Rijksoverheid
OESO-richtlijnen MVO voorwaarde voor ontwikkelingsgelden
Nieuwsbericht | 07-10-2011
Bedrijven die niet voldoen aan de nieuwe OESO-richtlijnen voor
maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) komen niet langer in
aanmerking voor publiek-private samenwerking in ontwikkelingslanden.
Dat zei staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken vrijdag bij een
conferentie van vakcentrale FNV ter gelegenheid van World Day for
Decent Work. De staatssecretaris neemt daarmee een belangrijke
aanbeveling over uit het advies dat de SER vorige maand aan hem
overhandigde.
`Het is onacceptabel dat veel mensen - vooral kinderen, jongeren en
vrouwen - door kinderarbeid en andere vormen van moderne slavernij
gevangen zitten in armoede. Zij profiteren niet van de economische
groei die er in de meeste ontwikkelingslanden wel is', zei Knapen.
Om deze problematiek effectief aan te pakken is samenwerking met de
private sector curiaal. `Nederlandse bedrijven presteren doorgaans goed
op MVO, ook in het buitenland. Dat neemt niet weg dat we erop inzetten
dat alle bedrijven zich de OESO-richtlijnenin de praktijk brengen. In
de nieuwe OESO-richtlijnen van april van dit jaar staan nieuwe
parameters voor ketenverantwoordelijkheid, fatsoenlijk loon en
mensenrechten. Door naleving van die richtlijnen een voorwaarde te
maken voor samenwerking en opdrachten met geld voor ontwikkelingshulp,
zetten we een belangrijke stap om ook de achterblijvende bedrijven te
bewegen zich daaraan te houden', aldus de staatssecretaris.
Knapen sprak ook zijn steun uit voor het werk van vakcentrales FNV, CNV
op dit terrein en beloofde de financiering van het programma dat
volgend jaar afloopt te continueren. Het nieuwe programma zal een
sterke focus op het versterken van de sociale dialoog in
ontwikkelingslanden hebben.