Provincie Noord-Brabant


PERSBERICHT


Brabantse Omgevingscommissie : provincie moet meer zeggenschap
krijgen over de ondergrond
Niet beginnen met boren naar schaliegas


De Provinciale Omgevingscommissie Noord-Brabant (POC) heeft in haar vergadering
van 6 oktober 2011 gesproken over de geplande boringen naar schaliegas in Noord-Brabant.

In april 2011 gaf de commissie al aan dat het verstandig zou zijn om op basis van het voorzorgbeginsel niet te boren naar schaliegas, zolang er onduidelijkheid en maatschappelijke onrust bestaat over de risico's van de winning van schaliegas.

Inmiddels is duidelijk dat er van Rijkszijde vooralsnog geen onderzoek wordt verricht naar de risico's van boringen naar schaliegas en er ook geen reden wordt gezien om de proefboringen in Noord-Brabant te stoppen.

De voorgenomen winning van schaliegas heeft inmiddels ook de aandacht van de leden van de Tweede Kamer en er zijn Kamervragen gesteld aan de betrokken minister. Op 27 oktober aanstaande vindt de bespreking hiervan plaats in de Tweede Kamer.

De commissie adviseert het provinciebestuur om richting de betrokken minister en leden van de Tweede Kamer er voor te pleiten om niet te beginnen met het boren naar schaliegas zolang er geen duidelijkheid bestaat over de risico's van de winning van schaliegas voor grondwater, natuur, landschap en milieu.

Daarnaast constateert de commissie dat er sprake is van een toenemende drukte in de ondergrond als gevolg van de winning van energie, drinkwater en delfstoffen.

Het is te betreuren dat de provincie in een aantal gevallen, en met name in het kader van de Mijnbouwwet, weinig zeggenschap heeft over hetgeen onder de Brabantse bodem gebeurt.
De commissie pleit voor een sterkere, meer sturende zeggenschap van de provincie, voor de ondergrond. Zij adviseert het provinciebestuur om dit ook op Rijksniveau te bepleiten.


Provinciale Omgevingscommissie Noord-Brabant

De Provinciale Omgevingscommissie (POC) is een onafhankelijk adviescommissie van het provinciebestuur van Noord-Brabant. De POC wordt vooraf door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten gehoord over visies, plannen, verordeningen en maatregelen die van wezenlijke betekenis zijn voor het provinciale beleid inzake de fysieke leefomgeving. Het terrein waarover de commissie kan adviseren is zodanig ruim omschreven dat het brede integrale karakter van de commissie tot zijn recht kan komen. Dit komt ook tot uiting in de benaming van de commissie. Van wezenlijk belang zijn in ieder geval de strategische beleidsplannen van de provincie op het fysieke terrein, zoals het provinciale waterplan, de structuurvisie RO, het milieubeleidsplan en het provinciale verkeer- en vervoersplan.


De commissie is ook bevoegd Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten uit eigen beweging van advies te dienen over wezenlijke vraagstukken die betrekking hebben op het provinciale beleid inzake de fysieke leefomgeving.

Samenstelling
Voorzitter van de POC is de heer F. Slangen. In de commissie zitten verder vertegenwoordigers van de ministeries van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken, drie vertegenwoordigers van de Vereniging van Brabantse Gemeenten, een vertegenwoordiger van de Noord-Brabantse Waterschapsbond, een vertegenwoordiger van de Kamers van Koophandel in Noord-Brabant, een deskundige op het terrein van milieu, aangewezen door de Stichting Brabantse Milieufederatie (BMF), een deskundige op het terrein van natuur, aangewezen door Staatsbosbeheer, Brabants Landschap, Brabants Particulier Grondbezit en de Vereniging Natuurmonumenten, een deskundige op het terrein van de land- en tuinbouw, aangewezen door de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), een deskundige op het terrein van toerisme en recreatie, aangewezen door het Toeristisch Ondernemers Platform Brabant (TOP), een deskundige op het terrein van mob
iliteit , aangewezen door de ANWB, een deskundige op het terrein van wonen en stedelijke vernieuwing, aangewezen door Aedes, vereniging van woningcorporaties, een deskundige op het terrein van cultuur/monumenten, aangewezen door Erfgoed Brabant en een deskundige op het terrein van sociale ontwikkeling, aangewezen door het PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant.