Rijksoverheid


3 oktober 2011

Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over Turkse bombardementen in Noord-Irak.

Geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over Turkse bombardementen in Noord-Irak. Deze vragen werden ingezonden op 25 augustus 2011 met kenmerk 2011Z16425.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal


Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over Turkse bombardementen in Noord-Irak. (Ingezonden 25 augustus 2011)

Vraag 1 Wat zijn naar uw inlichtingen de politieke doelstellingen van de Turkse regering met het veelvuldig bombarderen, zeker 132 doelen sinds 17 augustus 2011, van doelen in Iraaks-Koerdistan? 1) Vraag 2 Is het waar dat zeker zeven Irakese burgers bij de luchtaanvallen zijn gedood? 2) Is het tevens waar dat wegen en bruggen in Noord-Irak zijn vernietigd door de luchtaanvallen? Antwoord op vragen 1 en 2 De Turkse aanvallen zijn een reactie op aanslagen van de terroristische PKK in juli en augustus, waarbij meer dan 20 Turkse militairen het leven verloren. De Turkse regering hoopt met deze operaties de harde kern van de PKK, die zich in het Kandil-gebergte in Noord-Irak schuilhoudt, een slag toe te brengen. Hierbij zijn volgens mediaberichten in ieder geval zeven burgerdoden gevallen. Eventuele beschadiging van de Iraakse infrastructuur kan ik vooralsnog niet bevestigen. Vraag 3 Deelt u de opvatting van de voorzitter van het parlement van de Koerdische regio in Irak dat de Amerika anse autoriteiten de bedreiging van het Iraakse grondgebied hebben genegeerd? 3) Indien neen, waarom niet? Antwoord op vraag 3 Het is de verantwoordelijkheid van de Iraakse regering om te voorkomen dat er vanaf Iraaks grondgebied terroristische aanslagen worden gepleegd op de buurlanden. Vraag 4 Deelt u de mening dat deze aanvallen in strijd zijn met het internationaal recht? Indien neen, waarom niet? Antwoord op vraag 4 De Nederlandse regering is geschokt en betreurt de slachtoffers als gevolg van het geweld. Vaststaat dat vanuit Irak Koerdische aanvallen hebben plaatsgevonden op Turks grondgebied. Aangezien de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties geen maatregelen heeft genomen tegen deze aanvallen, kan Turkije zich beroepen op het recht op zelfverdediging, mits deze maatregelen onder meer overeenstemmen met eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit. Vraag 5 Is het waar dat ook Iran een maand geleden aanvallen uitvoerde op Noord-Irak? Kunt u bevestigen dat Turkije en Ira n overleg voeren of afspraken maken over acties in het noorden van Irak? 4) Kunt u dat toelichten? Antwoord op vraag 5 Er zijn onbevestigde berichten dat er in juli gevechten hebben plaatsgevonden tussen Iraanse legereenheden en de zogenaamde PJAK (`Party of Free Life of Kurdistan'). Eventuele afspraken tussen Turkije en Iran over acties in Noord-Irak kan ik niet bevestigen.

Vraag 6 Zijn deze aanvallen naar uw oordeel een gevaar voor het behoud van de territoriale eenheid van Irak, waar Turkije zich volgens uw brief van 12 maart 2010, voor inzet? 4) Deelt u de opvatting dat dit probleem de regio blijvend destabiliseert? Zo ja, op welke wijze denkt u dat dit kan worden opgelost? Vraag 7 Bent u bereid de Turkse regering op te roepen onmiddellijk met deze militaire interventie te stoppen? Kunt u dat toelichten? Antwoord op vragen 6 en 7 Voor zover de Turkse acties van beperkte duur zijn, hoeft de territoriale eenheid van Irak of de regionale stabiliteit niet in gevaar te komen. Niettemin is van belang dat de Turkse regering in nauw overleg blijft met de Iraakse autoriteiten, waaronder de `Koerdische Autonome Regio'. Vraag 8 Deelt u de opvatting dat het periodiek bombarderen van delen van Noord-Irak, zoals al jarenlang gebeurt, een oplossing van de Koerdische kwestie niet dichterbij brengt? 5) Indien neen, waarom niet? Zo ja, waarom wel? 6) Vraag 9 Bent u bereid bij de Turkse autoriteiten aan te dringen op een onmiddellijke democratisering van de Koerdische delen van Turkije, waarbij vrijlating van de gekozen Koerdische politici een eerste vereiste is en waarbij ook opstandelingen in Irak moeten worden betrokken teneinde een vreedzame oplossing dichterbij te brengen? Kunt u dat toelichten? Antwoord op vragen 8 en 9 Ik ben van mening dat militaire middelen niet toereikend zijn om de Koerdische kwestie op te lossen. Ook verbetering van de sociale en economische positie, en waarborging van de politieke en culturele rechten van de Koerdische minderheid in Turkije zijn belangrijke factoren. Van belang is hervatting van de `Democratische Opening', waarbij de Turkse regering met dialoog een oplossing voor dit vraagstuk zoekt. Het Kabinet zal in contacten met de Turkse overheid aandacht voor dit onderwerp blijven vragen. 1) NRC Handelsblad: "Turkse leger doodt tientallen PKK-strijders", zie http://www.nrc.nl/nieuws/2011/08/23/turkse-lege