Instemming in Eerste Kamer met voorwaardelijke veroordeling
8 november 2011
De verbeterde omschrijving van de bijzondere voorwaarden bij de
voorwaardelijke veroordeling en voorwaardelijke invrijheidsstelling kan
rekenen op instemming van de Eerste Kamer. Dit werd dinsdag 8 november
duidelijk tijdens een plenaire debat over dit wetsvoorstel (32.319).
Ook zal de Eerste Kamer akkoord gaan met de mogelijkheid voor
strafrechters om bij een veroordeling voor een strafbaar feit een
gebiedsverbod, contactverbod of meldingsplicht als (straf)maatregel op
te leggen (32.551). Met dit wetsvoorstel wil de regering verhinderen
dat een veroordeelde opnieuw een strafbaar feit kan plegen dat de
leefomgeving van burgers aantast of slachtoffers en getuigen lastig
valt. De stemming over beide wetsvoorstellen vindt plaats op 15
november.
Namens de VVD vroeg het Eerste Kamerlid Broekers-Knol aan de
staatssecretaris om zo nodig extra middelen en menskracht beschikbaar
te stellen voor politie, justitie en rechterlijke macht. Die zijn
volgens haar fractie gewenst zodra de nieuwe wijze van ten
uitvoerlegging van straffen succesvol blijkt en de werkdruk daardoor
toeneemt. De VVD-senator vroeg of er bij reclassering en politie wel
voldoende capaciteit aanwezig is om het vereiste toezicht te houden.
Staatssecretaris Teeven zegde toe dat de beide regelingen worden
geëvalueerd, maar liet in het midden of dit over drie of vijf jaar zal
gebeuren.
Schadevergoeding
PvdA-woordvoerder Beuving zei tijdens het debat dat haar fractie
enthousiast is over het voorstel over de voorwaardelijke veroordeling
en voorwaardelijke invrijheidsstelling, omdat deze maatregelen zijn
gericht op gedragsverandering bij delinquenten en maatwerk mogelijk
maken. Wel vroeg de PvdA-senator of er ook ruimte is voor
schadevergoeding als een veroordeelde voor wie de speciale behandeling
al in gang is gezet alsnog in hoger beroep wordt vrijgesproken. Ook een
versnelde uitspraak in hoger beroep over ingevoerde maatregelen zou
volgens de PvdA mogelijk moeten zijn. In beide gevallen kwam
staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie met toezeggingen
zoveel mogelijk aan de verlangens van de PvdA-fractie tegemoet.
Senator Reynaers (PVV) juichte de twee wetsvoorstellen toe. "Straffen
is maatwerk. Beide wetsvoorstellen getuigen ervan dat deze regering
heeft begrepen wat dat betekent", zei senator Reynaers. Bijzonder
verheugd is de PVV over het gebieds- en contactverbod. "De loyaliteit
van de PVV ligt bij de slachtoffers en in het verlengde daarvan bij de
samenleving", aldus senator Reynaers.
Namens de fracties van D66 en de Partij voor de Dieren stelde senator
Engels de vraag in hoeverre het wetsvoorstel over de voorwaardelijke
veroordeling zich verhoudt tot het onschuldbeginsel uit het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Volgens de staatssecretaris
zijn de voorgestelde regelingen echter EVRM-proof. Over het
wetsvoorstel inzake het rechterlijke gebieds- of contactverbod en de
meldingsplicht zei D66-senator Engels dat de cumulatie van
vrijheidsbeperkende maatregelen, zowel op grond van strafrechtelijke
bevoegdheden ter bescherming van de rechtsorde als op grond van
bestuursrechtelijke bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde,
problemen oproept van samenloop en afstemming.
Onschuldpresumptie
Ook het Kamerlid Holdijk wees namens de fracties van SGP en CU op de
kwetsbaarheid van de voorlopige ten uitvoerlegging van de
voorwaardelijk opgelegde straf. De Raad van State was op dit punt
eveneens zeer kritisch, memoreerde senator Holdijk. De voorlopige
tenuitvoerlegging van een niet ten uitvoer gelegde vrijheidsstraf bij
schending van de algemene voorwaarde zou zich bovendien niet verdragen
met de onschuldpresumptie, zoals neergelegd in artikel 6, tweede lid
van het EVRM-verdrag. "De vraag is hoe kwetsbaar de constructie is die
het kabinet heeft gekozen. Al moeten we niet alle discussies op dit
punt willen over doen", zo stelde senator Holdijk. Het opleggen van een
contact- of gebiedsverbod moet volgens hem strikt zijn gekoppeld aan
een strafwaardig feit. "Heel helder moet de koppeling zijn tussen de
veroordeling wegens het strafwaardige feit en de oplegging van de
maatregel", aldus Holdijk.
Grondwet
Senator Quik-Schuijt van de SP-fractie was verontwaardigd over de naar
haar zeggen 'ongelijke behandeling' van illegale vreemdelingen. Volgens
het wetsvoorstel komt een vreemdeling die geen rechtmatig verblijf in
Nederland heeft niet in aanmerking voor vervroegde voorwaardelijke
invrijheidsstelling. Naar opvatting van de SP handelt Nederland in dit
geval in strijd met de grondwet en het EVRM. Ook woordvoerder Strik van
GroenLinks sneed deze relatie aan. Volgens senator Strik geldt deze
uitzondering alleen voor vreemdelingen die ook daadwerkelijk uitzetbaar
zijn. "Voor in elk geval Unieburgers, Turkse burgers en langdurig
ingezetenen geldt dat hen het verblijfsrecht pas kan worden ontzegd als
er sprake is van een actuele en ernstige bedreiging van de openbare
orde", zo betoogde senator Strik.
De woordvoerders van SP en D66 gaven te kennen dat hun fracties zich
zullen beraden over hun definitieve oordeel over de wetsvoorstellen.
Eerste Kamer der Staten Generaal