Provincie Overijssel

Maatwerk is sleutel voor succes voor Landbouw op Peil

3 oktober 2011

Het project Landbouw op Peil heeft tijdens de eerste projectfase al aangetoond dat er veel meer mogelijk is om een agrarisch bedrijf klimaatbestendig in te richten. Door nauwe samenwerking met het waterschap en een goede uitwisseling van kennis en ervaring is de waterhuishouding van de deelnemende bedrijven in kaart gebracht. Bovendien levert dit de deelnemers een veelzijdig pakket met concrete verbetermaatregelen op, soms op het randje van wet en regelgeving. Voor de waterschappers, provincies en het ministerie ook goed om te weten waar meer ruimte nodig is om te kunnen ondernemen.

Tijdig inspelen

De klimaatverandering zorgt voor een toenemende kans op extreme regenval en extreme droogte. Door deze onomkeerbare ontwikkeling, zal de problematiek van droogte enerzijds en wateroverlast anderzijds zich steeds vaker voordoen. De landbouwsector moet tijdig inspelen op de veranderende omstandigheden en de schade door droogte en vernatting van gronden beperken om een rendabele bedrijfsvoering te behouden. Landbouw op Peil wil met praktijkgericht onderzoek bijdragen aan nieuwe inzichten op het gebied van waterbeheer en agrarische bedrijfsvoering.

Landbouw op Peil levert veel op

De deelnemers zijn enthousiast en hebben veel geleerd afgelopen weken. Gerton Lerink: "Vooraf stond je er niet bij stil dat je zelf invloed kunt inspelen op de klimaatverandering. Nu ben ik me veel bewuster van alle mogelijkheden die er zijn om je eigen situatie beter te maken. We kunnen er veel meer uithalen en moeten echt bij de tijd blijven. Bovendien hoeft het niet eens zo ingewikkeld te zijn." Joan Beernink: "De gevolgen van de klimaatverandering zijn al zichtbaar. Zo kunnen wij beelden laten zien van vorig jaar, waarbij ons land volledig is ondergelopen. Dit water is vervolgens 14 dagen blijven staan. Landbouw op Peil zet nu alles in een stroomversnelling. In sneltreinvaart is er een dik bedrijfswaterhuishoudingsplan neergelegd en we starten per direct met de uitvoering. Als die uitvoering net zo verloopt als in de eerste fase, dan gaan we 300% tevreden naar huis aan het einde van de rit."

Ook de waterschappers zijn tevreden. Laurens Gerner van waterschap Rijn en IJssel geeft aan dat waterschappen steeds meer aandacht willen besteden aan de landbouw. "Door wetenschap en praktijk bij elkaar te brengen en nauw samen te werken kunnen we maatregelen die nodig zijn op micro- en macroniveau samenbrengen. Dit is het startsein om een dynamisch peilbeheer gezamenlijk te realiseren."

Praktijkonderzoek draagt bij aan Deltaprogramma

Landbouw op Peil is niet alleen van belang voor de praktijk. Bestuurlijk gezien kan dit leiden tot het verbreden van beleidskaders en/of nieuwe inzichten. Gedeputeerde Bert Boerman van provincie Overijssel heeft het stokje overgenomen van Hester Maij, die had deelgenomen aan de startbijeenkomst omdat zij landelijk gebied in haar portefeuille heeft. Boerman benadert het vanuit water: "Maar het is goed mogelijk dat de volgende keer Theo Rietkerk hier staat om vanuit het oogpunt Economie aan te haken."

Hij doelt hiermee op de invloed van het toepassen van waterbeheer op perceelsniveau. "Dit project heeft impact op een vitaal platteland en een duurzaam watersysteem, maar draagt tevens bij aan onze economie. Wat deze deelnemers kleinschalig doen, levert ons een basis om op regionaal niveau een strategie op te zetten zodat we landelijk de juiste aanbevelingen kunnen doen. De gedrevenheid om aan de slag te gaan is voelbaar en het vertrouwen in het feit dat deze maatregelen daadwerkelijk verbeteringen teweeg brengen in de eigen situatie is zichtbaar. Het is dan ook cruciaal om de effecten van deze maatregelen te meten. Op basis van deze cijfers leveren we een belangrijke bijdrage aan het Deltaprogramma."

Uitvoering geeft snel inzicht

Ook projectleider Jantine Langenhof is zeer tevreden met de behaalde resultaten tot nu toe: "Eind mei hebben wij enthousiaste deelnemers geselecteerd die binnen hun agrarische bedrijfsvoering last hadden van schade door droogte en/of vernatting. In een paar maand tijd hebben we hun situatie in kaart gebracht en bieden oplossingen op maat. Nu hebben we slechts twee groei-seizoenen om de maatregelen toe te passen en de effecten te meten. We houden de vaart er in!"

Ter afsluiting van fase 1 hebben de waterschapsbestuurders Jan Bosman (Velt en Vecht), Koob Schelhaas (Reest en Wieden) en Harm Meek (Regge en Dinkel en namens Rijn en IJssel) de sleutel naar de volgende fase overhandigd aan de deelnemers uit hun beheergebied. Zeer waarschijnlijk de sleutel die leidt tot baanbrekend succes.