Provincie Zuid-Holland

Provincie start dialoog over haar rol in recreatieschappen

Het college van Gedeputeerde Staten wil met gemeenten in discussie over haar rol in de (natuur- en) recreatieschappen in Zuid-Holland. Basis voor de discussie is de nota 'Toekomstig beheer van recreatiegebieden'. Hierin worden kaders geschetst voor verandering van de bestuurlijke organisatie van het beheer van de recreatiegebieden en verzelfstandiging van de uitvoerende organisatie Groenservice Zuid-Holland (G.Z-H).

Aanleiding voor de herpositionering op de rol en taak van de provincie bij het beheer van de recreatiegebieden vormt het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015. Hierin is aangegeven dat het beheer van recreatiegebieden efficiënter kan en ervoor wordt gekozen om de uitvoering over te laten aan gemeenten.

Voldoende natuur- en recreatiegebieden zijn van groot belang voor het economisch vestigingsklimaat en het leefklimaat van de inwoners van Zuid-Holland. Om het groene recreatieaanbod en het beheer ervan in de toekomst te waarborgen, is de provincie zich aan het herpositioneren op haar taak en rol in de (natuur- en) recreatieschappen. De wijziging van de bestuurlijke organisatie en verzelfstandiging heeft geen financiële achtergrond.

De nota is toegestuurd aan de 39 direct betrokken gemeenten waarmee de provincie de dialoog aan zal gaan. Daarnaast worden ook andere partners, zoals de provincie Zeeland, Noord-Brabant en enkele gemeenten daar betrokken. Na deze overleggen zal het college van GS aan de hand van de uitkomsten de meest kansrijke alternatieven voor de toekomstige bestuurlijke structuur en voor de verzelfstandiging van de G.Z-H bepalen. Tegelijkertijd wordt er onderzocht welke perspectieven er zijn voor de provinciale recreatiegebieden waar de provincie eigenaar van is.