Rijksoverheid


3 november 2011

Antwoorden Schriftelijk Overleg nav reactie op brief inzake Ooievaar Freedom

Geachte Voorzitter,

Vrijdag 28 oktober ontving ik het verslag van het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie met vragen en opmerkingen over een afschrift van mijn brief aan de Stichting Ooievaars Research & Knowhow (STORK) over ooievaar Freedom. In deze brief beantwoord ik de vragen van de vaste commissie. Vragen van de leden van de fractie van het CDA. De brief over de ooievaar is aanleiding voor de CDA-fractie om enkele vragen te stellen over de bestrijding van steenmarters. De CDA-fractie vraagt of steenmarters mogen worden gedood, of gevangen steenmarters in ver van Nederland gelegen gebieden (IJsland of Siberië) mogen worden uitgezet om snelle terugkeer te voorkomen en of een ontheffing kan worden aangevraagd ter voorkoming of beperking van ernstige schade aan eigendommen en van belangrijke overlast veroorzaakt door dieren. De fractie vraagt verder of een algemene gedragscode voor de steenmarter hier beter past en of de nieuwe Wet natuur soelaas biedt. Tevens vraagt de fractie of de steenmarter onder de nieuwe wet Natuur enkel beschermd dient te worden in de staat van instandhouding in het geding is. Antwoorden op vragen CDA In mijn antwoorden op Kamervragen over overlast van steenmarters (Aanhangsel van de Handelingen, 2011-2012, nr. 238, 7 oktober 2011) staat dat de steenmarter weliswaar een beschermde diersoort is, maar niet meer bedreigd en dat bestrijding van de steenmarter in geval van overlast mogelijk is. Het doden van steenmarters is daarbij een van de mogelijke opties. Daarvoor kan bij de provincie ontheffing worden aangevraagd. De provincie is in deze het bevoegd gezag. Een gedragscode is bedoeld als alternatief voor het telkens opnieuw een Ffwetontheffing aanvragen voor regelmatig terugkerende handelingen die dieren of planten kunnen verstoren. Een gedragscode is dus niet geschikt voor incidentele gevallen zoals bij de steenmarter.

Wat betreft de nieuwe Wet natuur kan ik u informeren dat het wetsvoorstel in voorbereiding is en voor de zomer van 2012 bij het parlement wordt ingediend. Dan is het moment voor de Kamer om met mij over de inhoud van gedachten te wisselen. Vragen van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren (PvdD) De PvdD vraagt of ik de uitgangspunten onderschrijf dat - in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten, - niet uit het wild mogen worden gevangen om te worden gehouden als huisdier en - dat er alleen sprake kan zijn van tijdelijke gevangenschap als er sprake is van nood. Inzake de ooievaar Freedom vraagt de fractie van de PvdD waarop ik de eerdere antwoorden heb gebaseerd en of er wel voldoende expertise bij Dienst Regelingen is om een adequate beslissing te nemen over een aanvraag om een wild dier, in dit geval ooievaar Freedom, terug te laten keren naar de natuur. Deze vragen zijn ingegeven door de informatie die STORK heeft verstrekt. De PvdD stelt dat als het ministerie geen ontheffing verleent om de ooievaar te laten terugkeren, de leden dan een motie daarover zullen indienen. Verder vraagt de PvdD of ik het acceptabel vind dat dieren als huisdier worden gehouden als dat betekent dat zij zelfs hun meest basale gedrag, inzake de ooievaar het kunnen vliegen, niet meer kunnen vertonen. De PvdD wil een toezegging dat de zogenaamde `positief lijst' voor gehouden dieren snel komt. Antwoorden op vragen PvdD Ik onderschrijf de drie genoemde uitgangspunten. De praktijk is soms wat weerbarstiger. Zoals toegezegd zal ik begin volgend jaar hierover een brief naar de Tweede Kamer sturen. Ik heb geen enkele reden te twijfelen aan de expertise bij Dienst Regelingen. Bij de ontheffingsaanvraag voor de ooievaar Freedom is de Dienst zorgvuldig te werk gegaan en dat vraagt tijd. Zo is bij navraag in Duitsland bij de Duitse CITES Management Autoriteit gebleken dat, in tegenstelling tot hetgeen STORK schrijft, er sprake is van een in gev angenschap geboren en gefokte ooievaar. In dat geval vormen de Beleidsregels herintroductie van dieren en de internationale richtlijnen van de IUCN voor herintroductie de basis voor afwegingen en besluiten. Ik verwijs ook naar mijn antwoorden op Kamervragen, Aanhangsel van de Handelingen, 2011-2012, nr. 20. Verder heeft het mijn voorkeur dat gehouden huisdieren zoveel mogelijk hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Binnen de kaders van de Gezondheids- en welzijnswet dieren, en straks de nieuwe Wet dieren, zijn de bezitters van huisdieren hiervoor als eerste verantwoordelijk. Uw vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft eerder een commissieverzoek ingediend naar de stand van zaken over de positieflijst (kenmerk 2944679/2011D49783).

Ik zal u daarover informeren voor het geplande AO Dierhouderij van 14 december aanstaande.

dr. Henk Bleker

Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie