Ingezonden persbericht


Persbericht Utrecht/Nieuwegein, 18 oktober 2011

''Samenwerking in het belang van de patiënt''

Longarts Grutters van het St. Antonius aanvaardt leerstoel Interstitiële longziekten

Gisteren heeft longarts Prof. dr. Jan Grutters van het St. Antonius Ziekenhuis de leerstoel Interstitiële Longziekten aan de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Utrecht aanvaardt. In zijn inaugurele rede benadrukte hij het belang van samenwerking en wetenschappelijk onderzoek. Door intensieve landelijke samenwerking en het afstemmen van werkwijzen, kan een landelijk netwerk ontstaan dat onderzoek op het gebied van schade, herstel en verlittekening van longweefsel toonaangevend kan maken. Niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten. Patiënten met een interstitiële longziekte zullen hier in de (nabije) toekomst veel baat bij hebben.

De term interstitiële longziekten is een verzamelnaam voor meer dan 100 verschillende zeldzame longaandoeningen. Bekende interstitiële longziekten zijn sarcoïdose (ontstekingen in meerdere organen of weefsels in het lichaam), longfibrose (ophoping van overtollig littekenweefsel bij de longblaasjes) en Ideopathische Pulmonale Fibrose (IPF) (het herhaaldelijk stukgaan van het oppervlak van de longblaasjes). Er wordt over IPF gesproken wanneer er geen aanwijsbare oorzaak is; het is een zeer ernstige en fatale ziekte.

Diagnose en behandeling

Om te weten te komen welke interstitiële longziekte de patiënt getroffen heeft, is onderzoek nodig. Deze diagnostiek is complex en vraagt om een multidisciplinaire aanpak (samenwerking tussen longarts, radioloog en patholoog). In het Longcentrum van het St. Antonius lopen enkele studies naar medicijnen tegen longziekten. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Jan Grutters: "Diagnostiek kan het beste plaatsvinden in expertisecentra waar wetenschappelijk onderzoek een essentiële taak is. Dit stimuleert samenwerking tussen onderzoekers op dit terrein." Op de vraag welke onderzoeken dan centraal staan de komende jaren, antwoord Grutters: "verbetering van testen voor het bepalen van de ziekteactiviteit van sarcoïdose, behandeling van sarcoïdose met het zogenaamde medicijn Infliximab en onderzoek naar de longfibrose zonder bekende oorzaak.'' Door samenwerking tussen het Longcentrum van het St. Antonius en het UMC Utrecht zal het onderzoek op het gebied van schade, herstel en verlitteke ning van longweefsel de komende jaren toonaangevend blijken. ''Niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten'', meent Grutters.

Biobank

Grutters pleit verder voor de oprichting van officiële biobanken. In een biobank wordt al het lichaamsmateriaal gecodeerd opgeslagen volgens standaard procedures. In 2009 is Grutters een biobank voor interstitiële longziekten in het St. Antonius gestart. Voor onderzoek naar biomarkers en erfelijke factoren is lichaammateriaal nodig (bloed, cellen of weefsel uit de long). Grutters: ''een biobank voor zeldzame longziekten is een essentiële voorwaarde voor het ophelderen van de genetische basis van deze ziekten en daarmee essentieel voor verdere wetenschappelijke vooruitgang. Het St. Antonius ontvangt hier echter geen financiering voor van de overheid in tegenstelling tot de UMC's. Hiervoor zal een oplossing moeten worden gezocht.''

Samenwerking

Samenwerking is het sleutelwoord in de oratie van Grutters. Zijn titel heeft een historische achtergrond. De eerste hoogleraar longziekten van het St. Antonius, Professor Swierenga, sprak in 1962 al over multidisciplinaire samenwerking. Ook de tweede hoogleraar longziekten, de onlangs overleden Professor Van den Bosch zag het belang van samenwerking. Hij verrichte in 1989 de eerste longtransplantatie in Nederland. En ook de derde op rij, Professor Grutters, hecht grote waarde aan samenwerking, zowel regionaal als landelijk. Grutters: ''Dit getuigt namelijk van vermogen om boven de eigen organisatie uit te stijgen en te kijken naar wat het beste is voor patiënten in de regio en in Nederland. Daar gaat het uiteindelijk om!''