Rijksoverheid


7 oktober 2011

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Wolbert (PvdA) en Kuiken (PvdA) over de Bredase aanbesteding van hulp in de huishouding in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) (2011Z16663).

Hoogachtend,

de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Wolbert (PvdA) en Kuiken (PvdA) over de Bredase aanbesteding van hulp in de huishouding in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). (2011Z16663)


1 Bent u ervan op de hoogte dat het college van B&W Breda in de aanbesteding van hulp in de huishouding heeft laten concurreren op prijs en slechts in mindere mate op kwaliteit? 1) 5 Welke voordelen ziet u in deze manier van toepassen van "markt. door gemeenten?
1 en 5
Ik volg de ontwikkelingen in Breda nauwgezet.
Een gemeente dient helder te beschrijven welke kwaliteit ze wenst. Een gemeente kan, zoals de gemeente Breda heeft gedaan, vervolgens aan de "markt. vragen om aan te geven wat gegeven de kwaliteitseisen - een reële prijs voor de dienst is. Op deze manier kan een dienst met een goede prijs/kwaliteitsverhouding worden afgesproken. Belangrijk is dat een gemeente er op toe ziet dat de gevraagde kwaliteit ook daadwerkelijk geleverd wordt. In de door VWS uitgebrachte handreiking "sociaal overwogen aanbesteden. worden verschillende varianten om in te kopen beschreven.
2 Vindt u het een acceptabel gevolg van deze wijze van aanbesteden (de goedkoopste "wint.) voor 1000 medewerkers in de thuiszorg hun baan op de tocht staat?
2
Ik vind het van groot belang dat deze medewerkers voor de zorg behouden blijven. Dat is ook de reden dat in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de zogenoemde "overlegbepaling" is opgenomen. Deze overlegbepaling houdt in dat aanbieders die een opdracht van de gemeente voor het leveren van hulp bij het huishouden verwerven, overleg dienen te voeren over de overname van het betrokken personeel met de partijen die tevoren in opdracht van de gemeente die ondersteuning leverden. Uit onderzoek1 blijkt dat deze overlegbepaling in de praktijk werkt. Ook sociale partners in de sector Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) vinden het behouden van medewerkers voor de zorg van belang getuige de afspraken die zij voor wat betreft de overname van personeel in hun laatste cao-onderhandelingen zijn overeengekomen.


3 Wat vindt u ervan dat 4000 cliënten in Breda nu worden geconfronteerd met een zorgaanbieder die niet uit de regio komt? Denkt u dat de vertrouwdheid, de samenhang en de onderlinge afstemming tussen verschillende zorgaanbieders in de zorgketen hiermee een dienst wordt bewezen? Zullen cliënten geen hinder Pagina 3 van 3 ondervinden als dit los zand gaat worden?

3
Laat ik duidelijk zijn: de cliënt moet centraal staan. Dit betekent dat afstemming in de regionale zorgketen goed geregeld dient te zijn. Deze afstemming is een kwestie van goed organiseren. Ook zorgaanbieders die oorspronkelijk niet uit de regio komen, zijn in staat om dit goed te organiseren.
4 Wat vindt u van de mogelijke consequentie dat de nieuwe aanbieders in Breda de ontslagen medewerkers van de "oude. thuiszorgorganisaties in dienst zullen gaan nemen tegen een lagere salarisschaal dan die bij hun oude werkgever?
4
Werknemers en werkgevers hebben gezamenlijk afspraken gemaakt over arbeidsvoorwaarden. Ook voor de situatie waarin een gemeente met nieuwe aanbieders een contract sluit. Deze afspraken zijn vastgelegd in de cao VVT. Ik ga er vanuit dat medewerkers die bij een nieuwe aanbieder aan de slag gaan, conform deze cao beloond zullen worden. 6 Denkt u dat deze manier van werken helpt om het nijpende probleem van een personeelstekort in de zorg op te lossen? Met andere woorden, is deze manier van werken een visitekaartje voor de thuiszorg? 6
Onrust is nooit goed voor het imago van een sector. Ik betreur dan ook dat deze onrust is ontstaan. Gezien de werking van de overlegbepaling in de praktijk en de cao-afspraken hierover, ga ik er echter vanuit dat deze onrust spoedig voorbij zal zijn. 7 Wat vindt u van andere manieren van inkoop van thuiszorg, bijvoorbeeld door de inzet van zogenoemde "alfacheques"? Vindt u het wenselijk dat daarmee het aantal vrouwen dat als alfahulp werkt hierdoor stijgt? Zo ja, kunt u dat toelichten? 7
Bij gebruik van een alfacheque wordt de ondersteuning geleverd door een alfahulp. De keuze om al dan niet als alfahulp werkzaam te zijn, is afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren van de hulp. Omdat een alfahulp onder de regeling "dienstverlening aan huis. valt, is de cliënt werkgever van zijn hulp. Het is dan ook van groot belang dat de cliënt op de hoogte is van de consequenties van dit werkgeverschap. Daartoe is in de Wmo de geïnformeerde toestemming opgenomen. Dit houdt in dat gemeenten een burger begrijpelijk dienen in te lichten over de consequenties die verbonden zijn aan de keuze voor een individuele voorziening in natura of een pgb (waaronder de alfacheque). Indien een cliënt bewust kiest voor een alfacheque, vind ik dat geen probleem.


1) http://www.bndestem.nl/regio/breda