Rijksoverheid
Stand van zaken brief politietrainingsmissie Afghanistan
In deze brief wordt u geïnformeerd over de stand van zaken van de geïntegreerde
politietrainingsmissie in Afghanistan. Zoals aan uw Kamer toegezegd, stuurt de
regering elk kwartaal een rapportage en worden gebeurtenissen of ontwikkelingen
die een significante impact hebben op de missie tussentijds gemeld.
Op 7 en 27 januari 2011 werd u op de hoogte gebracht van het besluit van de
regering een geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan uit te voeren in
de periode 2011-2014 (Kamerstuk 27925, nr. 415 en nr. 419). In de afgelopen
maanden bent u in verschillende brieven geïnformeerd over de voortgang in de
opbouw van de missie (Kamerstuk 27925, nr. 425 en nr. 430). In vervolg op
bovengenoemde stukken, gaat deze brief in op de ontwikkelingen in de afgelopen
drie maanden van de geïntegreerde politietrainingsmissie tot medio september
2011. Op 8 september 2011 heeft u gevraagd in de stand van zakenbrief in te
gaan op het rapport van UNAMA over gevangenen. Op het moment van versturen
van deze brief is het rapport echter nog niet gepubliceerd. Zodra het rapport
beschikbaar is, ontvangt u een reactie hierop.
In de afgelopen periode hebben de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie
bezoeken gebracht aan Afghanistan. Over het bezoek van de minister van
Buitenlandse zaken bent u op 22 juli geïnformeerd (Kamerstuk 27925, nr. 433).
De minister van Defensie heeft op 23 en 24 september een bezoek gebracht aan
de Nederlandse ambassade in Kabul, het multinationale kamp in Kunduz en het
multinationale kamp in Mazar-e-Sharif. Op de Nederlandse ambassade heeft hij
gesproken met de Nederlandse ambassadeur en enkele Nederlandse
hoofdofficieren geplaatst in de internationale staven van ISAF, EUPOL en de NATO
Training Mission Afghanistan (NTM-A). Hierbij stond de samenwerking tussen de
verschillende organisaties en de geïntegreerde politietrainingsmissie alsmede de
strategische ontwikkelingen centraal. In Kunduz is een bezoek gebracht aan de
locatie waar het klassikale deel van de tienweekse aanvullende opleidingen plaats
zullen hebben en was er een ontmoeting met het Nederlandse personeel. Tevens
heeft de minister gesproken met de Duitse commandant van Regional Command
North (RC(N)), de Duitse commandant van het Provincial Reconstruction Team
(PRT) en het Nederlandse coördinerend managementteam (CMT). De activiteiten
voor het opleiden en begeleiden van civiele agenten en de samenwerking met de
Duitsers werden hierin besproken. Tot slot werd in Mazar-e-Sharif gesproken met
Pagina 2 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
de Duitse commandant van het multinationale kamp en vond er een ontmoeting
plaats met het Nederlandse personeel. De minister was onder de indruk van de
professionaliteit en toewijding van alle betrokkenen en constateert dat na alle
voorbereidingen het echte werk is begonnen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister van Veiligheid en Justitie
Dr. U. Rosenthal Mr. I.W. Opstelten
De Minister van Defensie, De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Drs. J.S.J. Hillen Dr. B. Knapen
Pagina 3 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
Inleiding
De geïntegreerde politietrainingsmissie is erop gericht het Afghaanse civiele
politieapparaat te versterken en het justitiële systeem verder te ontwikkelen.
Nederland zet daarvoor zowel civiel als militair personeel in. Politieagenten,
marechaussees, ontwikkelingsexperts, militaire trainers, begeleiders en
ondersteuners, diplomaten, justitie-experts en mensen van
ontwikkelingsorganisaties werken daarbij samen.
De hoofddoelstelling van de geïntegreerde politietrainingsmissie is
capaciteitsopbouw van de civiele politie en justitiële instellingen in vooral de
provincie Kunduz, zowel in omvang als in kwaliteit, wat moet zorgen voor
vertrouwen van de bevolking in een legitieme en betrouwbare overheid (zie voorts
de Artikel 100-brief van 7 januari 2011, Kamerstuk 27925, nr. 415). Dit hoofddoel
is de afgelopen maanden nader uitgewerkt in vier thema's met bijbehorende
activiteiten:
. Civiele politie - door capaciteits- en kwaliteitsverbetering van de civiele
politie wordt beoogd dat de politie meer de belangen van burgers dient en
zo ook wordt gezien door burgers.
. Samenwerking politie-aanklager - door versterking van de samenwerking
tussen politie en aanklagers wordt de strafrechtketen verbeterd en wordt
gestreefd naar verbetering van de capaciteit en de kwaliteit van onderzoek
in een beter gestroomlijnde strafrechtketen.
. Justitiesector - met de versterking van de justitiesector wordt beoogd dat
mensenrechten beter worden nageleefd en de capaciteit van justitiële
instituties zoals rechtbanken verbetert.
. Verbetering bewustzijn, acceptatie en toegang tot het rechtssysteem -
door de bevolking te informeren over hun rechten en over de
verantwoordelijkheden van rechtsinstituties en door bescherming van
vrouwen en kwetsbare groepen, wordt getracht het bewustzijn, acceptatie
van en toegang tot het recht te versterken.
Deze thematische indeling is verder uitgewerkt in een geïntegreerd missieontwerp,
dat een concrete leidraad biedt voor de uitvoering van de
werkzaamheden en dat de monitoring van de voortgang van de missie faciliteert.
Deze brief, evenals opvolgende rapportages aan uw Kamer, zal aan de hand van
deze thema's uw Kamer informeren over de voortgang van de missie.
De geïntegreerde politietrainingsmissie is volgens schema in juni 2011 van start
gegaan met de eerste rotatie van de Police Training Group (PTG), diplomaten, de
Nederlandse EUPOL medewerkers en overige experts in Kunduz en Kabul. De
eerste drie maanden stonden grotendeels in het teken van verkenning van het
missiegebied en de voorbereiding van diverse activiteiten. Het jaar 2011 is een
"inregeljaar" voor de missie, zoals ook tijdens het debat over de Artikel 100-brief
is gemeld. Deze rapportage gaat derhalve ook uitgebreid in op de voorbereidende
aspecten van de missie. In volgende rapportages zal de nadruk worden gelegd op
inhoudelijke activiteiten en resultaten.
Momenteel wordt in Den Haag, Kunduz en Kabul gewerkt aan een geïntegreerd
monitoring- en evaluatiesysteem. Een onderdeel daarvan behelst de nulmeting
van de situatie in Kunduz. Deze wordt in Afghanistan opgesteld door de lokale
NGO Cooperation for Peace and Unity (CPAU). Aan het eind van 2012, 2013 en
Pagina 4 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
2014 zal de regering uw Kamer een verdiepende rapportage sturen, waarin onder
meer aandacht zal worden besteed aan de effecten van de missie.
Algemene ontwikkelingen in Afghanistan
Politieke situatie Afghanistan
De crisis rond de parlementsverkiezingen van 18 september 2010 is in rustiger
vaarwater gekomen. Eind juni leidde de uitspraak van het Speciaal Tribunaal voor
verkiezingsfraude nog tot een confrontatie tussen de president en het parlement.
Dit tribunaal, dat geen grondwettelijke basis kende, besloot om 62 niet verkozen
parlementskandidaten alsnog als winnaar aan te wijzen. Daarmee zouden 62
zittende leden hun zetel moeten opgeven.
In augustus besloot President Karzai - in lijn met de grondwet en bestaande
kieswetgeving - de kwestie weer neer te leggen bij de Onafhankelijke
Kiescommissie. Na bestudering van de stukken oordeelde de Kiescommissie dat
negen parlementsleden vanwege betrokkenheid bij onregelmatigheden moeten
opstappen. Onder de negen bevinden zich geen parlementariërs uit Kunduz of
Uruzgan. Binnen het parlement werd verdeeld gereageerd, waarbij sommigen een
streep onder deze langslepende crisis willen trekken, maar anderen van plan zijn
zich te blijven verzetten. Hoewel een heroverweging thans onwaarschijnlijk lijkt,
zal de verdeeldheid mogelijk nog voortdurende nadelige consequenties voor het
functioneren van het parlement hebben.
Het besluit is verwelkomd door de Afghaanse verkiezingswaarnemersorganisatie
Foundation for Free and Fair Elections, evenals door de internationale
gemeenschap. De EU sprak in een verklaring de hoop uit dat dit een einde zou
brengen aan de impasse en benadrukte wederom de noodzaak van electorale
hervormingen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.
Ook op het gebied van de Kabul Bankcrisis is enige vooruitgang te melden. De
Afghaanse regering heeft inmiddels een aantal van de door het IMF geëiste
maatregelen genomen. De forensische audit van de Kabul Bank en de Azizi Bank
is van start gegaan en de benodigde middelen voor de herkapitalisatie van de
centrale bank zijn goedgekeurd door het kabinet, waarna zij ter besluit aan het
parlement moeten worden voorgelegd. Hoewel er nog steeds een aantal stappen
moet worden genomen voordat aan alle gestelde voorwaarden is voldaan, meent
het IMF dat er al vooruitgang is geboekt. Het IMF zal in oktober Kabul bezoeken
en gehoopt wordt dat dan opnieuw vorderingen worden gemaakt.
Het re-integratieproces begint op gang te komen. Volgens officiële cijfers hebben
tot op heden in heel Afghanistan 2357 voormalige opstandelingen deelgenomen
aan het re-integratieprogramma. Zoals aangegeven in het verslag van het bezoek
van de minister van Buitenlandse Zaken aan Afghanistan (Kamerstuk 27925, nr.
433) heeft Nederland toegezegd het re-integratieprogramma Afghan Peace and
Reconciliation Program (APRP) van de Afghaanse autoriteiten te ondersteunen met
een bijdrage van ¤2 mln. Naast re-integratie via officiële programma's is er ook
"informele" re-integratie waarbij strijders lokaal tot een akkoord komen om de
wapens neer te leggen. Naar schatting gaat het om ongeveer 1000 personen.
Minister Stanekzai, die belast is met het re-integratiedossier, legt samen met
leden van de High Peace Council bezoeken af aan alle provincies om de
bekendheid van de bevolking met het re-integratieprogramma te vergroten,
vragen te beantwoorden en lokale omstandigheden te beoordelen. De High Peace
Pagina 5 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
Council heeft in augustus meerdere bijeenkomsten georganiseerd met het
maatschappelijk middenveld en werkt samen met deze organisaties aan een
strategie om hen meer te betrekken bij het re-integratieprogramma.
Op 5 december 2011 zal in Bonn een grote Afghanistanconferentie plaatsvinden,
precies tien jaar na de eerste Afghanistanconferentie die eveneens in Bonn werd
gehouden. De voorbereidingen voor de Bonn Conferentie zijn in volle gang.
Gastland Duitsland is nauw betrokken bij de organisatie en verwacht dat ongeveer
90 delegaties zullen deelnemen. De conferentie zal onder Afghaans
voorzitterschap staan. De hoofdonderwerpen van de conferentie zijn het
transitieproces, de lange-termijnbetrokkenheid van de internationale
gemeenschap, regionale samenwerking en het vredesproces. De agenda zal in de
komende maanden verder worden uitgewerkt in samenspraak met de
International Contact Group waar ook Nederland deel van uitmaakt. Nederland zal
zich de komende maanden inspannen voor de uitwerking van een gezamenlijk EUstandpunt
over de verschillende onderwerpen die besproken zullen worden. In
voorbereiding op de Bonn Conferentie zullen op 2 november in Istanbul alle
regionale belanghebbenden bijeenkomen om een gezamenlijke regionale input
voor Bonn te formuleren.
Politieke situatie Kunduz provincie
De politieke situatie in de provincie Kunduz is stabiel, maar wordt gekenmerkt
door een gebrek aan slagvaardigheid en zichtbaarheid van de hoogste
bestuurders. Gouverneur Jegdalek is geregeld afwezig en zijn plaatsvervanger,
Danishi, is terughoudend om besluiten te nemen in zijn afwezigheid. De contacten
tussen de leiding van de missie en de lokale bestuurders zijn goed.
Een belangrijke politieke kwestie op provinciaal niveau is op dit moment de
aanhoudende droogte, die zorgt voor teruglopende landbouwopbrengsten en
voedseltekorten. Import van voedsel uit omringende landen is mogelijk maar
vormt een additionele belasting voor de fragiele economie van de provincie.
Transitie
De start van de missie deze zomer viel samen met de start van het
transitieproces. In juli zijn de eerste gebieden overdragen aan de Afghaanse
autoriteiten: de provincies Panshir, Bamiyan en Kabul, met uitzondering van het
district Surobi, en de steden Mazar-e-Sharif, Herat, Lashkar Gah en Mahtarlam.
