Rijksoverheid
Opening van de Week van het Geld
Toespraak | 07-11-2011
Korte toespraak van minister van Financiën Jan Kees de Jager bij de
opening van de Week van het geld door Prinses Máxima en de minister op
7 november 2011.
Koninklijke hoogheid, dames en heren,
Fijn dat u allemaal hier naartoe bent gekomen voor de opening van de
Week van het Geld. Is een Week van het Geld nodig? Jazeker!
Er zijn in de wereld heel veel mensen die niet goed met geld kunnen
omgaan. We hebben trouwens de afgelopen tijd gemerkt dat heel wat
landen er ook niet zoveel van terecht brengen. En dat geeft altijd
problemen, klein en groot.
Van een lege portemonnee tot de schuldencrisis in Europa. Het is niet
alleen heel vervelend, het is ook bijna altijd te voorkomen. Zolang de
uitgaven maar kloppen met de inkomsten. Als minister van Financiën is
dat één van mijn belangrijkste taken.
Ik heb al jong geleerd om goed met geld om te gaan. Als je dat eenmaal
kunt, verleer je het nooit meer. En je hebt er je hele leven gemak van.
Daarom ben ik enthousiast dat we ook dit jaar een Week van het Geld
organiseren. Dat we weer zoveel mogelijk kinderen van de basisschool
leren om slim met geld om te gaan. En dat we ze ook bijbrengen dat het
gewoon leuk is om goed met geld om te gaan.
Ik ben blij dat er zoveel partijen meedoen aan De Week van het Geld,
van de Donald Duck tot aan de Nederlandsche Bank, van het Nibud tot de
Koninklijke Nederlandse Munt. Ook de banken en de verzekeraars leveren
een grote bijdrage. Dan heb ik het nog niet eens over alle scholen en
docenten.
En het draait natuurlijk vooral om de kinderen zelf. Want zij zijn de
allerbelangrijkste schakel.