AzG: Kwaliteit internationale voedingshulp jonge kinderen ondermaats
Persbericht van Artsen Zonder Grenzen
Amsterdam,13 oktober 2011 - Aan de vooravond van Wereldvoedseldag,
zondag 16 oktober, vraagt Artsen zonder Grenzen aandacht voor het
internationale voedselhulpbeleid dat voedsel van ondermaatse kwaliteit
verschaft aan miljoenen ondervoede kinderen. En dat terwijl experts het
wereldwijd met elkaar eens zijn: de regels die bepalen uit welke
voedingsstoffen goede voedselhulp moet bestaan, moeten verbeterd
worden. Grote donoren zoals de VS en de Europese Unie moeten hun aanpak
veranderen, de Wereldgezondheidsorganisatie moet nieuwe, formele
richtlijnen opstellen. Dat vindt medische noodhulporganisatie Artsen
zonder Grenzen die nu in het kader hiervan een wereldwijde
petitiecampagne voert: www.starvedforattention.org.
'Er is duidelijk wetenschappelijk bewijs dat voeding met de juiste
vitaminen en mineralen het leven kan redden van jonge, kwetsbare
kinderen. Desondanks heeft het wereldwijde systeem van voedingshulp hun
aanpak niet op deze inzichten aangepast,' aldus Unni Karunakara,
internationaal voorzitter van Artsen zonder Grenzen. Zo bestaat het
leeuwendeel van internationale voedingshulptransport uit CSB-meel (Corn
Soy Blend), dat niet de juiste essentiële vitaminen en mineralen bevat
die juist jonge kinderen nodig hebben voor groei en ontwikkeling. De
Verenigde Staten alleen al verscheept elk jaar zo'n 130 miljoen kilo
aan CSB - geteeld en verwerkt op Amerikaanse boerderijen - naar
ontwikkelingslanden.
Europese landen behoren tot de grootste donoren voor voedselhulp.
Hoewel een aantal de juiste voedingsproducten in hun hulpprogramma's
hebben opgenomen, blijft de Europese Commissie (EC) ver achter. Ondanks
herhaalde beloften heeft de EC nog steeds geen duidelijke richtlijnen
opgesteld hoe ze deze verbeteringen gaan doorvoeren. Bovendien is het
Europese beleid op het gebied van voedselhulp inconsistent: de
Commissie werpt obstakels op voor financiering van voedsel dat
ondervoeding bij risicogroepen kan voorkomen, terwijl het
tegelijkertijd probleemloos programma's met veel minder voedzame
producten financiert.
In 2008 concludeerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) samen met
voedingsdeskundigen dat de richtlijnen voor voedingshulp voor jonge
kinderen moeten worden verbeterd. Inmiddels zijn we drie jaar verder en
heeft de WHO nog steeds geen nieuwe, formele richtlijnen uitgebracht.
De richtlijnen van de WHO zijn leidend voor het beleid van ministeries
van Volksgezondheid in ontwikkelingslanden en dus van cruciaal belang.
Het Wereldvoedselprogramma gebruikt reeds aanvullende voeding met de
juiste voedingsstoffen voor kinderen onder twee jaar oud en ook hebben
donorlanden en hulporganisaties betere kwaliteit voedsel gestuurd naar
Somalië en Kenia in respons op de voedselcrisis. Maar dat blijft
beperkt tot crises die veel aandacht krijgen, terwijl ook vele kinderen
in vergeten conflict- of rampgebieden voedselhulp nodig hebben. Naar
schatting zijn 195 miljoen kinderen onder de 5 jaar ondervoed.
Ondervoeding is tevens de onderliggende doodsoorzaak van minstens 1 op
de 3 jonge kinderen die overlijden; ofwel van 2,7 miljoen jonge
kinderen per jaar. Artsen zonder Grenzen heeft in 2010 meer dan 300.000
ondervoede kinderen behandeld in 139 projecten in 28 landen.
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl
*
Links:
http://www.artsenzondergrenzen.nl
Bijlage:
* azg childhood malnutrition-en-october 2011pdf
Razende Robot Reporter