De transitie in deze gebieden is vooralsnog succesvol verlopen; de
veiligheidssituatie is er stabiel. In nauw overleg met de Afghaanse autoriteiten zal
geleidelijk ook de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in andere districten en
provincies worden overdragen aan het Afghaanse leger en politie. Een besluit over
de tweede groep die in aanmerking komt voor transitie, wordt binnenkort
genomen. Deze beslissing hangt niet alleen af van de veiligheidssituatie en de
capaciteit van het Afghaanse leger en de politie. Ook de kwaliteit van het lokaal
bestuur en de sociaal economische situatie spelen een belangrijke rol in het
besluitvormingsproces. Alle inspanning is er op gericht om het transitieproces in
2014 af te ronden. Hierbij is het belangrijk dat het transitieproces zorgvuldig
geïmplementeerd wordt en dat provincies of districten alleen worden
overgedragen als aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Verbetering op het
gebied van lokaal bestuur en sociaal-economische ontwikkeling blijft echter nog
achter op die van leger en politie. De minister van Buitenlandse Zaken heeft
tijdens zijn bezoek aan Afghanistan benadrukt bij de Afghaanse autoriteiten dat
bij zorgvuldige overdracht van verantwoordelijkheden behalve voor veiligheid ook
Pagina 6 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
nadrukkelijke aandacht moet zijn voor zaken als goed bestuur, het tegengaan van
corruptie, Rule of Law en mensenrechten.
Als deel van het plan om in 2014 het transitieproces te hebben afgerond, zijn veel
landen bezig hun troepensterkte te heroverwegen. Nederland is in de uitvoering
van de geïntegreerde politietrainingsmissie afhankelijk van de steun die door de
lead nation Duitsland en door de aanwezige Amerikaanse troepen wordt geleverd.
Daarom is het van belang dat Nederland inzicht heeft in de Duitse en Amerikaanse
plannen en de gevolgen ervan voor de Nederlandse bijdrage. Nederland houdt
hierover nauw contact met beide landen. Uitgangspunt hierbij is dat er voldoende
capaciteit in Kunduz aanwezig is om de veiligheid van het Nederlandse personeel
en uitvoering van de missie te kunnen ondersteunen.
Veiligheidssituatie
In heel Afghanistan is het aantal geweldsincidenten in het eerste halfjaar van
2011 licht gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In Kunduz lag
het absolute aantal geweldsincidenten in de eerste helft van 2011 lager dan in
dezelfde periode in 2010. Daar staat tegenover dat het aantal bermbomincidenten
en zelfmoordaanslagen in de provincie Kunduz is toegenomen.
Na een periode van bijna een jaar, waarin het internationale kamp in Kunduz geen
doelwit van aanslagen was, werd het op 9 en 11 september jl. beschoten met
raketten. Hierbij werd geen schade aangericht. Er zijn momenteel geen
aanwijzingen dat de opstandelingen over voldoende plannen en middelen
beschikken om dit in de (nabije) toekomst te herhalen. Om deze redenen blijft het
huidige lage dreiging niveau voor indirecte beschietingen voor deze locatie
gehandhaafd.
In Afghanistan heeft de afgelopen periode een aantal moordaanslagen op
Afghaanse hoogwaardigheidsbekleders plaatsgevonden, zowel landelijke
prominenten zoals de voorzitter van de High Peace Council, de halfbroer van de
president en de oud-gouverneur van Uruzgan, als lokale machthebbers. Ook in
Kunduz en in omliggende provincies werden met gerichte aanslagen slachtoffers
gemaakt, zoals de commandant van de noordelijke politiezone, de
politiecommandanten van Kunduz en Takhar en de districtsgouverneur van
Chahar Darah. Hoewel de betrokkenheid van de Taliban niet in alle gevallen is
vastgesteld en sprake kan zijn van andere motieven, lijkt een landelijke trend zich
af te tekenen waarbij de Taliban zich in toenemende mate op Afghaanse
autoriteiten richten om hiermee het transitieproces te frustreren.
De recente aanslagen in Kabul duiden erop dat de hoofdstad voor de
opstandelingen fungeert als een specifiek gebied van interesse, vooral vanwege
haar hoge symbolische waarde en zetel van de centrale overheid.
Daarnaast zijn het ISAF-hoofdkwartier, vele diplomatieke posten en internationale
organisaties in de stad gevestigd. De Afghaanse autoriteiten in Kabul zijn nu
primair verantwoordelijk voor het waarborgen van de veiligheid in de stad. Daarbij
hebben zij getoond met beperkte internationale steun te kunnen optreden tegen
grote, gecompliceerde aanvallen.
Aanslagen die worden uitgevoerd door infiltranten vormen een reële dreiging. In
de praktijk blijken de meeste aanslagen die worden gerelateerd aan infiltratie te
zijn uitgevoerd door opstandelingen die zich met een nagemaakt uniform
voordoen als agent of militair. Daarnaast komt het voor dat Afghaanse militairen
Pagina 7 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
of agenten worden geïntimideerd en gedwongen om mee te werken aan
gewelddadigheden. In de beide gevallen gaat het niet om echte infiltranten. Er
zijn geen bewijzen voor systematische, vooropgezette infiltratie van de Taliban in
het Afghaanse politie of het leger.
De veiligheidssituatie in Kunduz verschilt per district en periode. Hoewel het
aantal geweldsincidenten is afgenomen ten opzichte van vorig jaar, is deze trend
fragiel en niet onomkeerbaar. De aanslagen waar ook het Afghaanse leger, politie
en autoriteiten en de coalitietroepen slachtoffer van zijn geweest, toont dit aan.
De voedingsbodem voor instabiliteit blijft aanwezig en opstandelingen hebben de
intentie om verloren invloed terug te winnen.
Inhoudelijke rapportage over de doelstellingen van de geïntegreerde
politietrainingsmissie
Civiele politie
Inzet Afghan Uniformed Police (AUP)
Bij het voornemen van het opleiden en begeleiden van politieagenten is heel
bewust gekozen voor de AUP. Binnen de Afghan National Police (ANP) houdt de
AUP zich namelijk bezig met community policing en voert zij herkenbaar civiele
taken uit. Deze worden omschreven in de Afghaanse Nationale Politiestrategie en
omvatten onder meer het handhaven van openbare orde en veiligheid, het
verrichten van opsporingsactiviteiten en het optreden in noodsituaties. De
strategie voorziet niet de inzet van AUP voor offensieve militaire acties. Het valt
niet uit te sluiten dat de AUP wordt geconfronteerd met gewapend geweld. In dat
geval kan de AUP handelend optreden, uit zelfverdediging en ter bescherming van
de bevolking. De afspraak die is gemaakt met de Kamer, dat civiele politie civiele
taken moet uitvoeren, is onderschreven door meerdere gezagsdragers in
Afghanistan en staat dan ook als toezegging overeind. De brief van gouverneur
Jegdalek en de politiecommandant hierover wordt als bijlage bij deze brief
meegestuurd, zoals verzocht op 8 september 2011 (kenmerk 27925-
428/2011D42446).
