Wageningen Universiteit en Researchcentrum Persbericht 5 oktober 2011

Planten met minder vertakkingshormoon worden minder aangevallen door parasitaire planten

Foto's en grafiek downloaden: https://picasaweb.google.com/psg.wur/kohlen#

Tomatenplanten die minder strigolactonen maken, worden minder aangevallen door parasitaire planten. Dat blijkt uit het onderzoek waarop Wouter Kohlen op 7 oktober hoopt te promoveren aan Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR. Kohlen onderzocht de biosynthese en het transport van strigolactonen, plantenhormonen die betrokken zijn bij de uitgroei van zijscheuten. Kohlen ontdekte dat tomatenplanten die minder strigolactonen maken, tot wel 90% minder last hebben van parasitaire bremraap-planten. Kohlen verwacht dat planten die minder vertakkingshormoon maken, niet alleen tomatenplanten, perspectief kunnen bieden voor regio's waar parasitaire planten de productie van voedsel nu nog vaak praktisch onmogelijk maken, zoals in Afrika.

Als gewassen moeten groeien onder omstandigheden die minder optimaal zijn dan wij in Nederland gewend zijn, bijvoorbeeld onder drogere of warmere omstandigheden en op plaatsen met slechte gronden, worden ze niet alleen aangevallen door micro-organismen en insecten, maar vaak ook door parasitaire planten. Die parasitaire planten 'zuigen' het gewas leeg, ze kunnen zelf namelijk onvoldoende voedsel produceren. De problemen met parasitaire planten kunnen zó groot zijn, dat gewassen volledig vernield worden en er geen voedsel geoogst kan worden. Kohlen vond dat planten die minder vertakkingshormoon maken, minder last hebben van parasitaire planten. Dergelijke planten kunnen in regio's waar parasitaire planten een probleem vormen, meer voedsel produceren.

Eerder had Wagenings onderzoek laten zien dat strigolactonen, die een rol spelen bij de interactie tussen gewassen en parasitaire planten, ook als hormonen belangrijk zijn voor de zijtak-uitgroei bij planten. Strigolactonen komen via de wortels van de plant ook in de bodem terecht. Daar werken ze voor de zaden van parasitaire planten als een signaal om te gaan kiemen. Op die manier kiemen de parasitaire zaden alleen als er wortels van een geschikte plant in de buurt zijn.

De Wageningse promovendus Wouter Kohlen bestudeerde tijdens zijn promotieonderzoek de biosynthese en het transport van strigolactonen in planten. Voor zijn onderzoek ontwikkelde Kohlen tomatenplanten die niet of nauwelijks in staat zijn om strigolactonen te maken en onderzocht onder andere of deze planten minder belaagd zouden worden door parasitaire planten. Hij gebruikte daarvoor zaden van Phelipanche ramosa, familie van de bremraap, parasitaire planten die ook wel in Nederland voorkomen.

Kohlen ontdekte dat bij tomatenplanten die minder dan de helft van de normale hoeveelheid strigolactonen kunnen maken, nog maar één vijfde van het 'normale' aantal parasitaire planten op de wortels uitgroeiden.

Tomatenplanten die te weinig strigolactonen maken, krijgen te veel zijtakken waardoor ze minder goed groeien. Kohlen ziet echter mogelijkheden om planten te ontwikkelen die nog wel voldoende strigolactonen maken voor een goede ontwikkeling van het gewas, maar aanzienlijk minder last zullen hebben van parasitaire planten, waardoor ze een betere oogst zullen leveren.


---------------------------------
Noor voor de redactie:

Illustraties zijn te downloaden op https://picasaweb.google.com/psg.wur/kohlen#
* Foto's van tomatenplanten met bloeiende parasitaire planten en
* Grafiek met het effect van minder vertakkingshormoon op de aanval van parasitaire planten

Verdere informatie: Erik Toussaint, Plant Sciences Group van Wageningen UR, 06 51 56 59 49

Wageningen University is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is 'To explore the potential of nature to improve the quality of life'. Binnen Wageningen UR bundelen negen gespecialiseerde en meer toegepaste onderzoeksinstituten, Wageningen University en hogeschool Van Hall Larenstein hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 40 vestigingen (in Nederland, Brazilië en China), 6500 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de vooraanstaande kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen natuurwetenschappelijke, technologische en maatschappijwetenschappelijke disciplines vormen het hart van de Wageningen Aanpak.