Rijksoverheid


Vergoeding vakantie uren BSO in 2012

In de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 oktober jl. wordt mij gevraagd om een reactie op twee brieven van een bezorgde ouder. Uit de brieven blijkt dat deze ouder voor 52 weken kinderopvang afneemt waarvan 40 schoolweken voor twee dagen in de week en 12 vakantieweken voor 3 dagen in de week. De ouder geeft aan dat van de in totaal 916 uur per jaar 40 uur niet in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag. Kinderopvangtoeslag wordt per 1 januari 2012 gekoppeld aan gewerkte uren zodat het aantal uren waarvoor kinderopvangtoeslag wordt aangevraagd meer in overeenstemming wordt gebracht met het aantal uren dat ouders nodig hebben om te kunnen werken. Ouders kunnen niet meer onbeperkt uren declareren en zij zullen daarom kritisch moeten kijken naar het aantal uren dat zij contracteren. In het geval van deze ouder is de norm van 70% voldoende voor deze ouder om te kunnen werken. Er ontstaat echter een probleem doordat er meer uren worden afgenomen dan noodzakelijk is. Als deze ouder slechts twee weken vakantie opneemt, wat niet ongebruikelijk is, en met de kinderopvanginstelling afspreekt dat zij twee weken minder vakantieopvang afneemt, dan zit ook deze ouder reeds ruim binnen de norm. De norm van 70% van de gewerkte uren zal ook voor andere ouders doorgaans voldoende zijn. Voor een groep ouders, zoals deze ouder, is flexibiliteit in contracten nodig. Zoals ik in mijn brief van 13 mei jl. heb aangegeven, ligt hiervoor een verantwoordelijkheid bij de sector. Het is ook in het belang van de kinderopvanginstellingen om ouders flexibiliteit en keuze in contracten te bieden. Dit geldt in ieder geval in situaties waarin de kosten voor de kinderopvang onevenredig hoog zijn doordat meer uren afgenomen moeten worden dan ouders nodig hebben voor werk.

Pagina 1 van 2



Ik ga er dan ook van uit dat dit gezin samen met de kinderopvanginstelling tot een goede oplossing kan komen.

Datum

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Onze referentie KO/2011/18820

H.G.J. Kamp

Pagina 2 van 2






---- --