Rijksoverheid


26 september 2011

Beantwoording vragen van het lid Van Bemmel (PVV) inzake rentmeesterschap

Geachte voorzitter,

Hieronder treft u de antwoorden op vragen van het lid Van Bemmel inzake mijn toespraak over `De missie van het rentmeesterschap'.


1 Klopt het dat u in uw toespraak van 24 augustus jl. definitief afstand hebt genomen van windenergie op zee? Zo nee, waarom niet?1 Antwoord Nee. Ik heb gezegd dat de verleende subsidie beter op andere wijze had kunnen worden besteed. Dat laat onverlet dat windenergie op zee op termijn en na noodzakelijke kostenverlagingen wel degelijk van belang kan zijn voor Nederland. 2 Is er sprake van voortschrijdend inzicht bij u nu de heer Van der Veer, in zijn hoedanigheid als boegbeeld van de topsector Energie, zegt dat we deze vier miljard euro nooit hierin hadden moeten steken en u duidelijk aangeeft dat u "dit mooi gezegd vindt"? Zo nee, waarom niet? Antwoord Nee, de heer Van der Veer heeft in zijn advies als boegbeeld aangegeven, dat windenergie op zee een potentieel belangrijke sector is voor de verdiencapaciteit van Nederland. En met de heer Van der Veer ben ik van mening dat windenergie op zee nu nog te duur is om een volwaardige rol te spelen in de Europees afgesproken doelstellin g voor duurzame energie in 2020.

3 Deelt u de mening dat deze "nieuwe inzichten" aanleiding zijn om geen subsidie meer te steken in offshore windenergieprojecten en nu op echte innovatie in te zetten? Zo nee, waarom niet? Antwoord Conform het Regeer- en gedoogakkoord zet dit kabinet wat exploitatiesubsidies betreft in op de goedkoopste vormen van duurzame energie. Daartoe is de SDEregeling omgevormd tot een SDE+-regeling, waarin alle vormen van duurzame energie met elkaar concurreren. Het is niet te verwachten, dat windenergie op zee binnen afzienbare termijn mee kan concurreren in de SDE+. Innovatie wordt gestimuleerd via het bedrijfslevenbeleid in de topsector energie.

(w.g.)

drs. M.J.M. Verhagen Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie