WWIK afschaffen? Breid succesvolle startersregeling juist uit
Persbericht van Cultuur- Ondernemen
Aanstaande woensdag staat de afschaffing van de Wet Werk en Inkomen
Kunstenaars (WWIK) ter discussie in de Tweede Kamer. Volgens het
'Evaluatierapport WWIK' (uitgave ministerie SZW) is de WWIK een
succesvolle inkomensstimuleringsmaatregel: 94% van de WWIK-gebruikers
heeft in gemiddeld 2 jaar een zelfstandig inkomen, 83% daarvan verdient
dit in de cultuursector. Deze regeling zou dus niet afgeschaft moeten
worden, maar uitgebreid zodat andere beroepsgroepen er ook gebruik van
kunnen maken. Doordat de bijstandskosten op die manier verlaagd worden,
kan meer geld worden bespaard op het budget van sociale zekerheid.
Innovatie & ondernemerschap stimuleren
In het regeerakkoord staat dat het versterken van de innovatiekracht
van ons land cruciaal is voor de economische ontwikkeling. Daarom wil
de regering vernieuwing en ondernemerschap bevorderen, zodat Nederland
kan transformeren tot de meest concurrerende en dynamische
kenniseconomie te wereld. Daarnaast pleit de OESO (Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling) al jaren voor meer
flexibiliteit in de Nederlandse regelingen op het gebied van arbeid en
werkloosheid. Uitgangspunt: met soepeler regels kan de economie beter
en sneller reageren op externe invloeden. Om ondernemerschap en
innovatie verder te bevorderen zou de sociale regeling die wij nu
kennen als de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars niet afgeschaft, maar
juist uitgebreid moeten worden naar álle startende creatieve
ondernemers.
Goedkoper en slimmer
De wet, die het kabinet wil afschaffen, is een succesvolle regeling die
cultureel ondernemerschap stimuleert. Gedurende 48 maanden krijgen
deelnemers een springplank naar een succesvolle creatieve
beroepspraktijk, waarvan ze gemiddeld niet langer dan twee jaar gebruik
maken.
Deelnemers moeten hun productie elk jaar verhogen en jaarlijks een
stijgend inkomen realiseren. Ook moeten de deelnemers zodra zij genoeg
verdienen, de regeling verlaten. De stimulans om als zelfstandige te
slagen zit dus in de regeling ingebakken. Het succes is tevens af te
meten aan het percentage kunstenaars en creatieven dat na beëindiging
van de regeling economisch zelfstandig is: maar liefst 94%.
In de tweede plaats is de regeling goedkoper dan de bijstand. Deze
bedraagt circa 70% van de bijstandsuitkering. Dat is lager dan het
sociaal minimum, maar daar staat tegenover dat de startende ondernemer
niet hoeft te solliciteren. Bovendien mag hij zijn uitkering met eigen
inkomsten aanvullen tot 125% van het geldende bijstandsniveau.
Breid de regeling juist uit
De regeling heeft zich zelf bewezen en heeft duidelijke voordelen.
Genoeg redenen om de regeling uit te breiden naar startende creatieven
zonder een erkende kunst- of bouwkunstopleiding, zoals
softwareontwikkelaars, reclamemakers, trendwatchers en opiniemakers. Of
diegenen die zich bezighouden met het op creatieve wijze oplossen van
problemen in kennisintensieve industrieën zoals de hightech sector, de
financiële en juridische dienstverlening, de gezondheidszorg en het
management.
De overheid kan deze starters helpen door hen de volgende keuze te
geven: ofwel de weg van de 'normale' bijstand (de WWB), met een
uitkering op het sociaal minimum en de plicht om te solliciteren. Of
kiezen voor de (via een kleine hervorming van de WWIK tot stand te
brengen) Wet Stimulering Creatief Ondernemerschap (WSCO) die helpt om
creatief ondernemer te worden.
Een mooi alternatief dat uitstekend past in het kabinetsbeleid.
Bovendien kan het met enkele eenvoudige aanpassingen. En het kost geen
extra geld. Sterker, het levert de regering juist geld op, wat niet
onbelangrijk is in tijden van bezuinigingen.
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl
*
Links:
http://www.cultuur-ondernemen.nl/wwik
Bijlage:
* wwik_factsheetpdf
Razende Robot Reporter