Basisopleiding
De Afghaanse overheid bepaalt in overleg met NTM-A en internationale partners
de prioriteiten in de opleidingen van de Afghan National Police. De Afghaanse
overheid is leidend in het kader van de transitie; Afghanisering staat voorop.
In de afgelopen periode bleek dat de cijfers mbt politieaantallen van NTM-A niet
geheel overeen kwamen met die van de Afghaanse autoriteiten en dat bovendien
verschillen bestonden tussen nationale en provinciale cijfers. Bij de inventarisatie
van het zittende politiebestand in Kunduz bleek dat veel agenten administratief op
posities van kaderleden (onderofficieren) zijn geplaatst. Inmiddels is duidelijk
geworden dat de huidige Tashkeel (de totale omvang) van de lagere rangen
grotendeels gevuld is en dat er grotere behoefte is aan kader. De Afghaanse
autoriteiten en NTMA hebben daarom besloten de komende periode meer prioriteit
te geven aan het opleiden van AUP onderofficieren. De rekrutering van nieuwe
patrol men voor Kunduz zal de komende periode voor de AUP dus minder prioriteit
hebben.
De NTM-A proef met de nieuwe achtweekse basisopleiding is de afgelopen
maanden op verschillende locaties door NAVO-partners uitgevoerd. De resultaten
waren positief en NTM-A heeft besloten om per 1 oktober in heel Afghanistan de
Pagina 8 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
basisopleiding te verlengen van zes naar acht weken. Nederlandse instructeurs
zijn nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het curriculum van deze
nieuwe achtweekse opleiding, genaamd Initial Police Training Course. Ook zijn
Nederlandse trainers op 1 oktober van start gegaan met de acht weekse
basisopleiding op het German Police Trainings Center (GPTC) in Kunduz. De eerste
lichting voor de basisopleiding bestaat uit tien rekruten voor de AUP en twintig
AUP agenten uit Kunduz die tot op heden nog geen enkele opleiding hebben
genoten. De dertig agenten hebben hun intrek genomen in het opleidingscentrum.
Nederland zal in oktober met Duitsland ook een tweeweekse training verzorgen
voor in principe twaalf vrouwelijke agenten die al werkzaam zijn binnen de AUP in
Kunduz.
Ruim een derde van de aanwezige AUP patrol men in Kunduz heeft nooit eerder
een basis opleiding gevolgd. Nederland zal deze agenten de achtweekse
basisopleiding geven, waarna zij samen met hun overige collega's uit Kunduz in
de POMLT fase een tienweekse aanvullende opleiding krijgen. De Kunduz AUP die
wel eerder de traditionele zesweekse basisopleiding kregen, zullen in de POMLT
fase twee weken extra aanvullende opleiding krijgen zodat zij uiteindelijk de door
Nederland geplande volledige achttienweekse opleiding krijgen.
Dit betekent dat er voor genoemde opleidingen capaciteit nodig is voor:
. reeds in Kunduz aanwezige AUP agenten zonder eerdere opleiding
. reeds in Kunduz aanwezige AUP agenten met eerdere zesweekse opleiding
en
. kleine groepen vrouwelijke AUP agenten voor Kunduz
Op grond van deze opleidingsbehoefte is er geen volledige dagtaak voor alle 20
KMar basistrainers. Er wordt momenteel in samenspraak met NTM-A en de
Afghaanse overheid bekeken welke capaciteit nodig is en hoe deze het beste kan
worden ingezet. Daarbij kan worden gedacht aan toevoegen aan het werk van de
POMLTs, bijdragen aan het reeds lopende train the trainer programma en training
van onderofficieren van de AUP. Uiteraard zal de samenstelling en omvang van dit
onderdeel van de missie indien nodig worden aangepast aan de geconstateerde
behoeftestelling, binnen de eerder met de Kamer overeengekomen grenzen. De
Kamer zal hierover in dit geval worden geïnformeerd.
Samenstelling AUP
Alle door Nederland op te leiden AUP zullen op het GPTC herhaaldelijk op
drugsgebruik worden gecontroleerd en bij geconstateerd gebruik worden
verwijderd. Bovendien hebben Nederlandse trainers het recht om slecht
gemotiveerde AUP weg te sturen. Formeel speelt de etnische balans van agenten
voor de Afghaanse overheid een beperkte rol. Uit gesprekken met het ministerie
van Binnenlandse Zaken is wel gebleken dat de Afghaanse overheid doordrongen
is van het belang van een goed gebalanceerde samenstelling van de politiemacht.
De door Nederland opgeleide agenten worden in de regel geplaatst binnen
bestaande politieteams, waarbij in de praktijk wordt gepoogd eenzijdige
samenstelling te voorkomen. Bij de eerste groepen agenten die Nederland gaat
opleiden, zal worden gekeken welke etnische samenstelling de agenten voor de
provincie Kunduz in de verschillende districten hebben en in welke teams zij na de
opleiding worden geplaatst. Als naar ons oordeel sprake is van teams met te
eenzijdige samenstelling, zal samen met de Afghaanse verantwoordelijken voor de
rekrutering en plaatsing worden gekeken welke mogelijkheden er zijn om daar
verbetering in aan te brengen.
Pagina 9 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
Police Mentoring and Liason Teams (POMLTs)
Na voltooiing van de In Theater Training zijn de Nederlandse POMLTs met hun
werkzaamheden gestart. Gedurende de rapportageperiode waren dit voornamelijk
voorbereidende werkzaamheden, waaronder het verkennen van routes,
kennismaken met de politie op het politie-hoofdkwartier en de Police Sub Stations
(PSSs) en inventariseren van de behoeften aan Afghaanse zijde op het gebied van
kennis en training alsook materieel en infrastructuur. Het gaat in deze fase ook
om het winnen van het vertrouwen van de lokale politiecommandanten en
agenten. De eerste reacties van de Provincial Chief of Police (PCHoP) en de
commandanten van de PSSs zijn positief. De politiechefs hebben hun prioritaire
trainingsonderwerpen aangegeven en zijn behulpzaam bij het opzetten van de
opleidings- en mentoring systematiek.
