Rijksoverheid
Korte speech van de minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van
Haegen op symposium 25 jaar milieueffectrapportage, en nu?
Toespraak | 10-11-2011
`Milieueffectrapportage heeft niet alleen verleden maar ook toekomst',
aldus minister Schultz van Haegen op het congres `Naar een
toekomstbestendige m.e.r.' op 10 november jl.
Het kabinet streeft naar eenvoudige en betere regelgeving. Voor de
ruimtelijke ordening betekent het dat ruimte wordt gemaakt voor
economische ontwikkelingen en dat tegelijkertijd de kwaliteit van de
leefomgeving wordt gewaarborgd. Die gedachte staat centraal bij de
vernieuwing van het omgevingsrecht, waarvan de m.e.r een onlosmakelijk
onderdeel is. Schultz: "De Omgevingswet die in deze kabinetsperiode
gemaakt en ingevoerd zal worden heeft als rode draad minder regels,
eenvoudige plannen en procedures, meer ruimte voor lokaal maatwerk,
minder onderzoekslasten en een snelle, transparante en betere
besluitvorming. Dat geldt ook voor de m.e.r."
Allereerst mijn felicitaties met dit lustrum.
En dank voor jullie advies `Naar een toekomstbestendige m.e.r.'
Ik ben benieuwd naar de resultaten en aanbevelingen.
Dames en heren,
Het doel van deze dag is vooral hoe we lessen uit het verleden gaan
toepassen in de toekomst?
Hoe koppelen we de doelstelling van het kabinet namelijk een
eenvoudiger regelgeving aan een toekomstbestendige
milieueffectrapportage? Hoe kunnen onderzoekslasten worden
teruggedrongen en tegelijk de kwaliteit verbeterd worden? Hoe kan het
instrument worden vervlochten met financieringsvormen, zoals PPS?
En hoe kan de burger beter worden betrokken?
Kortom, veel complexe vragen die antwoorden zoeken.
Feit dat hier de minister van Ruimte voor u staat - zo noemt mijn DG
Ruimte de heer Kuijpers mij graag - geeft aan hoe het instrument zich
de afgelopen 25 jaar ontwikkeld heeft:
van een Europese Milieu Richtlijn waarin het belang van goede
milieu-informatie voorop stond, tot een instrument dat ook een
belangrijke rol speelt of kan spelen in een goede inpassing van
ruimtelijke projecten.
Om maar meteen duidelijk te maken hoe ik er insta: het is mijn inzet
het instrument m.e.r. ook de komeden 25 jaar van waarde te laten zijn.
Een krachtig instrument dat we inzetten voor een Nederland dat
aantrekkelijk moet blijven voor burgers en bedrijven. En dat in een
tijd van financiële krapte en stevige economische tegenwind.
Dames en heren,
Het roer moet om, Nederland van de handrem.
Dat betekent onder andere een eenvoudige en betere regelgeving.
Ik wil ruimte maken voor economische ontwikkelingen en de kwaliteit van
onze leefomgeving waarborgen. Deze gedachte staat centraal bij de
vernieuwing van het omgevingsrecht, waar de m.e.r een onlosmakelijk
onderdeel van is.
Ons stelstel is te complex geworden en geeft problemen in de praktijk.
We hebben een doolhof aan procedures gecreëerd.
Dat leidt tot onzekerheid, stroperige besluitvorming en onnodige
onderzoek- en plankosten. En dat terwijl we in deze tijd voor grote
uitdagingen staan.
Denk aan de herstructurering van bedrijventerreinen of de bouw van
woningen.
Of de aanleg van wegen, de overgang naar een duurzame economie en de
zorgen voor waterveiligheid en natuur.
Deze tijd vraagt, eist helderheid en daadkracht.
Kortom, het omgevingsrecht kan en moet eenvoudiger en beter.
Met één Omgevingswet die nauw aansluit bij de praktijk kunnen we
efficiënt en doelgericht de leefomgeving verbeteren.
Ik wil in deze kabinetsperiode die samenhangende Omgevingswet maken en
invoeren.
Een wet die ontwikkelingen stimuleert en de kwaliteit van de
leefomgeving waarborgt.
Een wet die nauw aansluit bij de praktijk dankzij inbreng van
overheden, bedrijven en organisaties.
Iedereen is gebaat bij een goede inrichting van ons land.
Rode draad is: minder regels, eenvoudige plannen en procedures, meer
ruimte voor lokaal maatwerk, minder onderzoekslasten en een snelle,
transparante en betere besluitvorming.
`Eenvoudig Beter' dus. Ook als het om de m.e.r. gaat.
De milieueffectrapportage heeft zich de afgelopen 25 jaar ruimschoots
bewezen.
Het is nu zaak dit instrument ook voor de toekomst krachtig te maken.
Ze is soms te abstract, soms juist te gedetailleerd.
Vaak - en dat blijkt ook uit cijfers van de Commissie voor de m.e.r.-
is de kwaliteit onvoldoende .
Concreet heb ik dan ook 6 actiepunten voor een betere m.e.r.:
1. Het moet eenvoudiger: minder processtappen, minder overlap met
andere procedures, minder voorschriften;
2. Het moet niet dubbelop: te vaak vindt nu een plan m.e.r. plaats bij
een Rijksstructuurvisie en bij een provinciale structuurvisie, en
bij een lokaal bestemmingsplan. We moeten toe naar een samenhangend
rapportage in de beginfase. Als deze heeft plaatsgevonden op
planniveau, dan hoeft er niet bij elke volgende stap een nieuwe
gemaakt te worden;
3. Het moet kwalitatief beter: meer helderheid in de beginfase wat
onderzocht moet worden, welke varianten op tafel liggen, en hoe de
effecten hiervan in beeld gebracht kunnen worden. Dat moet in de
eindfase juist minder verplichtingen opleveren. Immers: dan is het
voor iedereen duidelijk wat wel en geen onderdeel moet uitmaken van
de m.e.r.
4. Tenslotte: de m.e.r. is een belangrijk instrument voor bestuurders.
Maar het gaat ook en eigenlijk vooral om de inwoners van Nederland.
Daar doen we het voor. Participatie in de beginfase vind ik van het
grootste belang. Dan weet je vooraf welke elementen van belang zijn
voor onze belangrijkste `stakeholder': de Nederlandse burger. Zo
werk je vooraf aan draagvlak voor het besluit.
5. Het moet een krachtig instrument zijn in de besluitvorming: het
bevoegd gezag beslist en de omgevingswet is het gereedschap. Dat
betekent dus ook: bestuurlijke lef tonen en knopen doorhakken;
6. Tot slot wil ik ook dat onze wetgeving beter aansluit op de
Europese wetgeving en ook op toekomstige ontwikkelingen die vanuit
Europa op ons afkomen.
Dames en heren,
Ik ga afronden.
U heeft er al een lange en naar ik hoop interessante en feestelijke dag
opzitten.
Samen met de Commissie m.e.r. ga ik met mijn actiepunten als
uitgangspunt bekijken hoe we een krachtige en toekomstbestendige
milieueffectrapportage kunnen maken.
Een instrument dat weer 25 jaar vooruit kan.
En uw bijdrage vandaag komt daarbij heel goed van pas.
Mijn dank daarvoor.