Rijksoverheid


Kenmerk IENM/BSG-2011/153702

14 november 2011

Maatregelen NSL; reactie op rekenkamer rapporten, brieven VNG en IPO

Geachte Voorzitter, Met deze brief wil ik u informeren over de volgende onderwerpen met betrekking tot de uitvoering van het Nationaal samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit: - Voortgang monitoring - Nieuwe maatregelen van het rijk - Verdeling middelen 4e tranche voor maatregelen voor NSL partner - Reactie op rapporten rekenkamers van de vier grote steden Voortgang monitoring Om de uitvoering van het NSL te bewaken worden elk jaar een monitoringsrapport uitgebracht. Het streven is er op gericht dit rapport elk jaar voor de begrotingsbehandeling in november aan de Eerste en Tweede Kamer toe te zenden. Een eerste berekening van de resultaten dit jaar liet echter zien dat er fouten waren gemaakt met betrekking tot de toetspunten, waardoor een verkeerd beeld zou ontstaan van de omvang van de knelpunten. Daarom is aan de overheden de gelegenheid gegeven fouten te herstellen. Dit levert een betrouwbaarder resultaat op, maar leidt wel tot vertraging. Daarom zal het rapport pas in december aan u worden toegezonden. Daarbij ontvangt u ook de toegezegde informatie over het aantal scholen dat in een gebied ligt waar sprake is van een (bijna) overschrijding van normen. Daartoe wordt gebruik gemaakt van de actuele resultaten van de monitoring van 2011. Nieuwe maatregelen rijk Uit het monitoringsrapport 2010 bleek dat er extra knelpunten waren die om extra maatregelen vragen. Na het uitbrengen van dat rapport hebben NSL partners zich ingespannen te komen met extra maatregelen om de knelpunten weg te nemen.

Pagina 1 van 5



VNG en IPO hebben zich in een brief tot mij gericht waarin ze hun zorgen uiten over het tijdig halen van de normen. Daarbij geven zij aan te verwachten dat ook het rijk zich zal inspannen tot het nemen van extra maatregelen. Het is belangrijk om samen op te trekken om het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit tot een succes te maken. Ik heb aan VNG en IPO toegezegd dat ik voornemens ben te komen met een nieuwe generieke maatregel, namelijk een stimuleringsregeling Euro 6 voor taxi's en bestelauto's én uitbreiding van de Euro VI regeling voor vrachtverkeer naar grote bestelwagens. Deze maatregel kan nog binnen de NSL periode worden uitgevoerd. Het effect van de maatregel zal niet alle resterende lokale knelpunten kunnen wegnemen, maar levert daar wel een bijdrage aan. Het gewenste milieueffect op knelpuntlocaties kan nog worden vergroot als de steden daarnaast zelf aanvullende lokale maatregelen nemen, zoals bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van extra stimuleringsmiddelen. Ik ben hierover in overleg met de betreffende gemeenten en partijen in het bedrijfsleven die aanbod en vraag bepalen. Verschoning van het wagenpark sluit aan bij andere maatregelen van het rijk op dit gebied, namelijk stimuleren Euro 6 personenauto's (fiscaal) en Euro VI vrachtwagens. In mijn beantwoording aan VNG en IPO geef ik uitvoerig antwoord op de vraag naar de verschillende maatregelen. Uit dit antwoord blijkt dat bijna alle maatregelen waar VNG en IPO om vragen al in gang zijn gezet, en dat de maatregel die op de korte termijn nog in te zetten is de stimulering van de Euro-6 taxi's en bestelbussen betreft. Veehouderij maatregelen Bij de aanbieding van het monitoringsrapport 2011 zal ik u informeren over de aanpak fijn stof bij veehouderijen. Het monitoringsrapport zal laten zien bij hoeveel veehouderijen er in 2011 nog knelpunten zijn. Ik heb reeds eerder aangekondigd dat ik voornemens ben een nieuwe subsidieregeling in het leven te roepen om de fijn stof knelpunten in de landbouw opgelost te krijgen. Deze is gericht op het stimuleren van maatregelen die de fijnstof uitstoot uit stallen beperken . Ook ben ik gestart met de voorbereiding van de AMvB met emissiegrenswaarde voor fijn stof die ik eerder heb aangekondigd. Deze zal op termijn de totale emissies fijn stof uit de veehouderij verminderen. Daarmee wordt een structurele oplossing geboden. Deze oplossing zal echter pas op langere termijn effect hebben. Daarom zal de bestaande stimuleringsaanpak momenteel worden voortgezet. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de aanpak ligt nu bij gemeenten en veehouderijbedrijven.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Kenmerk IENM/BSG-2011/153702

