. Het gesprek vond tijdens een bezoek van de minister aan de
Rotterdamse haven enkele dagen geleden plaats.
"De uitbreiding van de Betuwelijn is absoluut noodzakelijk", aldus
Voigtsberger. Op dit moment gaan de betrokken Duitse partijen ervan uit
dat de oplevering van het derde spoor niet voor 2018 of zelfs 2019 zal
plaatsvinden. Vóór die tijd is er geen oplossing voor het groeiende
logistieke aanbod in zicht.
Om die reden heeft de deelstaat Noordrijn-Westfalen, naar inwonertal de
grootste van Duitsland en verreweg de meeste belangrijke voor het
Nederlandse bedrijfsleven, nu aan de Bondsregering voorgesteld om haar
aandeel in de financiering vervroegd ter beschikking te stellen, zodat
er met het project gestart kan worden. Hoewel de Bondsregering hier
positief op heeft gereageerd denkt Voigtsberger niet dat het derde
spoor er eerder dan gepland zal liggen, mede door alle
bezwaarprocedures die nog behandeld moeten worden. Dit terwijl het
spoor aan Duitse zijde nu al regelmatig overbelast is.
Tegelijkertijd is Noordrijn-Westfalen uit het Duitse proefproject met
extra lange vrachtwagens gestapt. Voigtsberger daarover: "De situatie
in Nederland is op dat gebied heel anders dan bij ons. Er zijn geen
bergen en minder strenge winters. Bovendien zijn veel Duitse ministers
van verkeer bang om grote bedragen te moeten investeren in nieuwe
bruggen of het aanpassen van parkeerplaatsen."
De oplossing voor het dreigende logistieke probleem ziet Voigtsberger
dan ook vooral in een verplaatsing van het goederenvervoer naar het
water. Hier is volgens hem nog een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding
mogelijk.
In dat licht becommentarieert Voigtsberger ook het voornemen van het
Havenbedrijf Rotterdam om een aandeel te verwerven in de haven van
Duisburg - de grootste binnenhaven ter wereld: "Wij zouden het liefste
zien dat de haven van Duisburg in Duitse overheidshanden blijft", zegt
Voigtsberger. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan staan er volgens
hem naast het Havenbedrijf Rotterdam nog andere marktpartijen klaar om
een aandeel te verwerven, waaronder ook de havens van Hamburg en
Bremen.