Minister van VWS kan zorguitgaven nauwelijks tijdig beheersen

Persbericht van Algemene Rekenkamer

Minister van VWS kan zorguitgaven nauwelijks tijdig beheersen

Verwachte groei zorguitgaven 25% in 4 jaar tijd, actueel beeld van ontwikkeling zorguitgaven ontbreekt

De minister van VWS heeft weinig zicht op de ontwikkeling van de zorguitgaven en kan de uitgaven aan de zorg nauwelijks tijdig beheersen. De afgelopen 10 jaar werd het budget bijna jaarlijks overschreden. Bovendien wordt pas na enkele jaren zichtbaar hoeveel er is uitgegeven aan de zorg in een bepaald jaar. De minister kan de zorguitgaven tot op zekere hoogte beheersen via ingrepen in het basispakket, prijsregulering en het introduceren of verhogen van eigen bijdragen. Volgens de Algemene Rekenkamer is er weinig zicht op het effect van deze instrumenten en benut de minister ze niet optimaal. Dit staat in het rapport Uitgavenbeheersing in de zorg dat op 3 november 2011 verschijnt.

Het kabinet Rutte/-Verhagen heeft afgesproken dat de zorguitgaven in Nederland van 59,4 miljard euro in 2011 mogen groeien tot 74,2 miljard euroin 2015. Het beleid van het kabinet is er op gericht de zorguitgaven binnen dit kader te houden. Dat dit buitengewoon moeilijk is blijkt uit de jaarlijkse overschrijdingen van het zorgbudget: tussen 2002 en 2010 werd het zorgbudget vaak overschreden, soms tot wel 1,7 miljard euro.
De zorg wordt voor het merendeel gefinancierd uit premies. Met de premies voor de zorgverzekering wordt zorg van huisartsen, ziekenhuizen, medisch specialisten etc. betaald. Met de premies voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) worden bijvoorbeeld langdurige zorg in verpleeghuizen en het persoonsgebonden budget betaald.

Zorgbudget geraamd op basis CPB, VWS verwacht hogere uitgaven Voor een goede uitgavenbeheersing is het nodig om te weten hoe de zorguitgaven zich zullen ontwikkelen. Het kabinet gebruikt bij het vaststellen van het zorgbudget de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). De minister van VWS maakt daarnaast eigen ramingen. De ramingen van het ministerie van VWS komen hoger uit. De minister van VWS neemt daardoor in de praktijk de verantwoordelijkheid op zich voor een zorgbudget dat ruim 2 miljard euro lager is vastgesteld dan haar ministerie nodig vindt.

Weinig instrumenten om kosten te beheersen, effectiviteit vaak onbekend De minister van VWS kan de zorguitgaven tot op zekere hoogte sturen. Een probleem daarbij is, dat mee- en tegenvallers pas laat zichtbaar worden. Zo werden in 2007 voor de langdurige zorg nog tegenvallers gemeld die zich in 2003 hadden voorgedaan. De minister moet deze tegenvallers binnen het eigen budget compenseren en heeft hier verschillende mogelijkheden voor. Zij kan bijvoorbeeld een korting opleggen aan zorgaanbieders. Deze maatregel is de afgelopen periode onder verschillende namen vooral toegepast in de ziekenhuissector. Evaluaties of onderzoek naar het effect van de maatregel zijn niet uitgevoerd. Een tweede mogelijkheid is het verhogen of introduceren van een eigen risico of bijdrage. Deze maatregel is het afgelopen decennium vooral ingezet in de langdurige zorg maar ook hier geldt dat de effecten niet bekend zijn. Een derde mogelijkheid zijn de aanpassingen van het basispakket. Deze maatregelen worden bijna jaarlijks aangekondigd maar worden vaak - al dan niet onder politieke en maatschappelijke druk - afgezwakt of teruggedraaid.

Definitieve cijfers zorguitgaven worden niet samengesteld en gepubliceerd
De Algemene Rekenkamer schrijft in het rapport dat de minister niet precies weet hoeveel er wordt uitgegeven aan de zorg. Definitieve cijfers over de zorguitgaven worden niet gepubliceerd. Wel ontvangt de Tweede Kamer in één jaar vijf verschillende rapportages, die telkens aangepaste geactualiseerde cijfers bevatten. De verschillen tussen rapportages over dezelfde uitgaven kunnen oplopen tot bedragen tussen de 1 en 2 miljard euro. De Algemene Rekenkamer is van mening dat de minister de Tweede Kamer beter zou moeten informeren.

Reactie minister van VWS en nawoord Algemene Rekenkamer De minister is van mening dat in haar begroting de vertaalslag van CPB ramingen en ramingen van het eigen departement zichtbaar is. Met deze vertaling ontvangen zorgsectoren minder geld dan volgens de ramingen van het ministerie noodzakelijk is. Volgens de Algemene Rekenkamer is het onduidelijk hoe het resultaat in de begroting tot stand komt. De minister is verder van mening dat beheersingsmaatregelen wel degelijk effect hebben, maar voor de tariefmaatregel en ingrepen in de eigen bijdrage geeft zij geen onderbouwing daarvan. De minister reageert niet op de aanbeveling om verantwoording af te leggen over de definitieve realisatiecijfers van de zorguitgaven.




Razende Robot Reporter