Pagina 2 van 5



Verdeling 4 tranche voor lokale maatregelen De overheden die deelnemen aan het NSL hebben middelen gekregen van het rijk voor het nemen van lokale maatregelen. Die middelen zijn uitgekeerd in tranches in 2006, 2007 en 2009, gezamenlijk voor 235 miljoen. Er is bij de toekening van de derde tranche nog een vierde tranche toegezegd voor een bedrag van 100 miljoen voor resterende hardnekkige knelpunten, waarvan 75 miljoen voor de vier grote steden die de meeste knelpunten hebben. Voorafgaand aan de vaststelling van het NSL hebben de NSL partners een afwegingsmoment afgesproken om vast te stellen wat de stand van zaken is bij de besteding van de middelen voor lokale luchtkwaliteitsmaatregelen, teneinde te komen tot een definitieve verdeling van de 4e tranche middelen. Deze midterm review is uitgevoerd in 2011. Dit heeft geleid tot gezamenlijke afspraken over de verdeling van de 4e en laatste tranche NSL middelen. Overheden kunnen verzoeken indienen voor de financiering van hun maatregelenpakketten. Ze dragen zelf minimaal de helft bij aan de kosten van de maatregelen. Daarmee hebben de overheden voldoende middelen beschikbaar om er voor te zorgen dat hun maatregelenpakket, inclusief de extra maatregelen, kan worden gefinancierd. Rapporten rekenkamers vier grote steden De rekenkamers van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben 20 juni 2011 gezamenlijk een brief gestuurd aan de voorzitter van de Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu naar aanleiding van onderzoek door die rekenkamers naar het luchtkwaliteitsbeleid in hun gemeenten. Zij willen de Commissie op de hoogte stellen van hun gemeenschappelijke zorgen over enkele landelijke aspecten van het lokale beleid. Naar aanleiding van deze brief heeft u mij gevraagd u te informeren over de maatregelen die ik neem om de luchtkwaliteit in de grote steden te verbeteren (uw brief van 29 juni 2011, kenmerk 2011Z13471/2011D35692). Ik heb u in deze brief geïnformeerd over de maatregelen die ik zal nemen. De rekenkamers geven aan op welke punten ze twijfels hebben bij de gevolgde aanpak. De opmerkingen van de rekenkamers monden uit in enkele aanbevelingen: De rekenkamers bevelen een landelijke kosten/batenanalyse aan: maatregelen met de meeste reducties tegen de geringste kosten. Reactie: Het NSL is een samenwerkingsprogramma, waarbij iedere deelnemende overheid zelf een maatregelenpakket vaststelt. Het is de verantwoordelijkheid van die overheden om te werken met een kosten/batenanalyse. Daarbij moet rekening worden gehouden met het gegeven dat het niet mogelijk is elke maatregel een eenduidig effect toe te kennen. Het gaat er om pakketten vast te stellen die voor de betreffende overheid aangrijpt op knelpunten en het meest haalbaar zijn. Kosteneffectiviteit is in het belang van die overheden die immers ook zelf de helft van de kosten van de maatregelen dragen. Rekenkamers bevelen aan scherper vast te leggen welke overheid welke resultaatsverplichting heeft. Reactie: Deze aanbeveling veronderstelt een directe relatie tussen een aanwezig knelpunt en te nemen maatregelen door de betreffende overheid. Echter, de knelpunten hebben meerdere oorzaken en de verantwoordelijkheid voor het wegnemen daarvan moet voortkomen uit een gezamenlijke aanpak. Dat kan dan ook niet worden vertaald in resultaatsverplichtingen per overheid.

e

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Kenmerk IENM/BSG-2011/153702

Pagina 3 van 5



Vervolgens wordt aanbevolen meer recht te doen aan de doelstellingen van het NSL en afspraken te maken over gezondheidsdoelen. Reactie: Ik begrijp de wens om meer zicht te krijgen op de effecten van de NSL aanpak op de gezondheid. Daarom bevat het monitoringsrapport een hoofdstuk waarin per gemeente inzichtelijk wordt gemaakt aan welke concentratie luchtverontreiniging de bevolking gemiddeld wordt blootgesteld. Gemiddeld laten de huidige prognoses een verbetering zien in de gezondheidsbelasting. Dat betekent dat een aanpak gericht op het halen van normen leidt tot een verbetering van de gezondheid. Maak afspraken met decentrale overheden ook over andere stoffen (PM2,5 en roet) die voor de volksgezondheid nog schadelijker zijn. Reactie: Het beleid richt zich specifiek op fijn stof (PM10) en stikstofdioxide omdat voor deze stoffen geldt dat de hoge concentraties die in Nederland voorkomen tot problemen leidt. Voor PM2,5 geldt dat de in het NSL gevolgde aanpak er ook voor zorgt dat we de doelen halen voor PM2,5. Ik heb afgelopen jaar onderzoek laten doen naar de toegevoegde waarde van roet als indicator voor de gezondheidseffecten van fijn stof. De resultaten van dat onderzoek laten zien dat een belangrijk deel van de gezondheidseffecten van fijn stof aan het roetdeel van fijn stof kunnen worden toegeschreven. Roet is afkomstig van verbrandingsprocessen zoals die bij verkeer. Uit het onderzoek blijkt ook dat een roetindicator niet als vervanger kan worden gebruikt voor de generieke fijn stof normen. Het is wel een goed instrument om te bepalen welke verkeersmaatregelen de meeste gezondheidswinst opleveren. Ik ben voornemens de toepassing van een roetindicator als ondersteuning van het lokale luchtkwaliteitsbeleid mogelijk te maken. Rekenkamers bevelen aan in de NSL methodiek prikkels in te bouwen waardoor overheden op de juiste wijze rekening houden met onzekerheden in de berekeningsmethoden. Reactie: Het NSL is er op gericht niet alleen de doelen te halen maar ook voldoende onder de norm te komen zodat niet bij elke tegenvallers weer nieuwe overschrijdingen ontstaan. De luchtkwaliteit is de afgelopen 20 jaar significant verbeterd, ondanks fluctuaties per jaar. Het maatregelenpakket in het NSL moet voldoende robuust zijn om deze tendens voort te zetten. Aangezien er op veel locaties nog situaties vlak onder de norm voorkomen is het jaarlijkse beeld op dit moment nog steeds gevoelig voor tegenvallers, dat blijkt ook uit de monitoring van 2010. Dit vraagt om een extra inspanning van alle NSLpartners om de tendens in de goed richting voort te zetten en voldoende extra maatregelen te nemen om de laatste resterende knelpunten op te lossen.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Kenmerk IENM/BSG-2011/153702

Pagina 4 van 5



Veel opmerkingen van de rekenkamers hebben te maken met de wens duidelijker taken en verantwoordelijkheden van verschillende overheden in het NSL te regelen. Ik wijs er nogmaals op dat er bewust gekozen is voor een samenwerkingsprogramma. Bij tegenvallende resultaten kan het gaan om meerdere oorzaken, en het is niet mogelijk dat precies toe te delen aan een overheid en te bepalen wie welk resultaat moet behalen. Het gaat hier niet om juridische verplichtingen maar om bestuurlijke samenwerking. Gezien het belang van alle betrokkenen bij het halen van de NSL doelen werkt dat ook. De combinatie van de wettelijke bevoegdheden op rijksniveau en het belang van alle NSL partners bij een goede uitvoering van het NSL biedt voldoende grond voor vertrouwen voor het oplossen van knelpunten. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Kenmerk IENM/BSG-2011/153702

Joop Atsma

Pagina 5 van 5






---- --