Nederlandse Vereniging van Journalisten
NVJ over arbeidsvoorwaardenbeleid
dinsdag 18 oktober 2011 | `Het journalistieke vak verandert en dat
vraagt meer dan ooit om het veilig stellen van journalistieke waarden
en goede arbeidsvoorwaarden. De NVJ hecht aan het belang van een
journalistieke CAO om zo garanties te bieden voor journalistieke arbeid
en alles wat er mee samenhangt. Modernisering van dit fundament voor
goede arbeidsvoorwaardelijke afspraken is voor de komende jaren daarom
noodzaak.'
`De NVJ is het kompas bij die modernisering. We streven naar afspraken
hierover op breed sectorniveau. Hierbij zijn de grenzen tussen de
verschillende journalistieke branches niet langer van doorslaggevend
belang. Andersom geldt dat de werkingssfeer van afspraken met de NVJ
zich op ondernemingsniveau ook werkelijk uitstrekt tot alles wat onder
de definitie van journalistieke arbeid valt, zowel op het gebied van
print, digitaal, audio, internet als televisie.
De NVJ neemt het voortouw in de modernisering van het
arbeidsvoorwaardenoverleg. Ten aanzien van de bepaling van de primaire
arbeidsvoorwaarden en de journalistieke waarden ziet de NVJ zich als dé
overlegpartner met branchevertegenwoordigende organisaties. Een
raam-CAO is een optie, voor secundaire en andere arbeidsvoorwaarden
vervult de NVJ dan een rol op ondernemingsniveau.
Modernisering getuigt ook van vitaliteit. De NVJ wil dit graag
onderstrepen, als belangenbehartiger voor de werkers in de
journalistiek. De NVJ wil daarom de komende jaren meehelpen investeren
in de journalistieke sector.
Het economische klimaat is guur. Het mag duidelijk zijn dat we in ons
arbeidsvoorwaardenbeleid voor de komende jaren 2012 en 2013 het behoud
van werkgelegenheid en het stimuleren van nieuwe arbeidsparticipatie
uitermate belangrijk vinden. Ook leggen we de nadruk op het behoud van
koopkracht. De voor 2012 verwachte inflatie van 2 procent en een
arbeidsproductiviteitsstijging rechtvaardigen een loonruimte van 3
procent. Omdat de NVJ ook wil investeren stelt het de looneis op
maximaal 2 procent. De andere 1 procent wordt ingezet voor
arbeidsverruimende maatregelen, zoals instroomprojecten voor nieuwe
werknemers en modernisering, zoals individueel maatwerk van
arbeidsvoorwaarden en ideële zaken zoals het Persvrijheidfonds.'
Bert de Jong, eerste vice-voorzitter NVJ