Radboud Universiteit Nijmegen
Opleidingsrichting stuurt ongelijkheid in het onderwijs
Datum bericht: 3 november 2011
Ongelijkheid in het onderwijs blijft bestaan en wordt nog steeds
doorgegeven aan de volgende generatie. Tegenwoordig is vooral de
opleidingsrichting van ouders belangrijk voor de opleidingskeuze van
hun kinderen. Dat blijkt uit onderzoek van Gerbert Kraaykamp, Jochem
Tolsma en Maarten Wolbers, sociologen van de Radboud Universiteit
Nijmegen, dat binnenkort verschijnt in het boek Goede bedoelingen in
het onderwijs.
Steeds meer mensen zijn anno 2011 hoog opgeleid, ook de kinderen van
laag opgeleide ouders. De opleidingskeuze van kinderen wordt steeds
minder gestuurd door het opleidingsniveau van ouders. Maar de
opleidingsrichting van de ouders is veel belangrijker geworden voor
zowel de opleidingsrichting als het opleidingsniveau van hun kinderen.
Zo is de kans dat kinderen van ouders met een juridische achtergrond
ook een juridische opleiding kiezen twee keer zo groot dan een keuze
voor een willekeurig andere opleiding. Bovendien volgen zonen van
technisch opgeleide ouders tegenwoordig ruim anderhalf jaar meer
scholing dan zonen van ouders in de zorg; voor dochters is dit verschil
bijna een jaar.
Studenten De gegevens zijn afkomstig van de Familie-Enquête Nederlandse
Bevolking, een grootschalig surveyonderzoek onder een representatieve
groep Nederlanders dat elke vijf jaar wordt uitgevoerd door sociologen
van de Radboud Universiteit. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van
gegevens over onderwijsloopbanen en het gevolgde onderwijs van ouders
van bijna negenduizend personen.
Ouderlijke opleidingsrichting stuurt opleidingskeuze kind
Opleidingsniveau van de ouders wordt minder belangrijk voor de
opleidingskeuze van hun kinderen. Als ouders een jaar langer op school
hebben gezeten, dan levert dat kinderen nog `maar' drie maanden extra
scholing op. Jochem Tolsma: `Dat opleidingsniveau minder belangrijk is
geworden, heeft te maken met de enorme onderwijsexpansie. De groep met
een beroeps- of hogere opleiding is diverser, heterogener. Nu bijna
iedereen goed opgeleid is, kun je je met het opleidingsniveau niet meer
echt onderscheiden en wordt de keus voor een goede opleidingsrichting
urgenter. Het is steeds belangrijker geworden wàt het kind gaat doen
binnen het mbo, hbo of de universiteit: techniek, zorg, recht, medisch
of anderszins. En deze keuze wordt steeds meer gestuurd door de
opleidingsrichting van de ouders.'
Studenten medische opleiding Mannen en vrouwen kiezen anders
Bij mannen zijn vooral de technische (44 procent) en economische
richtingen (21 procent) populair, terwijl de agrarische
opleidingsrichting en ook het onderwijs aan belangstelling hebben
ingeboet. Nog slechts 2 procent van de mannen en 7 procent van de
vrouwen kiest een onderwijsopleiding. Maarten Wolbers: `Behalve met een
feminisering heeft de pabo ook te maken met een tanende
belangstelling.'
De technische opleidingen zijn ondanks alle overheidsinspanningen nog
steeds vrijwel exclusief het domein van mannen: slechts zes procent van
de vrouwen kiest voor techniek. Populaire richtingen bij vrouwen zijn
medisch (17 procent), economisch (18 procent) en sociaal cultureel (10
procent). Behalve in medische opleidingsrichtingen domineren
vrouwelijke studenten in rechten- en onderwijsopleidingen. Feminisering
gaat meestal samen met het afnemen van de status van de opleiding.
Opleiding ouders nog steeds van invloed bij keuze voor rechtenopleiding
Vroeger kozen vooral kinderen van hoogopgeleide ouders voor een
medische studie, tegenwoordig is die keuze ook weggelegd voor kinderen
met net iets bovengemiddelde ouders. Een vergelijkbare ontwikkeling
zien we bij andere opleidingsrichtingen, zoals het onderwijs, techniek,
economie en sociaal-culturele opleidingen. Rechten blijft vooral een
opleiding voor kinderen van hoog opgeleide ouders.
Onderwijsexpansie creëerde nieuwe ongelijkheid
Tolsma: `Opmerkelijk genoeg heeft de onderwijsexpansie, bedoeld om te
verheffen en gelijke kansen te bieden op onderwijs ook weer een nieuwe
ongelijkheid gecreëerd. We zijn steeds hoger opgeleid, maar diploma's
zijn minder waard geworden. Het wordt steeds belangrijker om een juiste
richting te kiezen. Je ziet dat ongelijkheid in het onderwijs blijft en
die geef je door aan de volgende generatie. Ouders dragen hun
opleidingsrichting over op hun kinderen. Dit onderzoek toont aan dat de
onderwijsexpansie lang niet overal heeft gezorgd voor minder
ongelijkheid in het onderwijs en een meer meritocratische samenleving.'
Het onderzoek is hier te downloaden en verschijnt binnenkort als
bijdrage in het boek `Goede bedoelingen in het onderwijs' (uitgegeven
door Amsterdam University Press).
Eerder onderzoek van de auteurs liet zien dat de onderwijsexpansie
heeft geleid tot een afname in de overdracht van opleidingsniveau van
ouders op kinderen en dat sociale daling tegenwoordig steeds vaker
voorkomt.
> Rapport 'Naar een open samenleving? Recente ontwikkelingen in sociale
stijging en daling in Nederland'
Zijbalk
Contact
Sociologie
(024) 361 30 13
sociologie@maw.ru.nl
Wetenschapscommunicatie
(024) 361 60 00
media@ru.nl
© 2011 Radboud Universiteit Nijmegen