Brussel, 4 november 2011
(OR. fr)
EUCO 123/11
PRESSE 408
PR PCE 88
Verklaring van Herman Van Rompuy,
voorzitter van de Europese Raad
afgelegd tijdens de persconferentie
na afloop van de G20
Economische groei en werkgelegenheid blijft de core business van de
G20. Zeker in tijden van economische stagnatie zoals wij die nu in de
geïndustrialiseerde wereld, en in de Europese Unie en de eurozone in
het bijzonder, meemaken. En alle wereldspelers vervullen een
verantwoordelijke rol.
Uiteraard zijn de schijnwerpers vooral op de Unie en de eurozone
gericht, want wij zijn het die de financiële stabiliteit in ons deel
van de wereld, in onze zone, moeten herstellen. Dat is de voornaamste
verantwoordelijkheid die op ons rust; dat is de voornaamste bijdrage
tot stabiliteit in de rest van de wereld die van ons verwacht wordt.
Maar ook van andere wereldspelers wordt een bijdrage verwacht. De
Verenigde Staten moeten een beleid voeren dat op middellange termijn
hun begroting in evenwicht brengt en de opkomende landen moeten hun
interne vraag stimuleren, en sommige onder hen moeten een soepeler
wisselkoers hanteren.
Elk van ons moet orde op zaken stellen. Dat vergt uiteraard
samenwerking op heel wat gebieden. Op financieel gebied, inzake
financiële regulering. Wij zijn al een flink stuk gevorderd maar we
hebben nog een lange weg te gaan, ook op andere gebieden, zoals de
wereldhandel en de mondiale governance in het algemeen. Onze
samenwerking kent een horizontale dimensie, maar op elk van de grote
spelers rust een eigen verantwoordelijkheid, ook voor de eurozone,
zoals ik heb beklemtoond.
Meer in het algemeen gesproken willen wij van de landen die hun
openbare financiën min of meer op orde hebben de toezegging krijgen dat
zij de zogenoemde automatische stabilisatoren laten werken en
maatregelen nemen om de interne vraag te stimuleren. En van de landen
met een overschot op de lopende rekening van hun betalingsbalans wordt
verwacht dat zij maatregelen nemen om de interne vraag te ondersteunen
en dat zij zich bereid verklaren een soepeler wisselkoers te hanteren.
Ik herhaal dat het om een wereldwijde inspanning gaat. Maar elk van de
wereldspelers heeft ook een eigen, specifieke taak. Onze G20-partners
hebben het actieplan dat de eurozone op 26 en 28 oktober heeft
vastgesteld, voluit gesteund.
De inspanningen van de eurozone moeten ook op twee niveaus worden
geleverd: op het niveau van de lidstaten, vooral in de lidstaten die de
druk van de markten ondervinden, en op het niveau van de Unie en de
eurozone.
Op het niveau van de lidstaten moet Griekenland het eveneens op 26 en
27 oktober overeengekomen plan goedkeuren; zo niet, dan wordt alle
financiële hulp afgeblazen. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken
om te beklemtonen dat Griekenland al enorm zijn best heeft gedaan. Als
wij alle Griekse inspanningen van de afgelopen twee jaar bijeentellen,
dan beloopt de totale prestatie circa 12 punten van het BBP, wat
gigantisch is; dit neemt echter niet weg dat wij onze solidariteit, in
de vorm van financiële bijstand, niet kunnen blijven betuigen tenzij
het Griekse parlement het nieuwe tijdens de eurozonetop overeengekomen
plan goedkeurt. Na de gebeurtenissen van de afgelopen dagen moet de
politieke stabiliteit in Griekenland met spoed terugkeren en moet er
snel duidelijkheid komen over het parcours dat de komende tijd op
intern vlak zal worden afgelegd. Wij roepen alle politieke krachten
ertoe op een nationale consensus tot stand te helpen brengen, want voor
Griekenland staat veel, zo niet alles op het spel; ik heb er vertrouwen
in dat het de goede kant opgaat.
Italië heeft herhaald dat het de toegezegde begrotingsconsolidatie en
de toegezegde structurele hervormingen tot stand zal brengen. Als
aanvulling op de monitoring die de Commissie volgens de op 26 en
27 oktober gemaakte afspraken zal verrichten, heeft Italië het IMF in
diens hoedende functie verzocht om elk kwartaal, in overleg met
minister van Financiën Tremonti, de uitvoering van die afspraken te
controleren. Maar het is vooral de Europese Commissie die, wederom op
26 en 27 oktober, de opdracht heeft gekregen om de aangekondigde
maatregelen uitvoerig te bestuderen en toe te zien op de uitvoering
ervan. Dit alles is van het grootste belang om de geloofwaardigheid van
de aangekondigde maatregelen kracht bij te zetten.
Op het niveau van de Unie en de eurozone hebben wij ons ertoe verbonden
de eind oktober tijdens de eurozonetop genomen besluiten, die door de
G20 positief onthaald zijn, versneld uit te voeren. De ministers van
Financiën zijn de operationele aspecten van de regelingen met het oog
op de maximale vergroting van de EFSF-capaciteit aan het uitwerken.
De G20 heeft zich ook bereid getoond om het IMF van extra middelen te
voorzien, en om die middelen indien nodig snel beschikbaar te stellen.
De minister van Financiën moeten tegen hun volgende vergadering de
mogelijkheden dienaangaande concreet afbakenen. Tot die mogelijkheden
behoren bilaterale bijdragen voor het IMF zoals die ook tijdens de
financiële crisis van 2009 hebben plaatsgevonden, speciale
trekkingsrechten en vrijwillige bijdragen aan een specifiek voor dat
doel binnen het IMF ingestelde entiteit. Een aantal landen heeft
tijdens de besprekingen al blijk gegeven van bereidheid om aan die
middelenuitbreiding bij te dragen.
In het algemeen wil ik erop wijzen dat de Unie, ook al hebben wij
veelal de indruk vanuit de verdediging te opereren, op het
internationale toneel nog steeds een essentiële rol speelt:
* wij schragen het proces van Doha, en hebben vaak het initiatief
genomen om dat proces middels het sluiten van compromissen te
redden; wij hebben er substantieel toe bijgedragen dat Rusland tot
de Wereldhandelsorganisatie kon toetreden;
* wij hebben ons geëngageerd voor de fast track-financiering van
klimaatveranderingsbeleid in de armste, minst ontwikkelde landen;
* wij zijn als eerste begonnen met de omzetting van de
Bazel III-akkoorden over het eigen vermogen van banken, en wij
lopen er in sommige opzichten zelfs op vooruit met de eveneens op
26 en 27 oktober genomen besluiten tot herkapitalisering van de
Europese banken;
* wij bevinden ons in de voorste gelederen wat de regulering van de
financiële sector betreft en op het gebied van ontwikkelingshulp
nemen wij nog steeds het voortouw bij de verwezenlijking van de
millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling; wij blijven de
voornaamste donor ter wereld; de helft van alle ontwikkelingshulp
is van ons afkomstig.
Wij blijven een voorname speler op het wereldtoneel, al steken wij
momenteel het overgrote deel van onze tijd en energie in het herstellen
van de financiële stabiliteit in onze eigen eurozone.
European Union