Rijksoverheid


7 oktober 2011

Aanbieding bijstelling op het Landelijk Beleidskader jeugdzorg

Geachte voorzitter,

Hierbij bieden wij u ingevolge lid 6 van artikel 34 van de Wet op de Jeugdzorg de bijstelling aan op het Landelijk Beleidskader Jeugdzorg 2009-2012 (TK 2005­ 2008, 29 815, nr. 181) voor het jaar 2012 (bijlage 1). Voor het financiële kader verwijzen wij u naar de bijlage van de bijstelling. De genoemde bedragen zijn onder voorbehoud van vaststelling van de ontwerpbegroting 2012. In de bijstelling voor 2012 is een aantal beleidsvoornemens vastgelegd waarin is opgenomen wat op het terrein van de jeugdzorg van provincies verwacht wordt. In deze brief wordt voor het vrijwillig en gedwongen kader afzonderlijk een aantal punten geschetst uit de bijstelling voor 2012, welk budget hiervoor beschikbaar is en wat het standpunt van provincies hierover is. Bijstelling 2012 vrijwillig kader De ambitie die in het Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 is geformuleerd, waarbij een trendbreuk wordt beoogd om de instroom in de gespecialiseerde zorg terug te dringen, wordt in het Landelijk Beleidskader voortgezet. Hiermee wordt aangesloten bij de komende stelselwijziging in de jeugdzorg. Ook in de periode tot het nieuwe stelsel blijft goed toegankelijke, gespecialiseerde jeugdzorg bij ernstige opgroei- en opvoedproblemen nodig. Dit maakt bijstelling van het Landelijk Beleidskader noodzakelijk. Ook is er een aantal toezeggingen aan uw Kamer in opgenomen. In het vrijwillig kader blijft de lijn van het Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 gehandhaafd. Dit betekent `dat alle kinderen tijdig de noodzakelijke zorg dienen te ontvangen'. Dit houdt in dat de hoofdregel is dat kinderen binnen negen weken na indicatiestelling worden geholpen. Langer wachten kan als bureau jeugdzorg dit voor de betreffende jongere inhoudelijk verantwoord vindt. Bij een crisis wordt altijd direct de noodzakelijke zorg ingezet. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de aanlevering van beleidsinformatie volgens een nieuw rapportageformat, waardoor de regeldruk zal worden verminderd. Naar aanleiding van de moti e van de leden Kooiman en Dille (TK


2010-2011, 31839, nr. 96) krijgen provincies vooruitlopend op de wettelijke verplichting een rol om er op toe te zien dat medewerkers beschikken over een recente Verklaring Omtrent Gedrag om de veiligheid voor kinderen in de jeugdzorg te vergroten. Verder is zoals toegezegd in de brief van 24 mei jongstleden (TK 2010-2011, 31839, nr. 113) ook opgenomen dat provincies uitvoering dienen te geven aan het kwaliteitskader voorbereiding en screening aspirant-pleegouders, door actief na te gaan bij pleegzorgaanbieders of conform het kwaliteitskader wordt gewerkt. Tevens wordt conform de motie Dijsselbloem (TK 2010-2011, 32015, nr. 35) van provincies gevraagd om te zorgen voor een eenduidige en uniforme klachtafhandeling bij de bureaus jeugdzorg. Beschikbaar budget 2012 vrijwillig kader Voor 2012 is er met betrekking tot het vrijwillig kader geen sprake van een taakstelling; het budget blijft qua volume gelijk ten opzichte van 2011. Daar bovenop komt een volledige overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling van 3,1%. Wanneer er een -beperkte- groei van de vraag naar jeugdzorg zou optreden in 2012 verwachten wij dat provincies door innovatief en efficiënt te werk te gaan deze extra kinderen kunnen helpen met het beschikbare budget voor 2012. Hiertoe kan ook het experimenteerartikel, zoals opgenomen bij het wetsvoorstel CJG (TK 2010-2011, 31977, nr. 8), enige ruimte bieden. Voor de stand van zaken hierover verwijzen wij u naar de transitiebrief stelselwijziging zorg voor jeugd, die op 30 september 2011 naar uw Kamer is verzonden. Wij realiseren ons dat de groei van de vraag naar jeugdzorg met onzekerheid is omgeven en dat provincies deze groei zullen moeten opvangen. Daarbij spreekt het vanzelf dat niemand tot het onmogelijke is gehouden. Daarom hebben wij provincies verzekerd dat, wanneer mocht blijken dat er problemen optreden door een te sterke groei, dit reden is voor overleg. Hierbij gaan wij er vanuit dat provincies maximaal gebruik maken van de bestaan de mogelijkheden om de groei van de vraag binnen het bestaande budget op te vangen. Bijstelling 2012 gedwongen kader Met betrekking tot de uitvoering van de jeugdreclassering is de rol van Bureaus Jeugdzorg bij het naleven van de wetgeving inzake de identificatieplicht benadrukt. Om effectief identiteitsfraude tegen te gaan, zal in de gehele jeugdstrafrechtketen de identiteit van de justitiabele moeten worden gecontroleerd. De Bureaus Jeugdzorg, als onderdeel van deze keten, hebben daarin een belangrijke rol. Om die reden is een verwijzing daarnaar in het Beleidskader opgenomen. Daarnaast is de provincies gevraagd toe te zien op de blijvende deelname van de Bureaus Jeugdzorg aan de Netwerk- en Trajectberaden en het doen van een financiële bijdrage voor het gebruik van het daarbij behorende ICT systeem. De bijdrage van de Bureaus jeugdzorg is in het kader van de aanpak van jeugdcriminaliteit en de daarbij behorende persoonsgerichte aanpak van groot belang. Tarieven 2012 gedwongen k ader Voor het deel van de bijstelling betreffende de jeugdbescherming en de jeugdreclassering geldt dat de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie nog in gesprek is met de provincies over de tarieven. Hierover loopt een onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Op basis van de resultaten van dat onderzoek, dat naar verwachting begin november uitgebracht zal worden, zal verdere besluitvorming plaatsvinden over de aanpassing van het tarief van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Uw Kamer is hierover geïnformeerd per brief van 25 mei 2011

(5698068/11) en in het Algemeen Overleg van 25 juli 2011. Standpunt provincies Conform artikel 35 Wjz is over de bijstelling bestuurlijk overleg gepleegd met het IPO. Tijdens dit overleg hebben provincies aangegeven voor 2012 een groei van de vraag naar jeugdzorg te verwachten. Zij zijn van mening dat bij een groei van de vraag het budget hoort mee te groeien. Mede gelet op de omvangrijke ombuigingsopgave waarvoor het kabinet zich gesteld ziet, vinden wij het echter niet opportuun om op voorhand het budget voor provincies te laten toenemen. Bovendien hebben provincies in het verleden laten zien dat groei voor een deel binnen het bestaande budget kan worden opgevangen. Wij hebben daarom besloten de bijstelling van het Landelijk Beleidskader voor 2012 vast te stellen, in lijn met het bovenstaande. Hierdoor is het voor provincies duidelijk wat van hen in de komende periode wordt verwacht. Mede met het oog op de bezwaren die het IPO heeft geuit, blijven wij in gesprek met hen over de uitvoering van het Landelijk Beleidskader. Eventuele knelpunten die optreden kunnen dan worden besproken. Kenmerk J/GJ-3078381

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van ZantenHyllner

F. Teeven