Een deel van de politie in Kunduz heeft alleen de zesweekse basis opleiding
genoten, anderen nog geen enkele vorm van training. Bij de verkenningen is
geconstateerd dat het functioneren in de praktijk soms weinig effectief is; het
ontbreekt de Afghaanse politie vaak aan de vaardigheden om standaard
politietaken goed te kunnen uitvoeren. De politie opereert over het algemeen
vanuit statische posities, zoals het Police Head Quarters (PHQ), de PSSs en
verschillende checkpoints. Regelmatige patrouilles zijn geen standaardprocedure.
De politie is daarnaast niet gewend om direct contact te hebben met de bevolking;
dit loopt doorgaans via lokale gemeenschapsleiders. Deze onderwerpen zullen
daarom in de door Nederland ontworpen tienweekse aanvullende training aan bod
komen.
Specifieke aandacht wordt besteed aan community policing. Problemen die op dit
gebied zijn geconstateerd, zijn onder meer zwak leiderschap, slechte
informatiedeling binnen het politieapparaat, gebrekkige waarborging van
anonimiteit van burgers die aangifte doen, corruptie en agressief optreden door de
Afghaanse politie richting de burgers. In Kunduz zijn ook NGOs actief op het
gebied van community policing, met name het Duitse Gesellschaft fur
Internationale Zusammenarbeit (GIZ), die via buurtcomités proberen het contact
tussen politie en bevolking te bevorderen. GIZ heeft als doel het civiel opereren
van de politie beter te verankeren in de Afghaanse maatschappij. Zie hierover
eveneens de brief aan uw Kamer van 30 juni 2011 (Kamerstuk 29725, nr. 430).
In de maanden juli en augustus zijn verschillende activiteiten ontplooid, zoals de
organisatie van trainingen, workshops en activiteiten om burgerparticipatie te
bevorderen.
Er zijn concrete afspraken over de praktische uitvoering van de trainingen
gemaakt. Het is ondoenlijk en niet wenselijk om agenten tien weken
aaneengesloten van hun post te halen. Hierdoor zou de operationele inzet van de
AUP teveel onder druk komen te staan. Om die reden wordt de tienweekse
aanvullende training in modules verdeeld, die in een POMLT periode van ongeveer
5 maanden gegeven worden. De losse modules zullen bij elkaar op worden geteld
tot een periode van 10 weken. Deze modules van de POMLTs zullen in nauw
overleg met de Afghaanse autoriteiten worden ingepland. Voor het klassikale deel
van de additionele tienweekse opleiding is een veilige locatie gevonden in de buurt
van de basis in Kunduz, binnen een bewaakt voormalig Afghan National Army
(ANA) kamp.
Pagina 10 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
Uitrusting
Nederland werkt in overleg met de Afghaanse autoriteiten en NTM-A aan een
inventarisatie van de behoefte in Kunduz aan scherfvesten. De insteek is om niet
individueel uit te reiken, maar per locatie (politiebureau) de noodzakelijke
hoeveelheid voor operationele inzet zeker te stellen. Zo wordt ook bij de
doorstroom van agenten de aanwezigheid van voldoende scherfvesten
gewaarborgd.
Tracking & tracing
De geïntegreerde politietrainingsmissie heeft, omdat het Afghaanse systeem nog
niet geschikt bleek, een eigen agent-volg-systeem ontwikkeld. Door gebruik van
digitale persoonsdossiers kan worden bijgehouden welke lessen en begeleiding de
door Nederlandse instructeurs opgeleide agent heeft gehad. Naast het
personeelsdossier is ook een education book ontwikkeld, waarin de POMLTs de
vorderingen van de Afghaanse politieagenten bijhouden tijdens de
begeleidingsperiode en de tienweekse aanvullende opleiding. Het gebruik van
biometrische gegevens van de rekruten in combinatie met het huidige
betalingssysteem zal het mogelijk moeten maken agenten ook na hun opleiding te
volgen.
Alfabetisering
Ook op het gebied van alfabetisering werkt Nederland samen met GIZ, die ook
voor Duitsland alfabetiseringsonderwijs verzorgt in de provincie Kunduz. In
aanvulling op de alfabetisering tijdens de basisopleiding zal GIZ onder meer als
onderdeel van de tienweekse aanvullende training aan de rekruten taalonderwijs
verschaffen op verschillende niveaus met lesmateriaal dat aandacht besteedt aan
onderwerpen als mensenrechten en geweld tegen vrouwen. Het onderwijs wordt
afgestemd op de werkzaamheden in het veld van de agenten.
Versterking hoger en midden kader politie
De Nederlanders in de EUPOL politiemissie hebben als doel te werken aan de
versterking en ontwikkeling van het hoger en midden kader van de civiele politie
en het bredere justitiële kader in heel Afghanistan. Een gedeelte van de
Nederlanders die actief zijn in EUPOL in Kabul werkt aan het ontwikkelen van het
Staff College, het trainingscentrum in Bamiyan en het Criminal Investigation
Department in Kabul. In de vaste staf van het Training Centre Development
Department (TCDD), waarvan het Staff College een onderdeel is, zijn Nederlandse
onderwijsontwikkelaars werkzaam. Het TCDD wordt daarnaast regulier en op adhoc
basis ondersteund door verschillende EUPOL afdelingen waar specialistische
vakkennis aanwezig is, zoals vanuit de Training Support Cells en vaktechnische
afdelingen als Intelligence Led Policing. In deze afdelingen zijn Nederlanders
werkzaam die, naast hun reguliere specialistische trainingen en ontwikkeling van
onderwijsprogramma's, regelmatig actief bijdragen aan de ontwikkeling van het
Staff College. Daarnaast vervult Nederland conform het verzoek van de Kamer
twee posities bij de strategische plannings- en rapporteringseenheid en is een
Nederlandse deskundige op het gebied van kinderbescherming werkzaam bij het
Ministerie van Binnenlandse Zaken als adviseur op het gebied van mensenrechten
en gender. Ook een aantal EUPOL adviseurs werkt dagelijks als mentor van het
hoger en midden kader op het Afghaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Ministerie van Justitie en binnen de Afghaanse Nationale Politie. Dit mentorschap
is een belangrijk instrument om kennis te delen en over te dragen aan de
Afghanen. Daarnaast is het staand EUPOL beleid om in Kabul
gestationeerde trainers op ad-hoc basis voor korte perioden in te zetten om ook
Pagina 11 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
buiten Kabul EUPOL specialistische trainingen te verzorgen. Nederland is verder
zeer nauw betrokken bij de institutionele hervorming van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken in het onlangs door NTM-A, EUPOL en het ministerie
opgezette International Police Policy Development (IPPD) project.
