Rijksoverheid
Hulp aan starters in de bijstand betaalt zich terug
Nieuwsbericht | 26-10-2011
De hulp die wordt geboden aan mensen in de bijstand die een eigen
bedrijf willen starten, betaalt zich terug. Mensen in de bijstand die
een bedrijf starten zijn vaak even succesvol als reguliere starters
met een eerste bedrijf. Doordat een succesvolle starter vanuit de
bijstand onder andere inkomstenbelasting afdraagt en een besparing op
de uitkering oplevert, betaalt de regeling zich ruimschoots terug.
Dit blijkt uit een onderzoek naar het Besluit bijstandsverlening voor
zelfstandigen (Bbz). Hierin zijn t onder andere de voorwaarden bepaalt
waaronder mensen in de bijstand een eigen bedrijf kunnen starten. De
regeling is onderzocht over de periode 2004 tot en met 2008. Vandaag
is het onderzoek "Bbz 2004: uit het startblok" aan de Tweede Kamer
aangeboden.
De grootste uitgaven in de Bbz hangen samen met het aanvullen van de
eigen inkomsten tot bijstandsniveau, van het voorbereidingsjaar tot
drie jaar na de start van de onderneming. Verdere kosten worden gemaakt
voor coaching, advies over de levensvatbaarheid van de onderneming,
administratie en een eventuele lening voor bedrijfskapitaal.
Hiertegenover staan opbrengsten die voortvloeien uit besparingen op
uitkeringen na succesvolle uitstroom. In totaal 42 % van de startende
ondernemers is na de eerste twaalf maanden uit de uitkering. Na vier
jaar loopt dit verder op naar 74%.
Het rapport constateert wel dat er nog verbeteringen mogelijk zijn op
het terrein van kredietbeheer. Het onderzoeksbureau adviseert gemeenten
die dit nog niet hebben te investeren in een aparte administratie van
de lening zelf en ook om de omzetontwikkeling na de start van de
onderneming kritischer te volgen. Dit kan het positieve effect van de
regeling nog verder vergroten.