OM eist in hoger beroep 16 jaar cel voor moord door 24
messteken
7 november 2011 - Ressortsparket Den Haag
Het Openbaar Ministerie (OM) in Den Haag heeft vandaag in hoger beroep
16 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 58-jarige man uit Rotterdam
die ervan verdacht wordt op 18 april 2008 te Rotterdam een 65-jarige
imam met 24 messteken om het leven te hebben gebracht. De steekpartij
vond plaats op de openbare weg en op klaarlichte dag voor de ogen van
vele omstanders. Het slachtoffer overleed in het ziekenhuis aan zijn
verwondingen.
Sinds 2002 werd verdachte door het latere slachtoffer, een imam,
behandeld voor slaapproblemen. Verdachte kreeg steeds weer nieuwe
klachten en raakte ervan overtuigd dat de imam zwarte magie op hem had
toegepast. Hierdoor werd verdachte bang voor de man en kocht hij in een
periode van 2 jaar twee messen om de man iets aan te doen. In april
2008 zag verdachte de man lopen en stak hem 24 keer in zijn hoofd en
lichaam.
Het OM is van oordeel dat sprake is van handelen met voorbedachte raad,
dus van moord. Voorbedachte raad wijst erop dat verdachte zich
rekenschap heeft gegeven van de betekenis en de gevolgen van zijn
voorgenomen daad. `De steekpartij is een gevolg geweest van een eerder
door verdachte genomen besluit. Er is geen sprake van een toevallige
ontmoeting die bij verdachte de stoppen heeft doen doorslaan. Verdachte
wist dat hij in slechte toestand minder goed weerstand kon bieden aan
de gedachte dat hij de man moest doden. Ondanks dat is hij, nadat hij
niet geslapen had en zich slecht voelde, met twee messen op zak naar de
moskee gegaan waar hij de man zou kunnen tegenkomen', aldus de
advocaat-generaal (OM) op zitting.
Bij de strafeis heeft het OM meegewogen -naast het enorme leed dat
verdachte de nabestaanden van het slachtoffer heeft bezorgd- dat de
verdachte het slachtoffer op de openbare weg op brute wijze vele malen
met een mes in het hoofd en andere vitale lichaamsdelen heeft gestoken.
`Dat maakt veel indruk en mensen gaan zich onveilig voelen op straat',
aldus het OM.
De rechtbank Rotterdam veroordeelde verdachte eerder tot een
gevangenisstraf van 16 jaar conform de eis van de Officier van
Justitie. De verdachte stelde tegen deze uitspraak hoger beroep in.
Uitspraak op 21 november as.
Openbaar Ministerie