Nederland draagt actief bij aan de uitvoering van het City Police and Justice
Programme (CPJP) in Kunduz. In de afgelopen periode is veel geïnvesteerd in
contacten met het hoog en middenkader van de Afghaanse politie en justitiële
sector in Kunduz om te bezien welke trainingsbehoefte zij hebben. Voor de maand
september en oktober staan verschillende trainingsactiviteiten op stapel op het
gebied van Rule of Law, criminal investigation en een train the trainer cursus.
Daarnaast begeleidt het EUPOL team een aantal stafmedewerkers bij hun werk,
zoals het hoofd van het Criminal Investigation Department (CID) in Kunduz. Dit
soort werkzaamheden zal in de toekomst worden uitgebreid als er meer capaciteit
binnen het CPJP beschikbaar is.
Samenwerking politie - aanklager
Voor de start van de geïntegreerde politietrainingsmissie werkte GIZ al samen
met de politie en aanklagers in twee districten in Kunduz om de operationele
samenwerking en administratieve efficiëntie te verbeteren. Met Nederlandse
financiering worden deze activiteiten momenteel uitgebreid naar de overige
districten in Kunduz. Daartoe zijn al de nodige stappen gezet zoals ontmoetingen
tussen aanklagers en politie en intensieve praktijkbegeleiding in alle districten.
Ook worden juridische trainingen over strafrechtelijk onderzoek gegeven aan
justitiemedewerkers.
Coördinatie tussen deze activiteiten en de werkzaamheden van de POMLTs, de
trainingen van EUPOL, het Max Planck Instituut en het Amerikaanse Justice Sector
Support Programme vinden plaats via het maandelijkse Rule of Law coördinatie
overleg dat Nederland organiseert en leidt.
Aanvullende experts
Naast de programma's heeft Nederland ter versterking van de samenwerking
tussen politie en aanklagers een politie-expert geselecteerd die voor UNAMA naar
Kunduz wordt uitgezonden en zal op korte termijn een Rule of Law expert bij
UNAMA aan het werk gaan. Zodra er overeenstemming bestaat over de
functieomschrijving, kan deze persoon worden geworven. Door de Nederlandse
ondersteuning van de UNAMA-capaciteit in de provincie kunnen de VN een betere
coördinerende rol spelen bij de opbouw van de rechtstaat.
Daarnaast heeft Nederland een expert in community policing als kandidaat
voorgesteld bij UNDP/Law and Order Trust Fund Afghanistan. Ook levert
Nederland op korte termijn een jurist als stafchef bij de NAVO/ISAF Rule of Law
Field Support Mission. Zoals besproken in het meest recente Algemeen Overleg
van 26 april 2011 zal de plaatsing van een religieuze minderhedenexpert op
nationaal niveau worden vormgegeven. In samenspraak met de EU beoogt
Nederland bij het kantoor van de EU speciale Vertegenwoordiger een
mensenrechtenexpert te plaatsen, die zich onder meer met de positie van
religieuze minderheden zal bezig houden. De selectieprocedure hiervoor is reeds
vergevorderd. Tevens zal de Nederlandse politiek adviseur in Kunduz aandacht
besteden aan de positie en bescherming van religieuze en etnische minderheden.
Pagina 12 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
De inzet van Rule of Law experts op strategische posities zal de komende tijd
geleidelijk blijven toenemen, waarbij wel telkens zal worden gekeken naar de
effectiviteit en de toegevoegde waarde.
De inzet van de internationale gemeenschap in het noorden van Afghanistan
wordt voor een belangrijk deel vanuit het ISAF hoofdkwartier Regional Command
North (RC(N)) in Mazar-e-Sharif aangestuurd en gecoördineerd. Voor het behalen
van de Nederlandse doelen voor de politietrainingsmissie in Kunduz is het van
belang dat Nederland op het noordelijke hoofdkwartier vertegenwoordigd is.
Nederland zal daarom op korte termijn een diplomaat als staffunctionaris binnen
RC(N) plaatsen. De voorbereidingen hiervoor zijn in de afrondende fase.
Justitiesector
Het Max Planck Instituut (MPIL) is in september begonnen met een reeks
trainingen voor rechters, openbaar aanklagers en andere medewerkers in de
justitiële sector op het gebied van rechtsethiek. In oktober en november volgt een
reeks trainingen op het gebied van landrecht en in december vindt de
strafrechtcursus plaats. Daarnaast is MPIL begonnen met het verstrekken van
wetteksten en juridische handleidingen, aangezien daar een grote behoefte aan is.
GIZ heeft met Nederlandse financiering de Afghaanse orde van advocaten (Afghan
Independent Bar Association - AIBA) ondersteund bij het opzetten van een
kantoor in Kunduz. Dit kantoor is gerenoveerd, gemeubileerd en voorzien van
computers e.d. om operationeel te kunnen zijn. De officiële opening heeft op 18
september jl. plaatsgevonden.
GIZ is daarnaast begonnen met activiteiten ter versterking van de lokale (huqooq)
afdelingen van het ministerie van Justitie die als schakel fungeren tussen de
formele en de informele (gewoonterecht en religieus recht) justitiesector.
Afghanistan kent al eeuwen een hybride systeem van formeel en informeel recht.
Door versterking van Huqooq afdelingen wordt beoogd het toezicht van het
formele op het informele systeem te vergroten en wordt ingezet op betere
bescherming van basisrechten binnen het informele systeem. In juli en augustus
zijn voorbereidende werkzaamheden gestart waarbij lokale huqooq directeuren en
vertegenwoordigers van het ministerie van Justitie hun prioriteiten ten aanzien
van capaciteitsopbouw en coördinatie hebben geformuleerd. Ook is een reeks
trainingen voor trainers gestart, onder andere op het gebied van burgerlijk recht,
landrecht en conflictbeslechting. In september zijn in twee districten juridische
trainingen gepland waarbij in totaal 50 gemeenschapsleiders een training
ontvangen.
GIZ voorziet ook in de bouw en renovatie van huqooq kantoren. In de
zomermaanden is begonnen met de voorbereidingen van de bouw van de
provinciale vestiging van het ministerie van Justitie in Kunduz stad. Ook zijn de
voorbereidingen in gang gezet voor de bouw van zes huqooq kantoren en zes
kantoren voor de aanklagers in de verschillende districten.
Zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 30 juni 2011 zullen jaarlijks tien
studiebeurzen worden verstrekt, waarvan de helft is bedoeld voor vrouwen. De
meest aangewezen modaliteit hiervoor wordt momenteel bepaald.
