Groen!
Herstel het vertrouwen
door Meyrem Almaci (federaal parlementslid) op 3 november 2011 in "Economie,
fiscaliteit en werkgelegenheid"
We zeggen en schrijven 2006. Het debat over de Europese grondwet verhit
de gemoederen. Slechts enkele landen, waaronder Nederland en Frankrijk,
durven het project voor goedkeuring voor te leggen aan de bevolking.
Die veroordeelt ze tot de prullenmand. Te weinig sociaal, te weinig
duurzaam. De burgers willen een Europa dat bereid is te luisteren naar
zijn bevolking.
Anno 2011 zit hetzelfde Europa midden in een schuldencrisis.
Regeringsleiders nemen verregaande beslissingen die indruisen tegen het
grondwetsproject van vijf jaar geleden. De belastingbetaler moet steeds
vaker en voor steeds hogere bedragen garant staan voor de financiële
gevolgen van wanbeleid bij private instellingen (lees: de banken) en
bepaalde EU-landen. Het is van moeten.
Waarom deze inleiding? Omdat het een groeiend gevoel van onmacht en
gebrek aan vertrouwen in de instellingen illustreert. Terwijl de
inwoners van ons continent nog vóór de bankencrisis de vraag stelden
naar meer nabijheid, meer betrokkenheid, meer transparantie vanuit de
politiek hebben ze enkel meer van het andere gekregen.
Van hetzelfde laken een pak
Wie, net als ik, na 2008 hoopte op een snelle implementatie van de
aanbevelingen van de bijzondere bankencommissie is van een kale reis
thuisgekomen. Fundamentele veranderingen werden uitgesteld, de
splitsing van de bankactiviteiten was niet aan de orde, alles moest
`later' of `op Europees niveau' worden beslist. Wat we wel kregen was
een nieuwe toezichthoudersstructuur. Niet onbelangrijk, maar
onvoldoende. Terwijl de brandweer werd versterkt, konden de pyromanen
verder spelen met ons spaargeld.
Wie, net als ik, ondertussen hoopte op enige ethische reflex en dus een
gedragsverandering bij de grootbanken na 2008, kreeg het deksel op de
neus. Terwijl de minister ons op het hart drukte - met woorden, nooit
met bewijzen - dat er wel degelijk duidelijke richtlijnen werden
gegeven aan de regeringsvertegenwoordigers, hernamen de uitwassen van
weleer al snel hun `normale' ritme. Grootbanken beconcurreerden de
kleintjes dankzij de overheidswaarborgen. Het regende bonussen. Niet
het minst bij Dexia.
Dexia was allesbehalve een gemakkelijk dossier. Mariani en co hadden
een weinig benijdenswaardige opdracht. Dat de crisisbestuurders van de
bank in die omstandigheden `goed' werden betaald voor hun diensten, kan
ik wel nog vatten. Maar het is toch vreemd dat, als het dan fout
afloopt, je de vraag naar verantwoordelijkheden niet mag stellen. Dat
je, als er documenten opduiken die gewag maken van een stuitend gebrek
aan risicobeheer bij de Franse tak, niet automatisch toegang kan
krijgen tot de informatie van de toezichthouders wegens beroepsgeheim,
is eveneens logisch. Dat je vervolgens in het parlement geen gebruik
mag maken van het enige middel dat het beroepsgeheim kan opheffen, een
parlementaire onderzoekscommissie, is ronduit onbegrijpelijk.
Vandaag worden aan de belastingbetaler voor de tweede keer in drie jaar
tijd miljarden euro's gevraagd om Dexia uit de nood te helpen. Dat is
helaas nodig. Maar diezelfde belastingbetaler mag niet weten welke
fouten in het verleden ertoe leidden dat hij opnieuw moet betalen en
waarom de rekening opnieuw zo gepeperd is. Als doekje voor het bloeden
krijgen we nu een bijzondere commissie die - bij gebrek aan
bevoegdheden - nooit de onderste steen zal kunnen bovenhalen.
Leren uit de fouten
De enige vraag die rest: waarom? Die vraag werd geenszins beantwoord in
het parlementaire debat van vorige week. Allerhande redenen werden
aangehaald: de wettelijke uitzondering op het beroepsgeheim is geen
garantie op getuigen die willen praten, we kunnen de Fransen niet
dwingen naar België te komen, we willen geen heksenjacht. Allemaal
valabele argumenten. Die opgaan voor vrijwel élk instrument dat het
parlement in handen heeft. Die in het verleden niet hebben verhinderd
dat andere onderzoekscommissies werden opgericht. Waarom dan voor een
bijzondere commissie kiezen, die nauwelijks tanden heeft?
Ja, ja, als het nodig is, kan de bijzondere commissie worden omgeturnd
tot een volwaardige onderzoekscommissie. Maar wat zijn daarvoor de
criteria. Hoeveel getuigen zijn er nodig van het kaliber van Luc Coene,
gouverneur van de nationale bank en door het bankgeheim gebonden, om
die beslissing te nemen? Welke informatie is prangend genoeg als de
alarmerende brieven van de Franse toezichthouder niet volstaan?
Alleen bij een onderzoekscommissie bestaat de mogelijkheid dat getuigen
die willen praten, ook kunnen praten, zonder dat ze wettelijk vervolgd
worden. Dat, en dat alleen, is relevant. Dus blijf ik de Dexiapartijen
oproepen om zo snel mogelijk te gaan voor een volwaardige
onderzoekscommissie. Zodat we alle details kennen en dus maximaal uit
de fouten kunnen leren. Zodat we een goed functionerend systeem kunnen
ontwerpen. Zodat we kunnen antwoorden op de bezorgdheden van de burgers
en proactief kunnen handelen in andere dossiers. Als we dit samen doen
met Frankrijk, waar ook de vraag naar een onderzoekscommissie
weerklinkt, zouden we zelfs het Europese niveau kunnen inspireren tot
verandering.
We zouden er een aanzienlijk stuk van het verloren vertrouwen bij de
bevolking mee terugwinnen. Een bevolking die sinds 2006 luidop snakt
naar politici die solidair zijn met haar, niet met de raden van bestuur
van banken en bedrijven. Een bevolking aan wie we straks moeten vragen
om een besparingsoperatie van bijna 10 miljard te slikken.
IFRAME:
//www.facebook.com/plugins/like.php?href=http%3A%2F%2Fgroen.be%2Factual
iteit%2FNieuwsflash-herstel-het-vertrouwen_2405.aspx&send=false&layout=
standard&width=450&show_faces=true&action=recommend&colorscheme=light&f
ont&height=80&appId=276556572364194
Contact: Meyrem Almaci -