CIDI - Centrum Informatie en Documentatie Israël
Endlosung-brief Hitler uit 1919
vr 07-10-2011
Hitler schreef al in 1919 dat hij vond dat de Joden uitgeroeid moesten
worden, 6 jaar voordat 'Mein Kampf' gepubliceerd werd. De brief waarin
hij dit schreef is vanaf 4 oktober in het Museum van Tolerantie in Los
Angeles in de permanente tentoonstelling te bezichtigen.
Er zijn nog steeds holocaustontkenners die beweren dat Hitler dit nooit
gezegd heeft, maar hij deed dit dus al in 1919.
In de vier pagina's lange getypte brief schrijft Hitler over de `Joodse
dreiging' en dat het uiteindelijke doel de `algemene compromisloze
verwijdering van de Joden' moet zijn. Het belang van de brief ligt niet
alleen in het feit dat het de eerste uiting van Hitlers Jodenhaat is,
maar ook dat hij in de brief zegt dat het probleem alleen door `een
regering van Nationale sterkte' opgelost kan worden. Wat toen nog een
privé-opinie was, werd 22 jaar later een blauwdruk voor de uitroeiing
van het Joodse volk. De brief is dan ook een belangrijke schakel in het
proces van Hitlers antisemitische ontwikkeling.
De brief staat bekend als de Gemlich-brief, omdat Hitler de brief aan
naamgenoot Adolf Gemlich schreef. In de laatste maanden van de oorlog
vond de Amerikaanse soldaat William F. Ziegler de brief in een archief
in Neurenberg. In 1988 werd de brief `echt' verklaard door Charles
Hamilton, dezelfde man die de zogenaamde `Hitler Dagboeken' als
vervalsingen ontmaskerde. De brief kwam afgelopen voorjaar in het bezit
van het Amerikaanse Simon Wiesenthal Centrum. Het is de eerste keer
sinds de brief geschreven werd, dat hij tentoongesteld wordt.