Verbetering bewustzijn, acceptatie en toegang tot het rechtssysteem
Een onderdeel van het Nederlandse rechtstaatprogramma betreft het versterken
van begrip, kennis en bewustwording op het terrein van mensenrechten,
Pagina 13 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
vrouwenrechten en (religieuze) tolerantie. In samenwerking met de Afghaanse
afdeling van de BBC wordt momenteel gewerkt aan de voorbereiding van
'edutainment' programma's.
The Asia Foundation (TAF) is op 1 augustus gestart met een project om de
toegang tot het recht voor vrouwen te vergroten. Gelet op de gevoeligheid van
het onderwerp is gekozen voor de overdracht van kennis over de rechten van
vrouwen via lokale en nationale vrouwennetwerken. Ook heeft TAF een door de
Afghaanse regering goedgekeurd brochure over toegang tot het recht voor
vrouwen verspreid in het Dari.
Zoals in de rechtsstaatbrief van eind juni is vermeld, gaat CPAU in het najaar in
Kunduz onderzoek doen naar traditionele methoden van conflictbeslechting,
evenals naar de positie van vrouwen en kwetsbare groepen binnen het
rechtsbestel. Specifieke aandacht bestaat voor de wijze waarop deze positie
versterkt kan worden.
Organisatie van de missie
Aansturing van de missie
Inmiddels is invulling gegeven aan de civiele en militaire aansturing van de missie.
Aan het hoofd van de geïntegreerde politietrainingsmissie staat een coördinerend
management team (CMT) dat bestaat uit de civiele vertegenwoordiger
(Buitenlandse Zaken), de hoogste militaire commandant van de Police Training
Group (Defensie) en de hoogste civiele politiefunctionaris (Veiligheid en Justitie),
die tevens onder EUPOL valt. Deze samenstelling verzekert een geïntegreerde
aanpak in het veld. Dit Nederlandse team zorgt voor de coördinatie om onder
meer de informatieoverdracht en samenwerking te verbeteren. De civiele
vertegenwoordiger wordt bijgestaan door een politiek adviseur (POLAD) en een
Rule of Law adviseur (ROLAD), die verantwoordelijk zijn voor de diplomatieke
contacten en het rechtsstaatontwikkelingsprogramma. Op korte termijn zal een
civiele woordvoerder aan dit team worden toegevoegd.
Samenwerking met Duitsland
De missie werkt bij de uitvoering van deze activiteiten nauw samen met lead
nation Duitsland. Zo heeft Nederland, mede op expliciet verzoek van Duitsland,
binnen het PRT de coördinatie voor rechtstaatontwikkeling op zich genomen. Ook
op hoofdstedelijk niveau wordt periodiek overleg gevoerd met Duitsland over alle
relevante aspecten van de missie en actuele zaken. Tevens zijn afspraken
gemaakt over de wijze waarop de Nederlandse diplomaten in Kunduz ingebed
worden in het Duitse PRT. De samenwerking met Duitsland verloopt voorspoedig.
Opbouw van de missie
Vanaf eind maart 2011 is een Deployment Element in Kunduz aan het werk
geweest om (tijdelijke) infrastructuur te bouwen, en al het benodigde materieel op
te vangen en gereed te maken en voorraden aan te leggen. De logistieke
wederzijdse ondersteuning tussen Duitsland en Nederland is vastgelegd in een
Memorandum of Understanding. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van de
activiteiten op het gebied van politietraining en zijn de eerste contacten gelegd
met de politie in Kunduz. Sinds begin juli zijn vrijwel alle functionarissen (zowel
civiel als militair) die deel uitmaken van de PTG, in Kunduz aanwezig, evenals het
aan het hoofdkwartier van Regional Command North (RC(N), het Hoofdkwartier
Pagina 14 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
van ISAF, ISAF Joint Command en NATO Training Mission-Afghanistan toegezegde
personeel.
In antwoord op schriftelijke vragen is in de brief van 25 augustus 2011 ingegaan
op de logistieke uitdagingen die deze missie kenmerken (Kamerstuk Handelingen
2010-2011, nr. 4313). Deze hebben echter niet geleid tot operationele
consequenties voor de taakuitvoering van de Police Training Group (PTG). De
missie beschikt momenteel over alle essentiële voertuigen en voldoende munitie
(mede door steun van ISAF-partners) om de taken te kunnen uitvoeren. In het
geval van grote vertragingen of nadelige gevolgen voor de missie, zal uw Kamer
onverwijld worden geïnformeerd.
Infra en legering
Eind maart is de bouw begonnen van de tijdelijke infrastructuur, bestaande uit
ongepantserde werk- en legeringscontainers, op de Duitse basis in Kunduz. Sinds
begin juni is het Nederlandse personeel in Kunduz daar gelegerd. Ter bescherming
van het personeel zijn rondom de containers beschermingsconstructies gebouwd.
Daarnaast zijn voor onderhoudswerkzaamheden en welzijn enkele grote tenten
opgezet. De locatie van de permanente infrastructuur, vier legeringsgebouwen en
een kantoorgebouw, is inmiddels bekend. De gebouwen zullen naar verwachting
vanaf eind februari 2012 gefaseerd in gebruik worden genomen. Dit is later dan
voorzien, omdat het ontwerp, de inpassing in Duitse bouwplannen en de daaraan
gekoppelde aanbesteding meer tijd vroegen dan gepland.
Op de multinationale basis in Mazar-e Sharif wordt personeel van de Air Task
Force (ATF) gelegerd en tewerkgesteld. Per november 2011 zal ook het
Nederlandse Contingentscommando, dat momenteel nog in Kandahar zit, zijn
intrek op de multinationale basis nemen. Nu al is er logistiek ondersteunend
personeel van het National Support Element aanwezig. Het personeel woont en
werkt sinds half juni in tenten. Begin juni is begonnen met de bouw van de
permanente infrastructuur, die naar verwachting eind december 2011 gereed is.
De F-16 opstelplaatsen die in Mazar-e-Sharif worden gebouwd, zijn op 1
november 2011 gereed zodat de F-16's dan ook volledig operationeel inzetbaar
zijn. In de tweede helft van oktober zijn de Nederlandse F-16's niet operationeel
inzetbaar vanwege de verplaatsing van Kandahar naar Mazar-e-Sharif. Gedurende
die periode worden de taken waargenomen door partners.
Tolken
Voor alle geplande opleidings- en begeleidingstaken van de POMLT's en
basisopleiders zijn uiteindelijk twintig tolken nodig. Via de lead nation wordt met
een lokale onderneming onderhandeld over de inzet van lokale tolken. Tijdelijk
wordt gebruik gemaakt van extra tolken uit Nederland en van een aantal tolken
ingehuurd door Duitsland. Ook voor de langere termijn zal een aantal tolken van
Duitsland worden ingehuurd.
