Groen!

Pragmatische leiders voor Midden-Oosten

door Wouter De Vriendt (federaal parlementslid) op 26 september 2011 in "Internationaal"

Zonder bereidheid tot compromis kan er geen vrede komen tussen Israëli's en Palestijnen, schrijven Wouter De Vriendt en Michael Freilich in een gezamenlijke bijdrage.

In 2013 zijn de akkoorden van Oslo twintig jaar oud. Ze gaven een beperkte mate van zelfbestuur aan de Palestijnen om, zodra vrede een realiteit was geworden, de oprichting van een onafhankelijke staat Palestina in te luiden. Het is anders uitgedraaid en het vredesproces zit al 18 jaar in een hopeloze impasse. Gematigde stemmen verdwenen naar de achtergrond. In het vacuüm dat zij achterlaten, vervuilen radicalen aan beide zijden en terroristen het debat met haatboodschappen en geweld. Ondertussen hunkeren twee volkeren naar een leefbare en vreedzame toekomst voor henzelf en hun kinderen.

De stilstand in het vredesproces kan niet blijven duren. Het moet en kan anders. Wij zijn twee mensen die snel in een ongenuanceerde pro-Israëlische en pro-Palestijnse hoek geplaatst worden. Maar we willen door onderlinge dialoog enkele denksporen aanreiken. Deze tekst is een compromis tussen verschillende visies, maar zonder compromisbereidheid zijn oplossingen niet mogelijk.

Antisemitisme

Dit opiniestuk is ook een eensgezinde afwijzing van het feit dat kritiek op het Israëlische regeringsbeleid door sommigen als antisemitisme gekapitteld wordt. Dat is al te gemakkelijk en intellectueel oneerlijk. Wel vragen we dat deze kritiek op een correcte manier gebeurt en op feiten gebaseerd is.

Onlangs heeft de Israëlische president Shimon Peres gezegd dat er dringend een Palestijnse staat moet komen. Wij volgen hem daarin volledig. Een onafhankelijke, leefbare, Palestijnse staat is in ieders belang, ook in dat van Israël. Net zoals de Israëli's het recht hebben een thuis en toekomst uit te bouwen, moeten de Palestijnen dezelfde kansen krijgen. Dat neemt niet weg dat in een tweestatenoplossing elkeen minderheidsgroepen op haar grondgebied moet aanvaarden, beschermen en gelijke rechten geven.

De president van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, wil de Verenigde Naties vragen een resolutie goed te keuren over de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Palestina. Dit illustreert het betreurenswaardige failliet van de onderhandelingen. De voorlopig laatste ronde van onderhandelingen ging van start in september 2010, maar liep dood op het vraagstuk van de Israëlische nederzettingen op Palestijns grondgebied. Op dat vlak is hoe dan ook een doorbraak nodig.

Vermoedelijk vraagt president Abbas een Palestijnse staat langs de bestandslijn van 1967. Toch hoeft dit niet de nieuwe staatsgrens te worden. De meeste landen, de VS incluis, stellen dat de nederzettingen indruisen tegen het internationaal recht. Tegelijk vormen deze nederzettingen een demografische realiteit. Hoewel Israël een belangrijk deel van de nederzettingen zal moeten ontmantelen, moet landruil in onderling akkoord mogelijk zijn. Ook de Amerikaanse president Barack Obama sprak zich in die zin uit in mei 2011. Enkele grote nederzettingen die sinds 1967 zijn uitgegroeid tot steden met vele tienduizenden inwoners kunnen aan de Israëlische kant van de grens vallen, in ruil voor land aan de Israëlische zijde van de bestandslijn. Die lijn blijft voor ons bepalen over hoeveel Palestijns grondgebied én over hoeveel vruchtbare grond het moet gaan. Want om een leefbare staat uit te bouwen is het cruciaal dat beide landen toegang hebben tot waterbronnen en landbouwgronden.

De Palestijnse grenzen kunnen in een eerste fase bewaakt worden door een internationale troepenmacht. Deze moet samenwerken met Palestijnse en Israëlische waarnemers. Elke duurzame oplossing voor het conflict moet rekening houden met de terechte en begrijpelijke Israëlische vraag naar veiligheid. Extremisten mogen de nieuwe Palestijnse staat niet gebruiken voor aanvallen op hun Joodse buur. Op iets langere termijn, als het vertrouwen tussen beide landen hersteld is, moeten zowel Israëli's als Palestijnen in beide landen vrijuit kunnen reizen en wonen. Met de oprichting van een Palestijnse staat en internationale controle over de grenzen moet ook een eind komen aan de blokkade van Gaza, die niet houdbaar is. Maar voor wat hoort wat, de raketbeschietingen vanuit Gaza op de Israëlische burgerbevolking moeten stoppen.

Oost- en West-Jeruzalem hoofdstad

President Obama wilde in zijn langverwachte visie op het conflict niet ingaan op twee resterende vraagstukken: Jeruzalem en de Palestijnse vluchtelingen. Wij willen dat wel, ook al ligt het voor beide partijen gevoelig. Volgens ons moet de Palestijnse hoofdstad er komen in Oost-Jeruzalem. Tegelijkertijd dient de internationale gemeenschap West-Jeruzalem, en niet langer Tel Aviv, te erkennen als de hoofdstad van Israël.

Tegelijk zal de Palestijnse regering moeten toegeven dat een onvoorwaardelijke terugkeer van de miljoenen vluchtelingen naar Israël onmogelijk is. Terugkeer zal voor hen zeker mogelijk zijn naar de Palestijnse staat. Ook de Arabische landen moeten erkennen dat zij een anti-Joods politiek klimaat getolereerd hebben dat de jongste zestig jaar tot het vertrek van honderdduizenden Joden uit het Midden-Oosten heeft geleid.

De Israëlische premier Netanyahu schoot de Amerikaanse voorstellen meteen af. Dat betreuren wij. Als de Israëlische regering zo star blijft reageren, zal de diplomatieke schade alleen toenemen. Maar ook de Palestijnen gaan niet vrijuit. Hamas, waar de Palestijnse autoriteit nu mee samenwerkt, heeft de terreur nog altijd niet afgezworen.

Alle partijen zullen water bij de wijn moeten doen en dat vraagt aan beide zijden pragmatisch leiderschap. Israëlische en Palestijnse politici moeten de moed aan de dag leggen om tot een duurzaam akkoord te komen.

Contact: Wouter De Vriendt -