Universiteit van Tilburg
Persbericht 3 november 2011
Mensen maken minder gebaren bij afasie en communicatie via webcams
Handgebaren hebben belangrijke communicatieve doelen die op
verschillende manieren op spraak lijken. We nemen bijvoorbeeld alleen
gebaren van onze gesprekspartner over als ze betekenisvol in een
gesprek zijn, stelt promovenda Lisette Mol. Ze concludeert dat als
mensen via webcams met elkaar communiceren, ze veel minder gebaren
maken dan wanneer ze bij elkaar zijn, ook als ze elkaar op het scherm
wel helemaal kunnen zien. Verder toont ze aan dat naast de productie
van spraak ook de productie van gebaren beperkt is in afasie (een
taalstoornis als gevolg van hersenletsel).
Mol verrichtte een aantal onderzoeken op basis van experimenten. Dat
mensen bij communicatie via webcams minder gebaren komt onder andere
doordat we elkaar niet in de ogen kunnen kijken en de kijkrichting van
de ander niet goed kunnen interpreteren. Wanneer in plaats van een
gewone webcam een apparaat gebruikt wordt dat oogcontact simuleert,
gebaren we namelijk wel net zoveel als wanneer we bij elkaar zijn.
Mensen doen elkaars gebaren na in een gesprek. Als we iemand een gebaar
zien maken terwijl hij of zij iets vertelt, dan maken we dat gebaar
soms even later zelf als we iets vergelijkbaars zeggen. Dit doen we
echter alleen als het gebaar paste bij de boodschap die tegelijkertijd
in spraak geuit werd. Dit laat zien dat gebaren, net als spraak,
betekenis dragen. Het nadoen van gebaren lijkt in die zin niet zozeer
op het overnemen van elkaars lichaamshouding of andere non-verbale
gedragingen, maar meer op het hergebruiken van elkaars woorden en
zinsconstructies, wat gesprekspartners ook doen.
Afasie leidt ook tot minder duidelijke gebaren
Afasie is een taalstoornis als gevolg van hersenletsel. Mensen met
afasie blijken volgens Mol's studie minder duidelijke gebaren te maken
voor anderen dan sprekers zonder afasie. Ze gebruikten ook minder
manieren om dingen uit te beelden. Het lijkt er dus op dat afasie vaak
zowel leidt tot een beperking in spraak als in het produceren van
gebaren.
Lisette Mol (1981, Hoorn) studeerde Kunstmatige Intelligentie aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Zij is werkzaam als universitair docente
bij Communicatie- en Informatiewetenschappen aan Tilburg University en
als onderzoekster verbonden aan het Tilburg center for Cognition and
Communciation (TiCC).