Opbouw EUPOL component
Aan de Kamer is toegezegd dat EUPOL structureel versterkt wordt met 40
Nederlandse civiele politiefunctionarissen, waarvan 25 in Kabul en vijftien in
Kunduz, en vijf Rule of Law experts in Kunduz. Op dit moment werken 33
Nederlanders in de EUPOL-missie in Afghanistan. De verhoging van de
Nederlandse bijdrage via de EUPOL Call for Contributions verloopt naar
verwachting. Voor het aannemen en plaatsen van mensen in de missie blijft
Nederland echter afhankelijk van het Brusselse selectieproces. In Kabul zijn
Pagina 15 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
momenteel 23 civiele politiefunctionarissen en zes civiele experts actief. In
Kunduz wordt met behulp van Nederland het EUPOL City Police and Justice
Programme (CPJP) uitgevoerd. Daar zijn nu zeven EUPOL'ers actief, waaronder
drie Nederlandse civiele politiefunctionarissen en een Nederlandse rule of law
expert. De Nederlandse politiefunctionaris die leiding geeft aan dit team, maakt
ook deel uit van het management team van de geïntegreerde
politietrainingsmissie om de samenwerking tussen de verschillende
missieonderdelen te verzekeren. Dit jaar wordt het CPJP Kunduz geleidelijk
uitgebouwd tot volledige sterkte. Volgens de huidige planning betekent dit dat
naar verwachting aan het eind van dit jaar 25 functies zijn ingevuld, waarvan 20
door Nederland (vijftien civiele politiefunctionarissen en vijf Rule of Law
medewerkers).
Samenwerkingsovereenkomst en nazorg
De ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie hebben in augustus 2011
een raamovereenkomst getekend inzake de samenwerking op het gebied van de
uitzending van politiefunctionarissen in vredesmissies. De overeenkomst heeft
onder andere betrekking op de opleidingen en algehele voorbereiding, de (na)zorg
voor uitgezonden politiefunctionarissen en de ondersteuning bij calamiteiten. Per
missie zullen op onderdelen nadere samenwerkingsafspraken worden gemaakt. In
de achterliggende maanden is daarnaast veelvuldig samengewerkt door Politie
(Veiligheid en Justitie) en Defensie om een model uit te werken waarbij de nazorg
van de politie is gecentraliseerd en waar opportuun aansluiting voor het hele
zorgsysteem wordt gezocht bij Defensie. In de praktijk wordt al in de geest van
dit model gewerkt. De komende maanden wordt dit model in de zorgprocessen
van zowel de politie als Defensie geïmplementeerd.
Financiën
In de brief van 7 januari 2011 (Kamerstuk 27 925 nr. 415) is gemeld dat de
additionele uitgaven van de geïntegreerde politietrainingsmissie voor 2011 werden
geraamd op ¤ 122,3 miljoen. Op basis van de ontwikkelingen sindsdien is deze
raming verlaagd naar ¤105,8 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door de gefaseerde
opbouw van de missie vanaf 1 mei 2011, de latere verhuizing van de F-16's en
ondersteunende elementen vanuit het zuiden naar Mazar-e-Sharif en de latere
realisatie van delen van de infrastructuur. Van het totaal aan neerwaartse
bijstelling in 2011 schuift ¤ 7,0 miljoen aan uitgaven voor de infrastructuur door
naar 2012. Hiermee wordt de raming voor 2012 verhoogd naar ¤ 116,3 miljoen.
Voor 2013, 2014 en 2015 blijven de ramingen vooralsnog ongewijzigd op
respectievelijk ¤ 109,3 miljoen, ¤ 94,4 miljoen en ¤ 32,5 miljoen. Deze uitgaven
komen ten laste van de structurele voorziening "uitvoeren
crisisbeheersingsoperaties" binnen de Homogene Groep Internationale
Samenwerking (HGIS) op de defensiebegroting en het artikel "civiele
crisisbeheersingsmissies/uitzending politiefunctionarissen" binnen de HGIS op de
begroting van Veiligheid en Justitie.
Overige zaken
Redeployment
De redeployment van het materieel dat tijdens de missie in Uruzgan werd gebruikt
is nagenoeg voltooid. Nadat afgelopen zomer de verlenging van de startbaan van
Kamp Holland in Tarin Kowt een feit is geworden, zijn de laatste drie zware
pantservoertuigen naar Nederland getransporteerd. Er is nu geen Nederlands
materieel meer in Uruzgan.
Pagina 16 van 16
Onze Referentie
DVB/CV-310/11
Een deel van het materieel van de missie in Uruzgan is via de basis in Kandahar
ten behoeve van de geïntegreerde politietrainingsmissie naar Noord Afghanistan
getransporteerd. Tevens is een deel van het materieel reeds naar Nederland
afgevoerd of aan partners verkocht. In de komende maanden wordt het materieel
van de Air Task Force op de basis in Kandahar dat niet in Noord Afghanistan nodig
is, eveneens terug naar Nederland vervoerd. De Nederlandse bijdrage aan de staf
van Regional Command South en de medische faciliteit op Kandahar wordt per
november 2011 beëindigd.
In de brief van 28 september 2010 (Kamerstuk 27 925 nr. 405) is gemeld dat de
additionele uitgaven van de redeployment werden geraamd op ¤ 211 miljoen.
Door wijzigingen bij de Redeployment Taskforce (kleinere omvang en eerder dan
voorziene afbouw) en bij het transport en herstel van materieel (afstoting en
schenking van materieel in het missiegebied, afstoting van materieel als gevolg
van de maatregelen in de beleidsbrief, verplaatsing van materieel naar Noord-
Afghanistan voor de geïntegreerde politietrainingsmissie), is deze raming
inmiddels verlaagd naar ¤ 158 miljoen. Deze uitgaven komen in de periode 2010-
2012 ten laste van de structurele voorziening "uitvoeren
crisisbeheersingsoperaties" binnen de HGIS op de defensiebegroting.
AWACS
Begin augustus 2011 heeft de Noord Atlantische Raad van de NAVO een nieuw
missieprofiel van de AWACS-inzet voor ISAF goedgekeurd. Na uitgebreide
bestudering van de operationele, logistieke, financiële en veiligheidsaspecten is
besloten te opereren vanuit Afghanistan en niet meer vanuit Turkije. De
Nederlandse participatie blijft in deze nieuwe opzet beperkt tot drie tot vijf
personen (ground & aircrew), maar kan zowel naar boven als beneden afwijken
bijvoorbeeld gedurende rotatieperioden.