Partij van de Arbeid



Bijdrage Eijsink (PvdA ) aan Algemeen Overleg - dossier Spijkers - woensdag 26 oktober 2011

Gesproken woord geldt

Voorzitter

Op 14 september 1984 komt bij een mijnongeval in het Harde de heer Ovaa om het leven. De heer Spijkers, bedrijfsmaatschappelijk werker bij Defensie, kreeg in september 1984 de dienstopdracht om de weduwe Ovaa te bezoeken en haar mede te delen dat haar man door eigen onvoorzichtigheid was omgekomen. Dhr Spijkers wist toen al dat het mijnongeluk niet het gevolg was van onvoorzichtig handelen van Ovaa, maar door een ontwerpfout in de AP-23 landmijn. Dit heeft hij ook zo in september 1984 aan de weduwe Ovaa medegedeeld, hetgeen het begin is geweest van een jarenlange strijd van Spijkers om te verhinderen dat Defensie de ongevallen met de AP-23 mijn in de doofpot zou stoppen. Tussen 1984 en vandaag is veel gebeurd, maar de zaak Spijkers is tot op heden nog steeds niet geheel opgelost!

In december 2010 diende een herzieningsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Centraal in de herzieningsprocedure staat het arrest van de Centrale Raad van Beroep van 16 oktober 1997. Op grond van nieuwe bewijsstukken - stukken dhr Spijkers uit het Nationaal Archief heeft verkregen in mei en september 2009 - toont dhr Spijkers aan dat de Staat / Defensie vanaf 1984 bewust het doel had om Spijkers buiten de organisatie te krijgen dit vanwege "zijn loslippigheid met betrekking tot het ongeval Ovaa". Binnen Defensie wordt een dergelijke situatie een "code red" genoemd: een situatie waarbij de organisatie naar buiten toe aangeeft dat een van haar medewerkers niet naar behoren binnen de organisatie functioneerde, terwijl er in feite intern het signaal wordt afgegeven dat een dergelijk iemand koste wat kost uit de organisatie moet worden gezet omdat hij de loyaliteitsband had gebroken. Indien de CRvB in 1997 bekend zou zijn geweest met deze nieuwe feiten en omstandigheden dan had zij nimmer het ontslagbesluit van Defensie uit 1993 gegrond verklaard. Het herzieningsverzoek behelst namelijk een groot aantal nieuwe feiten en omstandigheden die met name zien op de navolgende deelaspecten:

Voorzitter


1- Niettegenstaande de voor de heer Spijkers positieve herzieningsuitspraak van de Centrale Raad van Beroep van december 2010, is daarin één aspect voor hem niet op een bevredigende wijze tot een afronding gekomen. Het gaat hier om de kwestie van de zogeheten psychiatrisering. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat dit aspect in haar onderliggende ontslagbeslissing van 1997 geen dragend argument vormde omdat dit niet specifiek als reden voor het ontslag destijds was opgevoerd. Echter, het dossier van de heer Spijkers - zoals dit in 2009 deels alsnog naar buiten is gekomen - toont wel aan dat het doen psychiatriseren van de heer Spijkers onderdeel vormde van de (proces) strategie van defensie. Hieromtrent zijn ook door ons stukken ingebracht bij de Centrale Raad in de laatste herzieningsprocedure. Voorzitter de PvdA stelt voor door middel van een mediator dit aspect alsnog uit het dossier wordt verwijderd, om zo te zien of er tussenpartijen tot een vergelijk wordt gekomen.


2- Een tweede aspect waarin een rol voor een mediator zou zijn weggelegd, betreft de procedure die de heer Spijkers op dit moment voert om volledige inzage in zijn dossier te krijgen. De dossierstukken die hem in 2009 ter beschikking zijn gesteld uit het Nationaal Archief, zijn volgens de heer Spijkers niet volledig en hieromtrent zou nu toch volstrekte helderheid moeten komen wil dit dossier afgesloten kunnen worden.


3 - Ten aanzien van de positie van een mogelijke mediator is door de heer Spijkers gedacht aan prof. mr. Pieter van Vollenhoven, omdat hij feitelijk zeer wel op de hoogte is van dit dossier, boven partijen staat en bovendien professioneel betrokken is bij het fenomeen van de klokkenluider en daaromtrent een aantal zinvolle voorstellen heeft gedaan. In de TV uitzending van het programma Een Vandaag op 22 juni, bleek een Kamermeerderheid voor een mediator. Ik vraag hierbij de ministere zijn medewerking te verlenen voor het inzetten voor een mediator.

Spijkers zijn ontslag, zijn verdere carrière, wachtgeld en pensioen grote rechtspositionele hebben grote gevolgen gehad, laat staan de sociale en emotionele schade die de heer Spijkers alsmede zijn kinderen (19 en 22 jaar) hebben geleden gedurende afgelopen 28 jaren.

Kortom:

Voor dhr.Spijkers is van belang dat hij in alle stukken volledige inzage krijgt - onder meer de stukken uit het Nationaal Archief, Defensie en de Landsadvocaat, ook alle stukken die verband houden met zijn medisch dossier (zowel feitelijke als administratieve medische dossier van Binnenlandse Zaken en Defensie) - en dat deze aan hem worden verstrekt.

Voorzitter,

Wanneer achtereenvolgende bewindslieden melden dat 'de zaak Spijkers ' is opgelost, dan kan het archief openbaar gemaakt worden, is er niets meer wat verborgen hoeft te blijven!