Rijksoverheid
7 oktober 2011
Vragen van de leden Wilders en Beertema (beiden PVV)
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de leden Wilders en
Beertema van uw Kamer inzake een in Madrid gearresteerde radicale moslim.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met
kenmerk 2011Z15986.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra
Antwoorden op de schriftelijke vragen van
de Kamerleden Wilders en Beertema van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
aan de staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 9 augustus 2011 kenmerk 2011Z15986)
1 Vraag:
Bent u ervan op de hoogte dat Hassan B. de Marokkaan die in de nacht van 21 op
22 juli 2011 werd gearresteerd in Madrid, sinds 2005 werkzaam was als docent op
de Islamitische Universiteit van Europa in Rotterdam? 1)
Antwoord:
Ja, ik heb kennisgenomen van de artikelen in genoemde media.
2 Vraag:
Bent u ervan op de hoogte dat deze man tot twee keer toe in Marokko ter dood is
veroordeeld als moslimterrorist? 2)
Antwoord:
Ja. Zie antwoord op vraag 1.
3
Deelt u de mening dat een moslimterrorist zoals Hassan B. die zich ten doel stelt
om met moord en terreur Marokko om te vormen tot een islamitische staat, in
Nederland nooit zou mogen werken als docent? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ik deel uw mening in die zin dat medewerkers van onderwijsinstellingen en
rechtspersonen voor hoger onderwijs geen gevaar mogen vormen voor de
openbare orde, openbare rust of nationale veiligheid (zie verder het antwoord op
vraag 5). Daarbij wijs ik erop dat vreemdelingen die zich in Nederland willen
vestigen of in het bijzonder naar Nederland komen om arbeid in loondienst te
verrichten voor een werkgever in Nederland, een verblijfsvergunning nodig
hebben. Bij de aanvraag hiervoor wordt o.a. gekeken of de aanvrager een
strafblad heeft in het land van herkomst en of hij een gevaar kan vormen voor de
Nederlandse openbare orde, openbare rust of nationale veiligheid.
Verder wijs ik erop dat de betrokken instelling niet tot de erkende Nederlandse
hoger-onderwijsinstellingen behoort. Ik heb geen bemoeienis met deze instelling
die zich 'universiteit' noemt. Zoals eerder toegezegd (brief van toenmalig
staatssecretaris Van Bijsterveldt van 6 april 2010 naar aanleiding van de motie
van het lid Jan Jacob van Dijk) zijn maatregelen in voorbereiding om wettelijke
begrippen, zoals de naam "universiteit"of "university", beter te beschermen. Doel
is om het gebruik van wettelijke keurmerken (instellingsnaam, graden en titels)
voor te behouden aan instellingen die daartoe op grond van de WHW zijn erkend.
Een wetsontwerp van die strekking kan de Kamer in 2012 tegemoet zien.
4
Was het stichtingsbestuur van de zogenaamde Islamitische Universiteit van
Europa ervan op de hoogte dat Hassan B. een veroordeelde moslimterrorist is? Zo
nee, hoe verklaart u dat deze informatie onbekend was bij het bestuur?
Antwoord:
Ik kan het eerste deel van uw vraag niet beantwoorden, omdat ik geen
bemoeienis heb met de onderhavige instelling. Wat betreft het tweede deel van
uw vraag kan ik melden dat een werkgever die een vreemdeling in dienst wil
nemen die reeds in het bezit is van een verblijfsvergunning, een
tewerkstellingsvergunning moet aanvragen, maar zich niet op de hoogte behoeft
te stellen van de gronden bij de verblijfsvergunning of verdere specifieke
achtergronden van die persoon.
5
Deelt u de mening dat een onderwijsinstelling die onze kernwaarden van vrijheid,
gelijkwaardigheid en emancipatie niet deelt, onmiddellijk gesloten moet worden?
Zo nee, betekent dat dan dat u de vrijheid van onderwijs gunt aan een
onderwijsinstelling die zich baseert op een ideologie die diezelfde vrijheid actief en
met geweld wil vernietigen?
Antwoord:
Indien mij signalen zouden bereiken dat een instelling die opereert binnen het
kader van de Nederlandse onderwijswetgeving, tekortschiet in de naleving van de
wettelijke regels van onze democratische rechtsstaat, zal ik niet aarzelen om de
nodige stappen te zetten. Ik wil overigens nogmaals benadrukken, dat de hier in
het geding zijnde Islamitische Universiteit van Europa op geen enkele wijze door
OCW wordt erkend en niet onder de Nederlandse onderwijswetgeving valt.
Op elke rechtspersoon, dus ook op de Islamitische Universiteit van Europa en de
onderwijsinstellingen die opereren binnen het kader van de onderwijswetgeving,
zijn de normale regels van het strafrecht en het burgerlijk recht van toepassing.
Een rechtspersoon die werkzaam is in strijd met de openbare orde, kan door de
rechtbank op vordering van het openbaar ministerie verboden worden verklaard
en worden ontbonden (BW, Boek 2, artikel 20).
1) http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/310826/Radicale-moslim-kreegverblijfsvergunning-
in-Nederland.htm
2) http://www.marocnews.tk/2011/08/arrestation-de-hassan-bakir-enespagne.
html