Rijksoverheid


3 november 2011

Vragen van het lid Hernandez over Frisc-vaartuigen

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Hernandez over de koop van de Frisc-rubberboten voor het Korps Mariniers. Deze vragen werden ingezonden op 18 oktober 2011 met kenmerk 2011Z20507.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

drs. J.S.J. Hillen


Antwoorden op vragen van het lid Hernandez over het bericht dat Defensie met de koop van de Frisc-rubberboten voor het Korps Mariniers een peperdure en levensgevaarlijke kat-in-de-zak heeft gekocht (ingezonden 18 oktober 2011, kenmerk 2011Z20507)


1. Bent u bekend met het bericht 'Marine het schip in met rubberTitanic?' 1) Ja 2. Klopt het dat een Britse marineofficier, die aan het materieelproject is verbonden, een brandbrief aan Defensie heeft geschreven waarin hij de vaartuigen `ondeugdelijk' en `levensgevaarlijk' noemt en aangeeft dat zowel het ontwerp, de productie als de constructie volledig ontoereikend zijn voor militaire doeleinden? Zo ja, wat is uw reactie op dit verontrustende bericht? 3. Deelt u de mening van deze Britse expert dat de levens van onze mariniers in gevaar zijn en dat regelrechte catastrofes bij testvaarten op de Noordzee en op de Cariben slechts door geluk en uitstekend zeemanschap zijn voorkomen? Zo nee, waarom niet? Defensie heeft in 2009 het contract getekend voor de verwerving van 48 snelle vaartuigen (Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft, FRISC). In 2010 zijn beproevingen uitgevoerd met een demonstrator, een lichte civiele uitvoering van het vaartuig. Het eerste volwaardige FRIS