Gerechtshof Arnhem


Uitspraak in zaak tegen verdachten dubbele moord in Hurwenen

Arnhem , 18-10-2011

Vandaag heeft de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Arnhem een 50-jarige man, M.P.J.B. en zijn 23-jarige zoon, M.J.B., veroordeeld wegens onder meer tweevoudige doodslag, een gewelddadige overval en brandstichting. De feiten vonden plaats op 24 september 2008 in de woning van de slachtoffers in Hurwenen. Het hof heeft de eerste verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijfentwintig jaren en de tweede verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien jaren.

Bij de rechtbank
In eerste aanleg heeft de officier van justitie gevorderd de verdachten te veroordelen wegens onder meer doodslag tot een gevangenisstraf van elk dertig jaren. De rechtbank in Arnhem heeft verdachten bij vonnis van 4 mei 2010 veroordeeld wegens onder meer moord tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig jaren. Tegen dit vonnis hebben de verdachten hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft -conform het vonnis van de rechtbank- gevorderd verdachten wegens onder meer moord te veroordelen een gevangenisstraf voor de duur van dertig jaren. Het hof heeft vrijgesproken van moord. Niet kan worden bewezen dat verdachten de slachtoffers met voorbedachte raad hebben gedood. Het hof heeft geoordeeld dat weinig bekend is van wat zich in het huis van de slachtoffers precies heeft afgespeeld. Het bewijs past eveneens bij een goed voorbereide overval en laat open dat het doden van de slachtoffers vervolgens in een panieksituatie is gebeurd.

Samen met een goede vriend van een van de verdachten hebben beide verdachten zich schuldig gemaakt aan gruwelijke strafbare feiten tegen de twee slachtoffers. Beide slachtoffers zijn van dichtbij door het hoofd geschoten terwijl zij gekneveld op de grond lagen. De afschuwelijke daden in de woning in Hurwenen zijn gepleegd om geld. De oudste verdachte had grote schulden. Het is schokkend dat hij zijn problemen probeert op te lossen door twee mensen, waarmee hij en zijn zoon op goede voet stonden, te slachtofferen.

Aan de nabestaanden van de slachtoffers is onnoemelijk veel leed toegebracht. De nabestaanden zullen moeten leven met het feit dat veel vragen over het hoe en waarom onbeantwoord zullen blijven. Feiten als de onderhavige schokken daarnaast de rechtsorde ernstig en brengen gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij teweeg.

Het hof heeft een lagere straf dan de rechtbank opgelegd omdat wordt veroordeeld voor doodslag en niet voor moord. Bovendien legt het hof aan de zoon een lagere straf op dan aan de vader omdat de laatste degene is die zijn gezin in grote financiële problemen heeft gebracht en de relatie tussen vader en zijn destijds jonge zoon geen gelijkwaardige was: het hof acht aannemelijk dat verdachte's vader overwicht had op zijn zoon en hem heeft meegesleept in de schuldenproblematiek en uiteindelijk in de gepleegde feiten. Uitspraken: BT8482, BT8487

Zie het origineel