FNV KIEM

Filosoof Maarten Doorman in FNV KIEM-kunstseminar: "Er is nog steeds draagvlak voor kunst"

vrijdag 04 november 2011

Het prachtige, net gerestaureerde vakbondsmuseum aan de Henri Polaklaan in Amsterdam was woensdagavond 2 november decor van het seminar `De toekomst van de kunst'.

Zo'n 80 kunstenaars en liefhebbers van kunst verzamelden zich daar en luisterden, op initiatief van de vakgroep Beeldend van FNV KIEM, naar de lezing van filosoof Maarten Doorman. Na zijn lezing gingen de aanwezigen in discussie over de vraag wat de toekomst van kunst is.

Doorman gaf in zijn presentatie zijn visie op het veranderende kunstklimaat in Nederland. Volgens hem moeten we niet te veel somberen over het kunstklimaat en is er nog steeds draagvlak voor. Als voorbeeld daarvan noemde hij kunst op straat, theater en muziek, kunstuitingen waarvan het ondenkbaar is dat die ooit zullen verdwijnen.

Rol overheid
Voorts ging Doorman in op de vraag waar het idee vandaan komt dat de overheid kunst moet steunen. Vooral het feit dat de overheid een grote rol had bij de economische opbouw van Nederland na de oorlog, ligt daar volgens Doorman aan ten grondslag. "Pas in de jaren '80 werd die rol van de overheid kleiner en dat had sinds die tijd ook zijn weerslag op de kunsten en de subsidie daarvan: de kunsten gingen op rantsoen en sluipenderwijs kwam de subsidie op kunst ter discussie te staan." Scepsis In een verhandeling over de economische opbouw na de Tweede Wereldoorlog en de rol die kunst daarin speelde, legde de filosoof uit waar alle scepsis tegen de kunsten zich op richt.

Volgens Doorman is de scepsis vooral gericht op het idee dat kunst volkomen afhankelijk is geworden van subsidie en de gedachte dat kunst elitair zou zijn en een hobby van witte hoogopgeleide mensen zou zijn. De filosoof zette verschillende vraagtekens bij deze stellingen.

Vooral de gedachte dat kunst voor `elite` is - een term uit de jaren '60 - heeft een enorm negatieve betekenis. Iedereen vindt `de elite' fout, wie het ook moge zijn, en dan is er volgens Doorman geen gesprek meer mogelijk. Er moet gekozen worden tussen twee mogelijkheden: of de kunst afschaffen, of het andere, niet `elitaire' deel, erbij betrekken en stimuleren mee te doen. Als vergelijking noemt Doorman de sport: "Stel dat maar heel weinig mensen sporten. Dan kun je zeggen: De subsidie op sport moet afgeschaft worden. Maar je kunt ook meer mensen aanzetten om te gaan sporten."

Belang
In het tweede deel van zijn lezing ging Maarten Doorman in op de definitie en het belang van kunst. Hij haalde daarvoor de ideeën en uitspraken van de Amerikaanse filosoof Arthur Danto aan en ging in op crossmediale, grensoverschreidende, kunst. De antwoorden op de vragen `Wat is het belang van kunst' en `Wat is de definitie van kunst' zijn vrij complex zegt Doorman: "Het belang van kunst is moeilijk aan te geven en grensoverschrijdingen in kunst zorgen voor een enorme puinhoop. Kunst, fotografie, media, reclame, vormgeving, design, alles loopt door elkaar en het is niet meer bij te houden wat wel en niet kunst is. Dit in tegenstelling tot de Romantiek-periode, waarin de Romantici zelf nieuwe regels definieerden over wat kunst was."

Vooral de vraag over wat wel en niet als kunst gedefinieerd wordt, zorgde ervoor dat het publiek op een levendige manier bijdroeg aan de discussie over dit onderwerp. Tot een uur of 10 in de avond praatte Maarten Doorman met het publiek verder, waarna de gesprekken onder het genot van een drankje in de zijzaal werden voortgezet.