Groei Wajong zorgwekkend
Persbericht | 7-10-2011
De Wajong groeit met 16 à 17.000 personen per jaar. Dit is een ruime
verdubbeling ten opzichte van de situatie rond de eeuwwisseling. De
toename komt grotendeels doordat mensen die vroeger in de bijstand
zaten, door de gemeenten richting de Wajong worden gedirigeerd.
Van Bijstand naar Wajong
Download (pdf, 1.7 MB) | CPB Policy Brief 2011/09 | 7-10-2011 |
18 pagina's
De toegang tot de Wajong is niet nauwkeurig afgebakend. De toename van
de instroom komt bijna volledig voor rekening van jongeren met een
ontwikkelingsstoornis. Bij ongewijzigd beleid verdubbelt het aantal
Wajongers in de komende dertig jaar en dreigen de kosten van de
regeling uit de hand te lopen, zo concluderen Daniel van Vuuren, Frank
van Es en Gijs Roelofs in de vandaag verschenen CPB Policy Brief
2011/09 `Van Bijstand naar Wajong'.
De Wajong is een volksverzekering die jonge mensen die door ziekte niet
zelfstandig de kost kunnen verdienen, verzekert van een minimuminkomen.
De Wajong bevat nu ongeveer 200.000 personen. Bij ongewijzigd beleid
verdubbelt dit aantal in de komende dertig jaar. De groei van de
Wajong-instroom komt praktisch geheel voor rekening van jongeren met
een ontwikkelingsstoornis, waaronder ADHD en PDD-NOS. De instroom van
Wajongers met andere aandoeningen (fysieke of overige psychische
ziekten) is in de afgelopen tien jaar ongeveer gelijk gebleven.
De toename van de Wajong-instroom sinds 2004 hangt nauw samen met de
toen ingevoerde Wet Werk en Bijstand. De uitvoering van de bijstand
ging naar gemeenten, inclusief de vaststelling door de rijksoverheid
van de gemeentelijke budgetten hiervoor. Gemeenten kregen een prikkel
om zoveel mogelijk te besparen op de bijstand, omdat zij een eventueel
overschot op het budget zelf mogen houden. Dit beleid was succesvol in
de zin dat het aantal bijstandsuitkeringen werd teruggedrongen. Maar
een substantieel deel van de afname in de bijstand is bijgeschreven in
de Wajong-registers.
Andere verklaringen voor de recente toename van de Wajong-instroom zijn
nauwelijks relevant. Het is bijvoorbeeld niet aannemelijk dat de stand
van de economie van invloed is geweest op de groei van de
Wajong-instroom, of dat er steeds meer mensen ziek zijn geworden. Het
relatief hoge minimumloon in Nederland vergroot weliswaar het
potentiële aantal Wajong-ontvangers, maar dat is vooral van invloed op
het structurele aantal Wajongers. Het biedt geen verklaring voor de
groeiversnelling van de afgelopen zeven jaar. Hoewel vaak als
voorportaal van de Wajong gezien, geldt hetzelfde voor de groei van het
praktijk- en speciaal onderwijs.
Centraal Planbureau